Naar het overzicht
van stukken over VEENHUIZEN
Ik heb de eer UwHWdG verslag te doen van mijn bezoek te Veenhuizen
op den 6-8 dezer maand.
(...)
Eindelijk kan ik UwHEdG. van de katoenspinnerij nog mede deelen
dat de mechanicus van de Heeren Nederburgh, Nering Bögel &
Comp weder eenige dagen te Veenhuizen was, om een nader
onderzoek te doen naar de verbetering der stoom-machine, toen er
weder een lek ontstond in eene der pijpen aan de stoomketels, om
de herstelling waarvan eene nieuwe proefneming, terwijl ik er was,
niet kon plaats hebben, die nu in de eerste dagen dezer week zoude
plaats hebben, met den droogsten turf uit het veen en ook drooge
kolen; doch, daar de machine verleden maand slechts 20 slagen
gemaakt had, was er weinig hoop, dat het doel, om 30 slagen te
verkrijgen, zou worden bereikt.
Heden, echter, terwijl ik dit rapport schrijf, ontvang ik de
blijde belangrijke tijding dat de zaak in der daad in orde gebragt
is.
De machinist had, namelijk, ontdekt, dat, bij zijne afwezigheid,
de vuurgangen niet in alle opzigten naar zijne bestelling goed
gemetseld waren, het geen nu hersteld is en waarna men, met al het
werk er even(?), zelfs meer dan 30 slagen van de
machine heeft kunnen krijgen en nog heeft kunnen houden zonder
het gebruik van kolen en zelfs met minder turf dan gewoonlijk
verbruikt wordt, welk voorloopig berigt weldra nader naauwkeuriger
zal worden beschreven.
De molens hadden zoo snel geloopen, dat het volk moeijelijk het
werk hadden kunnen surveilleren. Deze verbetering zal dan, naar de
verwachting, bij eene belangrijke besparing van brandstoffen, de
productie van garen, zoo niet met de helft, dan ten minste met een
derde vermeerderen.
De Heer Drinkwater blijft bestendig te huis. Slechts
eenmaal is hij, volgens zeggen van den heer Drijber, bij
de proefneming komen zien, doch zijn voorkomen dicteerde zoo zeer
het buitensporig misbruik van sterken drank, dat zijn ligchaam het
wel niet veel langer meer zal kunnen uithouden. Onder tusschen
wordt zijn persoon in geene deele gemist.
Ofschoon de diensttijd van onzen mechanicus Cook met 1
April een einde zal nemen, ben ik nog niet kunnen slagen met eenen
anderen. Wel ben ik in onderhandeling met iemand, doch die vraagt
f 21,- , terwijl wij voor f 12,- wenschte te kunnen slagen.- Cook
heeft f 21,- ’s weeks.
Kunnen UwHEdG. ook goedvinden, dat er eene oproeping, om zulk een
werkman in de Courant gedaan wordt, zonder welke ik vrees, althans
niet spoedig genoeg, een plaatsvervanger te zullen kunnen
opsporen?
Ten slotte kan ik UwHEdG. verzekeren, dat UwHEdG. besluit van
bezuiniging van den 22 Februarij JL, wat de veteranen-huisgezinnen
en de verdiensten der ambtenaren-kinderen betreft, te Veenhuizen,
vrij wel ten uitvoer zijn gelegd en daarbij slechts zeer weinige
bezwaren zijn voorgekomen, waarover ik UwHEdG. bij afzonderlijke
brieven nader hoop te onderhouden.