Naar het overzicht
van stukken over WATEREN
Het plattegrondje dat op deze pagina staat,
geeft een indruk waar de wasmeid ongeveer woont. In een hokje
naast de keuken.
De wasmeiden staan niet vermeld in de grote personeelsregisters,
maar wel in de registers in invnr 1007 en soms in de stamboeken
van kwekelingen. Het is nog een hele uitzoekerij welke weesmeisjes
de functie vervullen. Ik kom er niet helemaal uit, er blijven
hiaten en overlappingen. Maar wat ik heb staat hieronder.
NB: In de mapjes '1832' en '1833' van het
personeelsregister staat naast de functie wasmeid ook de functie
melkmeid. Die functie wordt vervuld door ene H. Goldhoorn, waar ik
nog nooit van gehoord heb. Daarna verdwijnt de functie meldmeid
uit de personeelsregisters, maar er zijn wél koeien en die moeten
wel gemolken worden. Het is mogelijk dat sommige van onderstaande
dames melkmeid waren, het is zelfs mogelijk dat het een
combinatiefunctie was. Te denken geeft dat hieronder Jan Hessels
van Wolda Adriana Schutser 'melkmeid' noemt en dat op de
aanwezigenlijst van 1 oktober 1835, invnr 163 scans 9-10 Gatdina
Krane 'in de stal' is. Wat moet een wasmeid in de stal?
● Jeanetta Barbara Crambie, 22 november 1809 te
Monster, Rotterdam
Zij komt 16 april 1826 naar het Instituut, want op folio 6
van het kwekelingenregister met invnr 1610 is aangetekend: '16 Apr
1826 overgenomen als dienstmeid zijnde van Veenh. gedetacheerd'.
Zij wordt als wasmeid vermeld op pagina 137 van De
kinderkolonie. Haar werk in Wateren houdt op als zij 28
augustus 1830 met ontslag gaat. Er valt meer over haar, en
haar broer en zus, te vertellen en dat staat op een aparte pagina.
● Johanna Margaretha Bruinebag, 9 juni 1812,
Amsterdam
Zij komt 27 april 1825 aan in het kindergesticht te Veenhuizen op
het Algemeen Contract met de Staat en krijgt het weesnummer 1062.
Zij staat vermeld als wasmeid op folio 6 van het
kwekelingenregister met invnr 1610 met de vermelding 'als
dienstmaagd overgenomen en behoort tot de sterkte der
kwekelingen'. Volgens invnr 1544 komt zij naar Wateren op 26
maart 1831. In het mapje '1832' in invnr 1007 valt niet te
ontcijferen hoeveel ze met het wassen per jaar verdient. Ze wordt
als wasmeid genoemd op pagina 137 van De kinderkolonie. In
januari 1832 meldt Jan Hessels van Wolda over een mogelijk ontslag
van haar, invnr 121 scan 504: 'Verlangt haar ontslag, indien zij
tevens als waschmeid op een jaarlijksch salaris van ƒ 30,- bij dit
gesticht kan blijven, waartegen ik geene bedenkingen heb.'
Ze gaat officieel op 30 april 1833 met ontslag, maar dan
neemt de directeur der koloniën haar als werkneemster in dienst,
invnr 135 scan 822. Dat doet hij zonder dat hij daarvoor
toestemming heeft van de permanente commissie, wat binnen de
organisatie een doodzonde is, dus de kans is groot dat de
commissie dit terugdraait of er op z'n minst een tijdelijke
aanstelling van maakt. Wanneer zij vertrekt is onduidelijk, maar
ze staat als wasmeid doorgestreept in het mapje '1833' in het
personeelsregister met invnr 1007.
● Dorothea Prince, 21 maart 1818, Amsterdam
Zij komt 3 september 1824 aan in het kindergesticht te
Veenhuizen op het Algemeen Contract met de Staat en krijgt het
weesnummer 425. Volgens folio 7 van het kwekelingenregister met
invnr 1584 komt zij naar het Instituut op 30 januari 1834
en krijgt zij het k-nummer 68. Ze gaat weer terug naar het derde
gesticht te Veenhuizen op 12 november 1834. Vandaar zal
zij op 6 april 1838 met ontslag Veenhuizen en de koloniën
verlaten.
● Neenske Tijes (of Tijssen) Hornstra,
29 september 1811, De Knijpe
Zij is geen wees uit Veenhuizen of ingedeelde in de vrije
koloniën, maar zij betreedt de kolonie als zij op 29 december 1833
te Diever trouwt met Nicolaas Hofman, een wees uit Tholen die op
dat moment onderdirecteur en boekhouder van het Instituut is. Zie
over Nicolaas Hofman deze
pagina.
Zij wordt vermeld in het personeelsregister met invnr 998 (daarvan
zijn geen scans) op folio 92 (Wateren) en folio 41 (Ommerschans).
Ze staat als N.J. Hornstra met de vermelding wasmeid in het mapje
'1835' en doorgestreept in het mapje '1838' van het
personeelsregister met invnr 1007. Ze verdient met het wassen ƒ
110 per jaar.
Er staat niet vermeld vanaf wanneer ze als wasmeid fungeert, maar
12 juni 1835 bevalt ze van haar eerste kind en ze verlaat
Wateren op 30 november 1836, want dan wordt Nicolaas
Hofman overgeplaatst naar de Ommerschans waar hij boekhouder wordt
en waar hij en Neenske en een groeiend aantal kinderen verder
altijd zullen wonen.
● Gardina Krane ook genaamd de
Zeeneboom, 9 september 1810, Tholen
Zij is de natuurlijke dochter van Barendina Krane. Zij komt 15
juni 1823 in de kolonie aan op het contract met de Regenten van
het Weeshuis te Tholen en wordt ondergebracht bij kolonisten in
Frederiksoord en Wilhelminaoord. In 1829 krijgt ze het B-nummer
868. Volgens folio 7 van het kwekelingenregister met invnr 1584 en
folio 7 van het kwekelingenregister met invnr 1582 komt zij op 9
mei 1835 vanuit Wilhelminaoord hoeve 63 naar het Instituut,
waar zij het k-nummer 68 krijgt (deze datum wordt bevestigd door
scan 61 van het stamboek Wilhelminaoord met invnr 1355). Ze gaat
op 6 april 1837 weer terug naar de vrije koloniën,
Wilhelminaoord hoeve 92. Later komt ze nog een keer, zie onder.
● Johanna Sloons, 6 februari 1819,
Utrecht
Zij komt 4 november 1830 in de kolonie aan op het contract met de
Regenten der Aalmoezenierskamer te Utrecht, krijgt het B-nummer
826 en wordt ondergebracht bij kolonisten in Frederiksoord. Zij
komt vanuit Wilhelminaoord hoeve 53 (dit klopt met invnr 1355 scan
51) op 6 april 1837 (de dag dat Gardina Krane teruggaat)
naar het Instituut, waar zij op folio 7 van het
kwekelingenregister met invnr 1582 wordt ingeschreven als 'Johanna
Cloos of Sloos' en het k-nummer 68 krijgt. Blijkbaar gaat het
wassen niet zo goed, want al na vier maanden, op 6 augustus
1837, gaat zij weer terug naar Frederiksoord hoeve 73. Na
nog de nodige verhuizingen zal zij 30 juni 1838 van de kolonie
deserteren. Na haar snelle vertrek uit Wateren wendt men zich
opnieuw tot:
● Gardina Krane ook genaamd de
Zeeneboom, 9 september 1810, Tholen
Zie boven. Volgens folio 7 van het kwekelingenregister met
invnr 1582 gaat zij voor een tweede termijn als wasmeid vanuit
Wilhelminaoord hoeve 51 weer naar Wateren op 5 augustus 1837
en krijgt ze opnieuw het k-nummer 68. Deze keer duurt het wassen
twee maanden en gaat ze opnieuw terug naar de vrije koloniën,
Wilhelminaoord hoeve 68, op 8 november 1837. Volgens het
stamboek van alle op contract geplaatste koloniebewoners met invnr
1389, scan 287, verlaat zij de koloniën door op 20 juli 1838 niet
van verlof terug te keren. En op een wrange manier klopt dat als
een bus, want ze is 29 juni 1838 te Yerseke overleden.
● Jacoba Hendrikse, 27 oktober 1817,
Tholen
Zij komt 15 juni 1823 (tegelijk met twee zussen en een broer) in
de kolonie aan op het contract met de Regenten van het Weeshuis te
Tholen en wordt ondergebracht bij kolonisten in Frederiksoord en
Wilhelminaoord. In 1829 krijgt ze het B-nummer 882. Volgens folio
7 van het kwekelingenregister met invnr 1582 komt zij vanuit
Frederiksoord hoeve 64 op 23 juni 1838 als wasmeid naar
Wateren, waar ze wordt ingeschreven met k-nummer 68. Dat is
gezellig qua familieband, want haar broer Adriaan is sinds een
jaar onderdirecteur voor de landbouw in Wateren.
Het duurt niet lang, op 10 augustus 1838 wordt zij 'gehuwd
ontslagen', omdat ze dan trouwt met een kolonist. Over de
belevenissen in de koloniën van Jacoba, haar broer en haar twee
zussen is een aparte pagina.
● Maria Bommelijn. 2 juli 1820, Den
Haag
Zij komt 29 augustus 1833 aan in het kindergesticht te Veenhuizen
op het Algemeen Contract met de Staat en krijgt het weesnummer
2154. Volgens folio 7 van het kwekelingenregister met invnr 1582
begint ze op 8 september 1838 als wasmeid in Wateren, waar
ze wordt ingeschreven met het k-nummer 68. Dat duurt tot haar
ontslag uit de koloniën op 31 maart 1840. Het overzicht
van in 1840 ontslagenen, invnr 239 scan 793, meldt: 'Den 31 Maart
ontslagen, heeft te 's Hage eene dienst gekregen.'
● Adriana Schutser, 15 april 1821, Hellevoetsluis
Zij komt 20 oktober 1833 aan in het kindergesticht te Veenhuizen
op het Algemeen Contract met de Staat en krijgt het weesnummer
294. Zij komt op 6 april 1840 naar Wateren, vermoedelijk
als wasmeid al noemt de Instituteur haar 'melkmeid', en krijgt het
k-nummer 68. Na een jaar, 30 april 1841, gaat ze weer
terug naar het eerste gesticht in Veenhuizen. De Instituteur
schrijft daar later over, invnr 261 scan 461: 'De melkmeid was
huwbaar, en men veronderstelde dat zij hier, onder zoo vele
volwassene jongens gevaarlijk en schadelijk was. Is dus op ons
verzoek teruggeplaatst.' Vanuit Veenhuizen verlaat ze op 11 april
1842 met ontslag de koloniën.
● Antje Selbits, 3 januari 1826, Monnickendam
Volgens de gegevens die Charles Groot heeft verzameld voor de
vereniging Oud Monnickendam is zij geboren als vierde kind van Jan
Selbits, geboren 8 januari 1796, en Grietje Gerrits Schipper,
geboren 12 september 1794. Jan Selbits staat in 1824 en 1826 te
boek als herbergier, Grietje Schipper overlijdt 13 augustus 1829.
Jan Selbits zal later, rond 1850 een zwervend bestaan leiden en in
1856 in het bedelaarsgesticht komen waar hij 30 december 1857
overlijdt.
Antje Selbits komt 20 januari 1834 (tegelijk met twee zussen en
een broertje, welke laatste evenals het jongste zusje te
Veenhuizen zal overlijden) in het kindergesticht en krijgt het
weesnummer 772. Haar oudere zus schrijft na een tijdje aan een
tante in Monnickendam 'dat Antje ook nog frisch en gezond is maar
dat zij zeer ondeugend is en dat zij niet om mij geeft'. Zij komt
29 april 1841 naar het Instituut, krijgt het k-nummer 16,
en blijft maar liefst drie jaar wassen. Zij gaat, 18 jaar oud, met
ontslag op 21 mei 1844, volgens de Naamlijst van in 1844
ontslagen jongelieden met vermelding van derzelver bestemming,
Invnr 307 scan 255, 'op verzoek van bloedverwanten te
Monnikkendam'.
● Maria van den Eikel, 14 juni 1827, Warmond
Zij komt 4 oktober 1842 in de kolonie aan op het contract E 155
met het Armbestuur der Hervormde Gemeente te Warmond, krijgt het
B-nummer 963 en wordt als PK 21 ondergebracht in het
kindergesticht te Veenhuizen. Zij komt 11 mei 1844 naar
Wateren om de was te doen en krijgt het k-nummer 35, maar
vertrekt, 17 jaar oud, al op 4 oktober 1844 met ontslag,
volgens de Naamlijst van in 1844 ontslagen jongelieden met
vermelding van derzelver bestemming, Invnr 307 scan 255, 'op
verzoek van uitbesteders te Warmond'.
● L.J. Beenen en later J. Beenen
Mogelijk wordt hier bedoeld de dochter van de in 1837 overleden
opzichter over de landbouw in Wateren Jan Beenen, zie hier, wiens
weduwe en kinderen na een kort verblijf in Veenhuizen vanaf 4 mei
1838 op een hoeve in Wateren/Doldersum wonen. Die dochter heet
volgens de Burgerlijke Stand Lammigjen en als ze haar vaders naam
als patroniem gebruikt heet ze inderdaad L(ammigjen) J(ans)
Beenen. En ze staat in de kolonie-administratie als Jantien Beenen
waarmee ook die initiaal verklaard is.
Hoe dan ook staat er L.J. Beenen bij de functie wasmeid in de
mapjes '1838', '1840', '1842' en doorgehaald in mapje '1844-1847'
van de personeelsregisters in invnr 1007. In de mapjes '1838' en
'1840' wordt vermeld dat L.J. Beenen het wassen doet voor een
jaarloon van ƒ 110, 'waarvan ƒ 80 kostgeld en ƒ 30 loon', in mapje
'1842' is dat ƒ 122, 'waarvan ƒ 80 kostgeld en ƒ 42 loon'.
En in het mapje '1847-1849' staat J. Beenen als wasmeid voor een
jaarloon van ƒ 115, 'waarvan ƒ 80 kostgeld en ƒ 35 loon'.
Maar nergens wordt vermeld welke periode(s) L.J. of J. Beenen de
functie vervult, dus dat blijft gissen. Wel staat in het kasboek
december 1838, invnr 204 scan 22, dat L. Beenen krijgt uitbetaald
ƒ 2,50 'Loon als waschmeid', dus op dat moment fungeert zij als
zodanig. Overigens staat daar ook ƒ 1,50 voor C. Bredenbeek voor
'helpen waschen', wat de kolonistendochter Catharina Breedenbeek
zal zijn, en krijgt Jan Hessels van Wolda ƒ 6,66½ voor 'kostgeld
der waschmeid'.((Die ƒ 6,66½ en ƒ 2,50 komen op jaarbasis overeen
met de ƒ 80 kostgeld en ƒ 30 loon die in de mapjes '1838' en
'1840' worden genoemd))
Onleesbaar
In het mapje '1844-1847' van de personeelsregisters in invnr 1007
is bij de functie wasmeid niet alleen L.J. Beenen doorgestreept,
maar nog twee namen waarvan ik alleen de tweede, Mackaij, zie
onder, kan lezen. Ook bij de niet-doorgestreepte naam eronder kan
ik geen enkele koloniebewoner bedenken. Zie hier:
● Petronella Elizabeth Mackay, 20 juni 1825, Den Haag
Zij komt 19 november 1842 aan in het kindergesticht te Veenhuizen
op het Algemeen Contract met de Staat en krijgt het weesnummer 5.
Volgens folio 1 van het kwekelingenregister met invnr 1582 komt
zij op 3 oktober 1844 als wasmeid naar het Instituut en
staat ze ingeschreven bij kwekelingnummer 2. Ze verlaat de
koloniën met ontslag op 25 april 1846, maar het is de
vraag of ze al die tijd in Wateren is gebleven gezien de overlap
met haar opvolgster. Volgens het overzicht van in 1846
ontslagenen, invnr 339 scan 97, is zij daarna 'in dienst bij den
burgerstand te 's Gravenhage.'
● Cornelia Maria Huigh, 30 november 1822, Schoondijke
in Zeeland
Zij komt op 1 oktober 1841 aan in het kindergesticht te Veenhuizen
op het Algemeen Contract met de Staat en krijgt het weesnummer
1727.
Volgens folio 10 van het kwekelingenregister met invnr 1582, en
nummer 69 in het kwekelingenregister met invnr 1583, komt zij op 6
oktober 1845 als wasmeid naar het Instituut en staat zij
ingeschreven bij het kwekelingnumer 69. Volgens invnr 1611 gaat
zij 4 september 1846 terug naar Veenhuizen, maar komt ze 16
september 1846 weer naar Wateren, maar ik zou niet weten waar die
schijnbeweging voor nodig is. Na enkele jaren gaat er iets
heel erg mis.
Op 5 september 1848 bevalt zij te Wateren van de gelijknamige
dochter Cornelia Maria Huigh. Normaliter is over dergelijk
'onzedelijk gedrag' wel een tuchtzitting, maar die ben ik niet
tegengekomen. De gebruikelijke straf is verbanning voor onbepaalde
tijd naar de strafkolonie en blijkens dit overzicht
komen moeder en kind daar op 19 september 1848 aan.
Waarmee per die datum volautomatisch een einde is gekomen aan haar
werk als wasmeid. In de strafkolonie, ze zijn ondergebracht in
Veenhuizen-2, overlijdt het kind op 15 november 1849. Moeder
Cornelia Maria Huigh verlaat de koloniën met ontslag op 24 mei
1850.
● Doore Reijer, 2 februari 1828, Sneek
De naam kan wat verwarring geven, maar zij trouwt 14-11-1858 te
Leeuwarden met een man, dus zij is een vrouw. Zij komt 26 april
1834 aan in het kindergesticht te Veenhuizen op het Algemeen
Contract met de Staat en krijgt het weesnummer 1104. In het
kwekelingenregister met invnr 1583 heeft zij nummer 30 en volgens
die aantekeningen komt zij op 20 november 1848 als wasmeid
in Wateren. Ze gaat weer weg met ontslag op 30 april 1852
en als ze al die tijd in Wateren gebleven is, is ze een van de
langst dienende wasmeiden.
● Jannetje van den Broeke, 9 januari 1830, Vlissingen
Zij komt 27 april 1840 aan in het kindergesticht te Veenhuizen op
het Algemeen Contract met de Staat en krijgt het weesnummer 701.
Ze wordt op 28 januari 1842 overgezet van het contract met de
Staat op het contract met de Regenten van het Armen Gast en
Weeshuis te Vlissingen. Ze krijgt het B-nummer 417a, maar blijft
gewoon in Veenhuizen. In het kwekelingenregister met invnr 1583
heeft zij nummer 15, en volgens die aantekeningen komt zij op 25
maart 1852 als wasmeid naar Wateren. Ze gaat op 15 maart
1853 weer terug naar Veenhuizen-1. Bij besluit van 2 mei
1853 N4 wordt haar verlof verleend, maar ze blijkt op 1 juli 1853
niet van verlof teruggekomen te zijn.
● Riemkje Johannes Stuur, 18 september 1834, Leiden
Haar geschiedenis was wat ingewikkeld, maar ik ben er toch
uitgekomen. Zij is geboren 18 september 1834 als Rijmpje Steur te
Leiden, zie hier, waar haar vader toen als kurassier
in het leger zat. Haar ouders zijn pas getrouwd op 15 juni 1837 te
Harlingen en hebben toen de drie kinderen die ze al hadden
gewettigd, bij welke gelegenheid haar vader Stuur blijkt te heten
in plaats van Steur. Op 19 april 1843 belandt het gezin voor het
eerst in de bedelaarsgestichten, ze gaan 26 april 1843 naar een
bedelaarswoning in Veenhuizen en ze worden 15 april 1844 weer
ontslagen. Op 8 mei 1847 zijn ze er weer, maar dit keer zonder de
vader. Die zal al ziek zijn want hij overlijdt 28 december 1847 te
Leeuwarden. Bij deze opname heeft Riemke bedelaarsnummer 4350, en
is ze 1 meter 34 lang, ze heeft een rond aangezicht, bruin haar en
blauwe ogen, een kleine neus, een ronde kin en geen bijzondere
kenmerken. Op 7 maart 1848 worden zij, haar broers en haar moeder
overgeplaatst naar Veenhuizen, maar daar overlijdt die moeder op 1
september 1849.
Per 31 december 1849 gaan de drie kinderen over naar het
wezengesticht. Broer Pieter Johannes Stuur, geboren 28 maart 1829,
met weesnummer 216, broer Antonius Johannes Stuur, geboren 10
september 1832, met weesnummer 202 en Riemkje met weesnummer 203.
In het kwekelingenregister met invnr 1583 staat dat ze op 19
maart 1853 als wasmeid in Wateren komt en staat ingeschreven
bij kwekelingnummer 52. Ze vertrekt met ontslag op 6 april
1854. Zij trouwt als Rijmpje Stuur op 28 juli 1858 te Den
Haag als 'dienstbode'.
● Johanna Rijke, 10 januari 1832, Schiedam
Zij komt 30 juli 1840 in de kolonie aan op het contract met de
Magistraatsarmenkamer in Schiedam, krijgt het B-nummer 684 en
wordt ondergebracht in het eerste of kindergesticht te Veenhuizen.
Zij komt naar het Instituut op 20 april 1854 en draagt het
kwekelingnummer 5. De permanente commissie neemt het besluit tot
haar ontslag op 16 april 1855 N6 en als ontslagdatum is vermeld 1
mei 1855.
● Susanna Jacoba Boeda, 11 juni 1832, Haarlem
Zij komt 23 augustus 1839 aan in het kindergesticht te Veenhuizen
op het Algemeen Contract met de Staat en krijgt het weesnummer
402. Zij komt naar het Instituut op 29 mei 1855 en krijgt
het kwekelingnummer 5. Zij vertrekt met ontslag op 2 april
1856.
● Maria Helena de Klerk, januari 1834, Dordrecht
Vermoedelijke geboortedatum, als Helena Maria de Klerk in
Riethoven: 30 januari 1834. Zij komt 25 juni 1841 in de kolonie
aan op het contract met de Burgemeesteren van Dordrecht, krijgt
het B-nummer 179 en wordt ondergebracht in het kindergesticht te
Veenhuizen. Zij komt op 14 april 1856 in Wateren aan,
waar ze het kwekelingnummer 23 krijgt. De permanente commissie
neemt op 12 mei 1857 N8 het besluit haar verlof te verlenen. Als
ontslagdatum is genoteerd 19 juni 1857.
● Catharina Johanna Rademaker, 22 februari 1836,
Dordrecht
Zij komt 25 september 1843 aan in het kindergesticht te Veenhuizen
op het Algemeen Contract met de Staat en krijgt het weesnummer
356. Zij wordt 16 (invnr 1412) of 21 (invnr 1389) december 1843
overgeschreven op het contract met de Burgemeesteren der stad
Dordrecht, krijgt het B-nummer 188 en blijft gewoon in het
kindergesticht te Veenhuizen. Zij komt als wasmeid op 23 mei
1857 naar het Instituut, waar zij het k-nummer 38 krijgt,
maar gaat 31 juli 1857 al weer terug naar Veenhuizen. Op 5
juni 1858 N8 wordt het besluit genomen haar te ontslaan en op 11
juni 1858 vertrekt zij daadwerkelijk uit Veenhuizen.
● Berendina Johanna Konijnenburg, 4 februari 1835,
Utrecht
Zij komt 22 februari 1850 in de kolonie aan op het contract met de
Regenten der Aalmoezenierskamer te Utrecht, krijgt het B-nummer
818 en wordt als PK 92 ondergebracht in het kindergesticht te
Veenhuizen. Zij komt op 31 juli 1857 naar het Instituut
als wasmeid en krijgt het k-nummer 38.
Na een jaar wassen gaat zij op 1 juli 1858 met ontslag.
● Esther Mooijman, 12 juni 1838, Den Haag
Zij komt 13 november 1846 aan in het kindergesticht te Veenhuizen
op het Algemeen Contract met de Staat en krijgt het weesnummer
1335. Ze komt 1 juli 1858 naar het Instituut en krijgt het
kwekelingnummer 3. Zij vertrekt uit de koloniën met ontslag op 30
maart 1859.
● Adriana Margaretha Diesbergen, 5 mei 1840, Rotterdam
Zij komt 28 mei 1852 in de kolonie aan op het contract met de
Commissie van Oppertoezigt over 't Algemeene Armbestuur in
Rotterdam, krijgt het B-nummer 114 en wordt ondergebracht in het
kindergesticht te Veenhuizen. Zij komt 30 maart 1859 naar
het Instituut en staat ingeschreven bij kwekelingnummer 35. In het
register van laatste kwekelingen met invnr 3021 staat zij als
'Driebergen' met als datum van ontslag uit de koloniën 21 mei
1860.
● Johanna Hendrika Zwaanstra, 24 april 1838, Groningen
Zij komt 16 april 1856 in de kolonie aan op het contract met de
Kerkenraad der Nederduitsche Hervormde Gemeente te Groningen,
krijgt het B-nummer 497en wordt eerst ondergebracht in het
kindergesticht te Veenhuizen maar vanaf augustus 1859 bij
kolonisten in Frederiksoord. Zij komt 10 mei 1860 vanuit
hoeve 121 van Frederiksoord (invnr 2999 scan 31) naar Wateren en
wordt ingeschreven bij kwekelingnummer 5. Zij wordt 31
augustus 1860 overgeplaatst naar Frederiksoord hoeve 148
(invnr 2999 scan 37).
● Sientje de Wilde is volgens de kolonieadministratie
geboren in 1810. Zij komt uit Krommenie en is door die stad op 31
oktober 1825 het kindergesticht binnengebracht, en vertrekt weer
met ontslag op 25 augustus 1829. Zij staat met het weesnummer 1805
in de wezenregisters met de invnrs 1572 en 1410 en daarbij is
aangetekend dat zij op enig moment te Wateren is geplaatst, maar
ik kan daarvan nergens bevestiging vinden.
● Laurina Ribbe is volgens de kolonieadministratie geboren 1 april 1834. Zij is hervormd en komt uit Middelburg, dat haar op 29 april 1841 naar het eerste of kindergesticht in Veenhuizen heeft gebracht, waaruit zij op 10 april 1857 met ontslag vertrekt. Zij staat met het weesnummer 1400 in het wezenregister met invnr 1413 en daarbij is aangetekend dat zij op enig moment te Wateren is geplaatst, maar ik kan daarvan nergens bevestiging vinden.
● Y. R. Duursma staat in het mapje '1847-1849' in de personeelsregisters met invnr 1007 doorgehaald als wasmeid, maar ik heb geen idee wie daar mee bedoeld wordt.
● M. Brugman staat in het mapje '1847-1853' in de personeelsregisters met invnr 1007 als wasmeid voor een jaarloon van ƒ 115, 'waarvan ƒ 80 kostgeld en ƒ 35 loon'. Mogelijk is dit de kolonistendochter Maria Brugman, die op 1 oktober 1853 trouwt met de kolonist Haakmeester, maar er zijn ook andere mogelijkheden wie dit geweest kan zijn.
● G.R. Buursma staat in het mapje '1853-1856' in
de personeelsregisters met invnr 1007 als wasmeid voor een
jaarloon van ƒ 115, 'waarvan ƒ 80 kostgeld en ƒ 35 loon', maar ik
weet niet wie hiermee bedoeld wordt.
Ik heb de wasmeiden ook hieronder in een schemaatje gezet, zodat
lacunes en overlappingen zichtbaar worden.
VAN |
TOT |
|
Jeanetta Barbara Crambie |
16-04-1826 |
28-08-1830 |
Johanna Margaretha Bruinebag |
26-03-1831 |
30-04-1833 |
Dorothea Prince |
30-01-1834 |
12-11-1834 |
Neenske Tijes Hornstra |
?? |
?? |
Dina Krane |
09-05-1835 |
06-04-1837 |
Johanna Sloons |
06-04-1837 |
06-08-1837 |
Dina Krane | 05-08-1837 |
08-11-1837 |
Jacoba Hendrikse |
23-06-1838 |
10-08-1838 |
Maria Bommelijn |
08-09-1838 |
31-03-1840 |
L. Beenen |
?? |
?? |
Adriana Schutser |
06-04-1840 |
30-04-1841 |
Antje Selbits |
29-04-1841 |
21-05-1844 |
Maria van den Eikel |
11-05-1844 |
04-10-1844 |
Petronella Elizabeth Mackaay |
03-10-1844 |
25-04-1846 |
Cornelia Maria Huigh |
06-10-1845 |
19-09-1848 |
Doore Reijer |
20-11-1848 |
30-04-1852 |
Jannetje van den Broeke |
25-03-1852 |
15-03-1853 |
Riemkje Johannes Stuur |
19-03-1853 |
06-04-1854 |
Johanna Rijke |
20-04-1854 |
01-05-1855 |
Susanna Jacoba Boeda |
29-05-1855 |
02-04-1856 |
Maria Helena de Klerk |
14-04-1856 | 19-06-1857 |
Catharina Johanna Rademaker |
23-05-1857 |
31-07-1857 |
Berendina Johanna Konijnenburg |
31-07-1857 |
01-07-1858 |
Esther Mooijman |
01-07-1858 |
30-03-1859 |
Adriana Margaretha Diesbergen |
30-03-1859 |
21-05-1860 |
Johanna Hendrika Zwaanstra |
10-05-1860 |
31-08-1860 |