Naar het overzicht
van stukken over VEENHUIZEN
Veenhuizen, den 13e Junij 1836
Ik ga over UWelEd verslag te doen, van het mij sedert eenige dagen
wedervarene, in de voortzetting der onderhandelingen, opzigtelijk
de beide kanalen naar de Hauwler en Koks-wijken.
In de eerste plaats moet ik dan ter kennisse van UWEd brengen, dat
ik ll woensdag met den HoogWelGeb Heer S(?).M.
Lijcklama à Nijholt, eene conferentie heb gehad, over de
bewuste boksloot uit de 6e wijk tot aan de Hauwlerwijk.
Zijne HWGeb had van zijnen kant hier tegen geene bedenkingen, maar
de gedeputeerde staten van Vriesland, hadden voor twee jaren
geleden een besluit genomen, om van geene kant eenige doorgraving
door de Limiet-scheiding toe te staan, en wij moeten p.m. 70
roeden door de scheiding heen om de Hauwlerwijk te kunnen
bereiken.
De permanente commissie zoude dus eerst de doorgraving aan de
Staten van Vriesland moeten verzoeken, en zulks zoude nog al eenig
oponthoud veroorzaken.
Zijn HoogWelG stelde mij alzo voor om onze wijk te rigten op eene
wijk die meer oostwaards ligt, en tot op p.m. 20 roeden aan de
Limiet tegen het Eender veld loopt, terwijl om dit tot
stand te brengen, men zich slechts met de Marktgenoten van Een
te verstaan had, men zoude alsdan van weers kanten tegen de Limiet
aankomen, en niet behoeven door te graven.
Ik heb mij dientengevolge vervoegd bij de boeren van Een,
bij welke zich ook den Heer Tonckens liet vinden, als mede
eigenaar van de Markte van Een zijnde, en stelde hunlieden
voor:
1e. de doorgraving van een boksloot door hun veld, naar de
Hauwlerwijk, waaraan zij nogthans weinig zin hadden, en
2e. de doorgraving door hun veld van het kanaal van
Veenhuizen, naar de Zevenhuizinger vaart, of zoogenaamde Kokswijk.
Op dit tweede punt gaven zij hunne toestemming, onder beding dat
wij de noodige bruggen en draijen moesten leggen, dat zijl: den
vrijen op en af-vaart op de Kolonievaart hadden en op dezelfde
voorwaarden als de Maatschappij ook de Zevenhuizingervaart mochten
kunnen op en afvaren.
De Heer Tonckens opperde evenwel de zwarigheid, dat wij
geen water in die vaart zouden kunnen houden, maar stelde voor, om
dezelve op dat peil aan te leggen, dat men het water uit het
Riviertje, hetwelk tusschen Norg en Veenhuizen door het groenland
loopt, konde leiden, hetwelk zoude kunnen geschieden, door in
hetzelve een klein wind-sluisje te plaatsen, en door het graven
van een wijk door middel waarvan het water de vaart wierde in
gebragt, en dit plaats grijpende twijfelde ZEGet niet, of wij
zouden te allen tijde water in de vaart behouden.
Zoo als dan reeds bepaalt is, zouden vooreerst een paar deuren aan
het schut op de 6e wijk moeten worden aangebracht, om drie voeten
water in de 6e wijk lager te krijgen, het schut dat bij het 1e
Gesticht vervalt, zal bij het 3e Gesticht moeten geplaatst worden,
waar thans de overval is, de 5e wijk zal moeten worden opgelegt en
verlengt, tot zoo verre de beide nieuwe hoeven zullen loopen, en
alzoo komt de vaart dan uit het einde van de op te leggen 6e wijk
dóór de buurschap Een bijna in eenen regten lijn op de
Koks-wijk te Zevenhuizen, hetwelk van het 3e Gesticht afgerekent,
slechts één pand uitmaakt en men dus eerst te Zevenhuizen in de
Kokswijk een schut van zes voeten zal moeten plaatsen.
In deze week zullen wij de lengte en waterpeil eens naauwkeurig
opnemen, en de kosten zoo na mogelijk berekenen, en wanneer zulks
geen aanmerkelijk verschil mogt opleveren, en de Maatschappij er
toe overging, dan zoude het groote werk tot stand kunnen komen,
daar ik van de marktgenoten de toetreding verworven heb, terwijl
zij nog daarenboven als dan de vrijheid zouden verleenen, tot het
graven van de boksloot door het Eender veld, vanaf het 3e
Gesticht naar de Hauwlerwijk, onder beding nogtans:
1e. om over deze vaart twee batten te leggen, voor hunne
schapen, en
2e. dat binnen den tijd van 2 jaren de vaart naar
Zevenhuizen moet zijn opgelegt, daar anders na verloop van dit
tijdstip de boksloot naar de Hauwlerwijk ook wederom zoude moeten
vervallen.
Ik zal UWE. na de opneming eene nadere en vollediger opgave doen
toekomen.
De Adjunct-Directeur
(get) S.B.Drijber
Voor Copie conform
de Directeur der Kolonien
J. van Konijnenburg.