Naar het overzicht
van stukken over VEENHUIZEN
Inventarisnummer 258, de scans 238 en verder
Frederiksoord den 19 Februarij 1842
Ik heb de eer UwEdGeb verslag te doen van mijn bezoek te
Veenhuizen op den 17 en 18e dezer maand.
De vroeg geëindigde vorst en het tegenwoordige drooge en stille
weder hebben den landarbeid met alle kracht doen hervatten en
leveren het uitzigt op, dit jaar het werk eens behoorlijk en
tijdig gedaan te zullen krijgen.
De 150 morgen winter-rogge weten UwEdG. reeds, dat bij ieder
gesticht, vóór den winter nagenoeg bezaaid is geworden.
Deze rogge is goed opgekomen en slechts weinige dagen, waarop het
overdag dooide en ’s nachts nog vroor, terwijl het heel nog niet
uit den grond was, zijn er schadelijk voor geweest. Thans ligt het
land overal behoorlijk droog, zoo dat de winter, tot dus verre,
niet ongunstig mag genoemd worden voor het winter graan.
Bij het 1e Gesticht is ongeveer 40 van de 93 morgen groenland
overmest en bij het 3e 12 morgen van de 100 morgen, waarmede thans
druk wordt vervolgd en waartoe het weder buitengewoon geschikt is.
Bij het 1 Gesticht is daarentegen nog maar 25 morgen brem
geploegd of gespit dat bij het 3e reeds 56 morgen bedraagt, waarin
dus het 3 Gesticht het 1e voor is.
Voor zoo verre ik een en ander heb kunnen nagaan, geschiedt dit
zorgvuldig en mogt het weder zacht blijven, dan lijdt het geen
twijfel, of men maakt hiermede spoedig groote vorderingen.
Aangezien de brem onder de haver en vooral onder de boekweit
verleden jaar slecht gelukt, althans achterlijk en daardoor op
sommige stukken niet beteekenend is, als stoppelbrem, zoo heb ik
de eer UwEdGeb voor te stellen om de f 1500,- aan te koopen
meststoffen bij ieder gesticht, welke sommen op de algemeene
begrooting voor dit jaar gebragt zijn, tot eene hoog noodige
toegift, zoo wel op zulke akkers, als op meer andere van oudere
brem, die overal niet even goed gelukt is.
Op deze oudere brem komen meest aardappelen, en op de stoppelbrem,
met 30 voer eigen mest, de haver en gerst en de aan te koopen
meststoffen, vooral tot dit graan te bezigen, zal eene behoorlijke
waarborg voor de goede slaging van dit verbouw opleveren.
In de kantlijn bijgeschreven door een lid van de permanente
commissie: Er moet geen stoppelbrem ondergeploegd
worden die achterlijk is en die goed kan worden door te blijven
staan.- De f 1500,- mest voor ieder gesticht kan worden toegestaan
Die f 1500,- zijn toegestaan ???? aanvragen om fondsen
Welke punten van dezen brief zijn reeds afgedaan. Zie agenda lijst
Om, daarentegen, die mest te gebruiken ter bemesting van nieuw
ontgonnen grond, met eene quantiteit ter waarde van f 50,-, om
daarop alleen brem te zaaijen, zulks komt mij, in de
omstandigheden, minder geraden voor, daar het nog zeer te
betwijfelen is, of zulk een hoeveelheid mest daartoe wel genoeg is
en dan het werk er zeer door vermeerderen zou, zonder uitzigt op
voordeel.
Beter keur ik het, den uitslag dezer handelwijze verleden jaar en
thans nog in de gewone kolonien plaats hebbende, af te
wachten, alvorens daarmede verder te gaan.
In de kantlijn bijgeschreven door een lid van de permanente
commissie: de brem met 50 voeder mest slaagt zeker
goed, dit is door vroegere proeven bewezen. Dat echter geen nieuw
land moet worden bemest zoo lang het oude de vereischte mest niet
heeft ontvangen, behoeft geen betoog. Ik wenschte echter wel te
vernemen wat er zou gevorderd worden, boven het toegestane om ook
het nieuwe land met brem te bezaaaijen.-
En, daar het van belang is, zulks ten spoedigste te weten, ten
einde daar naar het transport der eigene mest te regelen en alle
andere werkzaamheden in te rigten zoo gelieven UwEdG mij daarop
wel enigszins spoedig UwEdG welnemen te kunnen geven, zullende ik,
inmiddels, voor f 750,- mest bij ieder gesticht op de aanvrage
voor Maart doen brengen, om de andere helft over April aan te
vragen.
Ook moet men in aanmerking nemen, dat er altoos nog wel 3 weken na
de goedkeuring verloopen, alvorens er mest in de koloniën zou
kunnen zijn aangevoerd.
Wij zouden uitsluitend Amsterdammer straatvuil trachten te
bekomen.
Het 1 Gesticht heeft nog zomer zaai-rogge genoeg voor de bepaalde
50 morgen met de bereiding van het land waartoe men reeds bezig
is.
Bij het 3e zal 40 mud ontbreken aan de 150, in welk te kort, er
later, door het 1e gedeeltelijk zal kunnen worden voorzien.
Men is ook reeds bedacht op het poten van de eerste morgen vroeg
rijpe aardappelen met half Maart.
Van de Ommerschans minder vroeg rijpe poters hebbende
kunnen worden overgenomen, zal men toch zorgen daarvan een
genoegzaam getal morgens bepoot te krijgen.
Het verschaft mij bijzonder genoegen UwEdGeb. te kunnen berigten,
dat, ofschoon er op een te kort van hooi gerekend was, men toch
met den eigen gewonnen voorraad zal kunnen toekomen, door reeds in
acht genomen en opnieuw aanbevolen spaarzaamheid, waartoe onder
anderen het stroo, tot haksel gesneden, onder het gekookte voer
vermengd zal worden.
In de kantlijn bijgeschreven door een lid van de permanente
commissie: hoeveel wordt daarvoor op de begrooting
bespaard?
Eenige ligte boekweit en kriel van aardappelen draagt ter
vermindering van het gebruik van hooi bij:-
Het hooi is dan ook zoo duur en tevens slecht, dat er schier geen
aankomen aan is en het beste nog niet veel is.
Het vee maakt het wel; ook de schapen.
Er vallen reeds lammeren bij het 1 Gesticht.
Aan de ooijen wordt wat eigen gewonnen haver gevoerd, in plaats
van de kostbare voederkoeken.
Met den voorraad aardappelen zal men wel tot 1 April toekomen, zoo
als berekend is.
Tot hiertoe schijnen de aardappelen zich zeer goed in de kuilen te
hebben gehouden, dat ook mede valt.
In de kantlijn bijgeschreven door een lid van de permanente
commissie: Er zal in tijds moeten worden onderzocht
waar aardappelen tot de minste prijzen te bekomen zijn, en of eene
verandering in de menage, bij voorbeeld gort en erwten of boonen,
niet tot vermindering der kosten, die anders nodig zullen zijn,
leiden kan.-
Ik heb te Veenhuizen het plan, om 800 dagwerk langen turf
met eigen volk te graven, medegedeeld en ofschoon ook hier, zoo
als te Ommerschans, daarop bedenkingen gemaakt zijn, ben
ik versterkt in mijn gevoelen, dat hetzelve tamelijk wel te
volbrengen zal wezen.
Ik heb dan ook gemeend hier mede geen vreemde turf gravers te
moeten doen aannemen, mij vlijende dat zulks UwEdGeb. goedkeuring
zal wegdragen, waaromtrent ik, in een tegenoverstaand geval,
gaarne spoedig eenig berigt bekwam.
De buitengewone toelage, van ¼ deel der verdiensten, welke naar
het gewone tarief aan de Smilde in gebruik, niet meer dan
f 4,- ’s weeks gemiddeld bedragen zullen, in gewoon geld aan de
kolonisten-turfwerkers te doen, blijf ik onvermijdelijk
beschouwen, vooral, om dezen arbeid te doen begeeren en alzoo
beter voor goed werk te kunnen zorgen, zoo dat er ten minste een
gedeelte turfs verkoopbaar wordt.
In de fabrijken is men nog goed aan den gang; doch van de 18
weefgetouwen bij het 1 Gesticht en van de 22 bij het 3e waren er
slechts 10 bij ieder aan den gang, voor korenzakken, linnen,
noppendoek, hangmatten en perszakken linnen, daar thans al het
katoenen-kettinggaren sedert eenige weken geheel verwerkt is.
De uit Engeland te laat bestelde 500 pond, welke niet
vóór den winter aangekomen is, is echter thans van Rotterdam
onderweg; zoo dat de weverij in de volgende week weêr geheel aan
den gang zal komen, doch daar die quantiteit garen , thans voor
pij, voerlaken en grijslinnen slechts voor 6 weken toereikende zal
zijn en de doubleer-machine tegen dien tijd er voorzeker nog niet
wezen zal, zie ik mij genoodzaakt ten spoedigste nog 500 pond te
bestellen, om daar mede Mei uit te kunnen komen, dat ik dan ook de
vrijheid zal nemen te doen.
Intusschen is men goed in voorraad gekomen met weef- en breigaren
en zijn er ook nog een aantal geweven stukken voer- en pijlaken in
voorraad, op het verwen waarvan alléén maar gewacht wordt, dat,
bij gebrek aan droogte in den winter zoo moeijelijk spoediger kan
voortgaan, terwijl deze stof zoo dikwijls in den ketel gedaan en
telkens weêr gedroogd moet worden.
Thans begint het echter spoediger te gaan, zoo dat ik hoop, de
behoefte aan geverfd pij- en voerlaken weldra te boven te zullen
komen.
Men gaat steeds voort proeven te nemen om die kleeding stof eene
meer stand houdende kleur te verschaffen en wel nu eene bruine, op
raad van den Heer Mahien, die onlangs in de kolonien is
geweest.-
De verwer Steffens blijft als ijverig en waarlijk niet
onkundig werkman goed voldoen.
Maar nog wacht ik op UwEdGeb goedkeuring, om hem te mogen aannemen
en is hij al zoo nog niet als bedelaars kolonist ontslagen.
Bijzonder aangenaam zal het mij zijn, daarop eindelijk UwEdG
besluit te mogen ontvangen, terwijl ik voor zijn behoud moet
blijven ijveren, daar onze verlegenheid met de verwerij anders nog
veel grooter wordt.
Daarentegen is de schrijver van de fabrijk Keizer met ontslag, waarop hij niet langer verkoos te wachten, vertrokken en zijne plaats door een jong mensch uit de kolonie vervangen en dus die f 3,- salaris weêr uitgewonnen.-
Van der Koog zal nu, met open water, ook vertrekken,
waarover ik de eer gehad heb, UwEdGeb mede bij mijn vorig rapport
te onderhouden.
De voorraad wol zal wel het quartaal uit toereiken, zoo dat er
niet suppletair behoeft besteld te worden.
De gebreide katoenen borstrokken voldoen niet zeer, daar, wanneer
ze beginnen te breken, dezelve moeijelijk redelijk goed te
herstellen zijn, dat ons doet bedacht wezen, om ze te vervangen
door borstrokken van een geweven stof, waarvan de inslag altoos
van katoenen afval zoude zijn.
Ook het desertie-pakken-doek van jute afval, vordert nog eenige
verbetering, door een gedeelte spiet(??) onder dit afval,
tot een sterker draad te vermengen.
De klompenmakerij voorziet behoorlijk in de behoefte.
In de smederij is men minder ten achter.
De wagenmakerij voldoet altoos goed.
Er zal eene proeve genomen worden met bij het 2e Gesticht in de
wagenmakerij eene stoelenmakerij daar te stellen, waarvan de
uitslag UwEdGeb in tijd en wijle zal worden medegedeeld,-
Een opziener van het timmer- en metselwerk of over de
gebouwen, in de plaats van den overleden Knuwer, begint
dringend noodig te worden, daar de ambtenaren over het geheel te
weinig kennis van die werken hebben en deze kostbare zaken van f
7500,- materialen ’s jaars, anders meest op kolonisten zouden
drijven, die, over het geheel weinig vertrouwen verdienen, waarom
ik UwEdGeb dringend moet verzoeken, eerstdaags op mijne gedane
voordragt een besluit te willen nemen.
In de kantlijn bijgeschreven door een lid van de permanente
commissie: hierin zal moeten worden voorzien, daar
anders verspilling van materialen te voorzien is.-
Onderscheidene andere dan Meek hebben zich later mede
aangemeld, maar deze komt ons voor de voorkeur te verdienen.
Ook aan de vervanging van den Heer Engelbregt, die, kon
het zijn, om de omstandigheid, waarin zijne vrouw verkeert, gaarne
eerder dan 1 April zijn ontslag bekwam, zullen UwEdGeb mede wel
gelieven bedacht te wezen.
De Onder Directeur Hendriks voldoet zeer goed en komt mij
tot die betrekking alleszins geschikt voor.
Van de zakken-weverij kan ik UwEdGeb berigten, dat dezelve bijna
niet heeft behoeven stil te staan, uit gebrek aan garen en dat men
dezer dagen goed van garen voorzien staat te worden.
25,000 stuks liggen er ter verzending, gedeeltelijk en misschien
geheel in de volgende week, gereed.
Er wordt hierin zeer goed en met vlijt gearbeid.
Hetzelfde gunstige rapport kan ik UwEdGeb van de katoenspinnerij
doen.
Al de 16 ketting molens werken reeds en de oppassendheid en
leerzaamheid van de daarbij gestelde meisjes laat niets te
wenschen overig.
Daarbij kunnen echter nog maar 5 à 6 inslag molens werken, uit
gebrek aan genoegzame stoomkracht, door onvoldoende natte
brandstof, waarom ik hoop, dat UwEdGeb mijn voorstel om een
scheepje kolen uit Rotterdam te zenden, zullen hebben aangenomen.
In de kantlijn bijgeschreven door een lid van de permanente
commissie: waarom niet te Zwolle gekocht.- Zijn de
kolen thans echter hoog nodig voor men drooge turf uit het veen
bekomen kan? dit dient gevraagd te worden
Er zijn reeds bij de 400 kettings gemaakt en daarvan 90 stuks
gesterkt alhier ontvangen, zijnde de sterkerij eerst in deze week
begonnen
Ook deze inrigting schijnt best te voldoen.
In een quart uurs kunnen er 8 kettings gesterkt worden, zoo dat,
is de stoomkracht voldoende, dat er den ganschen dag gesterkt kan
worden, er meer dan het dubbel onzer behoefte zal kunnen gesterkt
worden.
Nu geschiedt dit ’s avonds, wanneer de spinnerij stil staat.
Er wordt thans tarwe pap gebezigd, van 30 centen het pond,
waarvan 15 pond op het 100 pond garen benoodigd is, uitmakende f
4,50 op het 100 pond garen of 4 ½ cent het pond, terwijl er in
Engeland voor het sterken 10 cent voor het pond garen
betaald wordt, zoo dat er nog 5 ½ cent arbeidsloon zou
overschieten.
Maar nu wenschten wij wel eene proeve met aardappelmeel te nemen,
waartoe 200 pond daarvan dient te worden gekocht en misschien wel
door den Heer Jacobson zou kunnen worden bezorgd, van wien
wij thans mede gaarne dat beste recept van meelstof voor de
sterking zouden ontvangen, hetwelk hij aan de Heeren Post
en Steenbeek mondeling toegezegd heeft, tegen dat men met
sterken aan den gang zoude gaan: UwEdGeb gelieven ZijnEd om een en
ander te verzoeken.
In de kantlijn bijgeschreven door een lid van de permanente
commissie: ik zal de Hr Jacobson het recept vragen
Er zijn thans buiten de Engelsche werklieden en adsistenten 104 kolonisten in het werk, de smid, blikslager, draaijer, timmerman en al dergelijken medegerekend, welk getal niet meer zal behoeven te worden vergroot en daarom veel kleiner is dan men gedacht had.
De verwarmingspijpen zijn thans van Rotterdam onder weg
en de gas-verlichting komt eerst over 3 weken in gereedheid,
wanneer de behoefte aan beiden voor dit saizoen genoegzaam zal
hebben opgehouden.
Het is van veel belang te weten, op welke nommers garen voor het
vervolg te kunnen rekenen, om daar toe ruwe katoen, in de
vereischte soorten, in voorraad te hebben.
B.V. kan men op een groot gebruik van ?? inslag voor
imitatie katoen rekenen, dan zal er over 3 maanden reeds Suratte(??)
ontbreken en zal men die uit Engeland bestellen, dan dient zulks
tijdig te geschieden, zoo dat, mogten UwEdGeb mij daaromtrent
eenige inlichtingen kunnen geven, dezelve mij hoogst nuttig zouden
zijn.
In de kantlijn bijgeschreven door een lid van de permanente
commissie: ik schrijf den Directeur over de Calicots,
dit antwoord kan dus worden afgewacht
Ook is de voorraad inslag garens reeds zoo groot, dat men eenige
vaten ter verkoop kon doen spinnen, of bedacht wezen op het
vervaardigen van het voordeelige breigaren, waartoe de doubleer
machine zal kunnen dienen.
Ik zal met 1 Maart de voorraad garen overal doen opnemen en
UwEdGeb dan hier over nader onderhouden.
Intusschen kan ik UwEdGeb verzekeren, dat deze belangrijke
inrigting hoe langer zoo meer voldoet en hoogst waarschijnlijk nog
veel genoegen geven zal en dat wij, vervolgens, hier ook het
grootste gedeelte garen voor de bontweverij te Ommerschans
zullen kunnen doen spinnen, namelijk het witte en blaauwe, door
toevoeging eener eenvoudige blaauw-verwerij, die met een koude
kuip geschieden kan, zoo dat slechts het rood zal behoeven
te worden aangekocht.
De Directeur der Koloniën
J. van Konijnenburg