Naar het overzicht
van stukken over VEENHUIZEN
Kopij
Instructie voor den Sluiswachter, belast met de dagelijksche
dienst bij de Schutsluis in den mond der vaart naar de kolonie
Veenhuizen op het einde der Norgervaart.
Art: 1
Dagelijksch toezigt.
De sluiswachter zal zorgen:
a. Dat de werken tot de sluis behoorende, naar behooren
schoon en zindelijk worden gehouden.
b. Dat de beschoeijingen rondom de geheele sluis tot de
hoogte der eiken dekstukken tot bevordering der afwatering steeds
afdragende blijven aangehoogd.
c. Dat de Vloeren der sluis en speciaal voor de aanslagen
der puntstukken worden schoon gehouden, ten welken einde de
noodige krabbers aan hem zullen worden ter hand gesteld.
d. Dat de rinketten met de daartoe behoo-
Hier ontbreekt een gedeelte van het stuk.
Het nastroomen door deze sluis is zoo bij het doorschutten als
anderszins volstrekt verboden.
De sluiswachter zal van de gedane schuttingen een dagregister
moeten houden en binnen de eerste acht dagen van iedere maand, een
extract uit dit register bevattende de gedane schuttingen in de
laatstvorige maand door tusschenkomst van den Heer Hoofdingeniëur
aan Gedeputeerde Staten inzenden.
Art: 4.
Waterstand in de sluiskamer.
De sluiswachter zal doch met spaarzaamheid, moeten zorgen, dat de
bovenslagdorpel op tijden, dat er niet geschut wordt, steeds onder
water sta. Hij zal, daartoe het water in de sluiskamer door het
sluiten der beneden deuren moeten opzetten tot een el veertig duim
beneden het peil der hoofdvaart. Na dat deze waterstand verkregen
zal zijn, zal hij de rinketten zoo van de boven als beneden
sluisdeuren goed sluiten en de sleutel daarvan onder zijne
bewaring houden.
Art: 5.
De sluiswachter zal, tot belooning voor het doorschutten van
ieder schip, van den schipper genieten vijf cents, te betalen
telkens zoo wel bij het op- als bij het afvaren. Bij aldien hij
door de Maatschappij van Weldadigheid wordt belast met de
ontvangst der sluisgelden, zal hij zich daaromtrent moeten
gedragen naar het tarief dat door Gedeputeerde Staten daaromtrent
zal worden vastgesteld.
Aldus geärresteerd door Gedeputeerde Staten der provincie Drenthe
in Derzelver Vergadering van Dingsdag den 15den Augustus 1837.
(geteekend D. J. van Ewijck
Ter ordonn: van Dezelven
(Geteekend W. H. Hofstede jr
Voor kopij Conform,
De Griffier der Staten van Drenthe
W. H. Hofstede