Naar het overzicht
van Veenhuizense weeskinderen
De Permanente Commissie
der Maatschappij van Weldadigheid,
verlangende vaste bepalingen te maken omtrent de kleeding en het
huisraad, zoo wel voor de arbeidershuisgezinnen als voor de
weezen in het Gesticht te Veenhuizen,
heeft besloten:
Artikel 1
De kleeding en huisraad voor de arbeidershuisgezinnen zullen
dezelfde zijn als die voor de kolonisten behoudens de
evenredigheid van het getal hoofden en met deze uitzondering:
dat geene schoenen noch hoeden zullen worden verstrekt, maar
dezelve met eigen verdiensten zullen kunnen worden aangekocht.
Artikel 2
De kleeding van de weezen zal bestaan
Voor de jongens, in:
Een pet
2 Bonte doeken
1 peijen buis en broek
2 Hemden
1 zwart linnen buis
1 zwart of grijs linnen broek
2 paar kousen
1 paar schoenen en
1 paar klompen
Voor meisjes
1 zwarte muts
1 witte dito
2 hemden
1 borstlap
1 baaijen onderrok
1 borstrok
1 bonte halsdoek
1 jak en rok
1 bont boezelaar
2 paren kousen
1 paar schoenen
1 paar klompen
1 grijs boezelaar
alles van dezelfde kwaliteit en maaksel als die van de gewone
kolonisten.
Het huisraad voor de weezen zal bestaan in:
8 tafels
16 banken
8 houten eetbakken
en 4 lampen
per zaal van 80 kinderen.
Voorts per hoofd:
1 hangmat met wollen en noppen dekens, kussen en beddelaken.
1 kastje
1 vork
1 lepel
1 mes
1 bord en drinkschaal
Wijders nog per zaal, ten dienste van de keuken:
2 groote waschtobben
3 manden
2 emmers
2 tafels
1 schotelrak
2 groote houten roerspanen
2 opscheplepels
1 ijzeren vleeschvork
2 messen
2 vorken
2 lepels
6 borden en
1 lamp.
Artikel 3
Voor zoo verre de in art. 2 verm. objecten van huisraad niet
afwijken van het geen aan de kolonisten verstrekt wordt, en niet
in het Magazijn voorhanden zijn, wordt de Heer Directeur
verzocht aan de Perm. Comm. eene opgave te doen van den prijs
waarvoor dezelve kunnen worden aangemaakt of gekocht en
uitgegeven.