Naar het overzicht
van Veenhuizense weeskinderen
Dat wordt voorlopig allemaal niet zo belangrijk gevonden. Het
wordt pas spannend als hij de dienstplichtige leeftijd nadert.
Elke jongen moet zich in het jaar dat hij negentien wordt
inschrijven voor de Nationale Militie. Uit de correspondentie
blijkt dat Hendrik Jans denkt dat dat eerder het geval is dan tot
nu wordt aangenomen. Dat wordt overgenomen op de lijst en daarop
komt reactie.
Op 13 januari 1829, invnr 95, zie de scan, schrijft de gouverneur van Drenthe, Petrus Hofstede, aan de permanente commissie:
Assen, den 13 Januarij 1829
Op den Staat, ontvangen bij missive der Commissie indo 9 Dec ll. N1235,komt onder anderen voor zekere Hendrik Jans Cordel, uit de gemeente Harlingen in de Etablissementen te Veenhuizen uitbesteed, met bijgevoegde aanteekening dat deze jongeling, volgens zijne meening, niet in 1811 maar in 1810 zoude zijn geboren en alzoo in dit jaar voor de Nationale Militie behoort te worden ingeschreven.
Extract uit dien Staat aan den Heer Gouverneur van Vriesland zijnde medegedeeld, wordt mij door ZHEGe op heden berigt, dat H.J. Cordel, volgens opgave der stedelijke regeering van Harlingen, in geene geboorteregisters opgeteekend en van zijnen juisten ouderdom niets zekers bekend is, terwijl hij in de aanteekeningen van zijne opzending naar de voormelde gestichten gehouden, voorkomt niet als in 1810, maar als in 1811 te zijn geboren, in welk geval hij eerst het volgende jaar zoude moeten loten.
Wanneer echter de belanghebbende voor zijne meening genoegzamen grond mogt hebben en hij dit jaar de inschrijving mogt verlangen, zoude zulks niet mogen worden geweigerd, blijvende hij niettemin verantwoordelijk voor de nadeelen, die, ter eeniger tijd, uit eene verkeerde aangifte voor hem zouden kunnen voortvloeijen.
Het is derhalve van belang, dat hij over een en ander nader worde onderhouden en neem ik over zulks de vrijheid, de Commissie te verzoeken, daartoe de noodige orders te willen geven, en mij, zoodra eenigzins mogelijk bekend te maken, welke de antwoorden van den belanghebbenden geweest zullen zijn, ten einde, door de mededeeling daarvan, den Heer Gouverneur van Vriesland in staat te stellen, denzelve, zoo noodig, nog voor de provisioneele sluiting der registers daarop te kunnen doen brengen.
De Staatsraad, Gouverneur van de Provincie Drenthe,
P. Hofstede.
Op de achterkant van de brief schrijft de oeranente commissie een
samenvatting, plus de notitie: 'Notificatie als zijnde door een
andere brief vervallen.'
Die andere brief komt een kleine twee weken later en is van dezelfde gouverneur. Hij heft nader bericht uit Friesland gehad, meldt hij op 26 januari 1829, ook invnr 95, zie de scan:
Bij brief van 13 dezer maand N3 heb ik, tengevolge eener bij mij ingekomene missive van den Heer Gouverneur van Vriesland, de Commissie verzocht, nader onderzoek te willen doen geschieden ten aanzien van den juisten ouderdom des bestedeling Hendrik Cordel.
Ontrent het geboortejaar van dezen jongeling door de regering van Harlingen inmiddels verdere nasporingen zijnde gedaan, is het gebleken, dat op den 14 maart 1812, dus noch in 1810 noch in 1811, zoo als vroeger is verondersteld, bij de Roomsch Catholieke gemeente was gedoopt, Hendrik, zoon van Jan Harms en Johanna Harms, welke laatste de famillenaam van Cordel heeft gehad, die door den zoon zal zijn aangenomen.
De Heer Gouverneur van Vriesland, onder kennisgeving van het vorenstaande, tevens aan mij hebbende toegezonden een extract uit het doopregister betrekkelijk genoemden H.J. Cordel, geef ik mij de eer, hetzelve hiernevens aan de Commissie te doen toekomen, waarmede nu alle zwarigheid ten aanzien van zijnen juisten ouderdom is uit den weg geruimd.
De Staatsraad, Gouverneur van de Provincie Drenthe,
P. Hofstede.
Daarop wordt in het wezenregister met invnr 1410 bij nummer 1355, de oude achternaam doorgekrast en vervangen door Harms. En in het volgende register, met invnr 1411 staat hij als Hendrik Harms genoteerd. Met als geboortedatum 14 maart 1812. Dus hij hoeft pas in 1831 mee te loten voor de dienstplicht.
Daar komt hij blijkbaar goed weg, want er is geen notitie dat hij
in dienst gaat. Hij verlaat het etablissement met ontslag op 19
April 1832.