Naar het overzicht
van Veenhuizense weeskinderen
Op 23 september 1826, invnr 81, meldt het ministerie van Binnenlandse Zaken dat Wilhelmina Brijs uit de gemeente Dirksland naar Veenhuizen is opgezonden. Ze is weliswaar te jong, maar dat scheelt maar een maandje:
Armwezen N38
Onderwerp: Wilhelmina Brijs, uit de gemeente Dirksland naar Veenhuizen opgezonden.
Ik heb de eer UwelEd heeden te doen toekomen eene naamlijst van een kind, met name Wilhelmina Brijs, hetwelk uit de Gemeente Dirksland, naar het Etablissement te Veenhuizen zal worden opgezonden.
UwelEd zullen uit de opgave van den tijd der geboorte van dat kind ontwaren dat hetzelve nog den vollen ouderdom van zes jaren niet heeft bereikt, hoezeer dat tijdstip nabij zij;
De Heer Gouverneur van Zuid-Holland is verzocht zulks aan het bestuur derzelve gemeente te doen opmerken.
Dat bestuur verzocht thans dat het eenig overgebleven kind van wijlen Johannes Bette, in de Ommerschans overleden, met name Machiel, uit dat Etablissement in het kinder-etablissement te Veenhuizen moge overgeplaatst worden.
Een soortgelijk verzoek van hetzelfde bestuur om gelijke overplaatsing van twee kinderen van dien wijlen persoon, is komen te vervallen, ter oorzake dat die twee kinderen even tevoren waren gestorven.
Ik verzoek UwelEd mij derzelver consideratien omtrent het verlangen van meergemeld bestuur met betrekking tot Machiel Bette, wel te willen mededeelen.
De Administrateur voor het Armwezen
Uit het bijschrift op de brief blijkt dat de permanente commissie
dit bespreekt op haar vergadering van 10 oktober en op 13 oktober
de brief beantwoordt. Maar dat is van weinig belang want tegen die
tijd is Wilhelmina al in Veenhuizen, waar ze tot overmaat van ramp
wordt ondergebracht in het derde gesticht waar de
gezonsheidssituatie tamelijk zorgelijk is, zie hier. Zodat
het resultaat voorspelbaar is:
Wilhelmina Brijs staat met het weesnummer 1108 in het
register van het derde gesticht met invnr 1572 en in het
wezenregister met invnr 1410. Zij is geboren 6 november 1820
en op 2 oktober 1826 in Veenhuizen aangekomen. Daar zal zij op 2
april 1830 overlijden.
---
Wat betreft de in de brief genoemde Machiel Bette... Die is al op
het moment van schrijven, net als zijn vader, zusje en broer, in
de Ommerschans overleden.