Naar het overzicht
van stukken over VEENHUIZEN



3 februari 1835: De directeur doet een voorstel tot verplaatsing van de smederij van het tweede naar het derde gesticht

Bij het tweede gesticht van Veenhuizen staat een smederij, terwijl zich bij het derde gesticht een wagenmakerij bevindt. En juist een wagenmakerij heeft veel uit de smederij nodig. Wat ik uit de brief hieronder begrijp is dat de directeur eerder, op 27 januari, heeft voorgesteld een tweede smederij in Veenhuizen op te richten. Dat is afgeschoten en in zijn brief met nummer N233 van 3 februari 1835, invnr 156 de scans 41-43, berekent hij wat het kost de smederij te verplaatsen.


Frederiksoord, den 3 Februarij 1835
                   
Ter vervolge op het aangemerkte, nopens eene goede tweede smederij te Veenhuizen, bij mijn verslag van den 27 Januarij jl. N167, heb ik de eer UwEdG hierbij aan te bieden eene begrooting van de kosten van verplaatsing der smederij van het 2e  Gesticht naar het 3e, in de nabijheid van de wagenmakerij alhier.

Die kosten, van ongeveer f 250.-, zullen misschien nog kunnen worden verminderd met die van het daaraan benoodigde ijzerwerk, wanneer dit in de smederij van het 1e Gesticht mogt kunnen worden afgedaan.

De uitlaat, of het afdak, is noodig om daaronder een wagen te plaatsen, die onder bewerking is.

Met potlood bijgeschreven in de kantlijn: Hoeveel wagens worden er wel in een jaar gemaakt? Het beslag van kruiwagens, gierbakken, eggen, ploegen. De werkzaamheden voor de gebouwen & veele andere zaken kunnen immers eeven goed aan het tweede gesticht als aan het 3e gedaan worden.

Tot algemeene regel zou dan worden aangenomen, dat alle beslag, zoo als van wagens, kruiwagens, gierbakken, eggen, ploegen, in één woord alles, wat tegelijk met den wagenmaker vervaardigd wordt, benevens het benoodigde voor de gebouwen N2 en 3 hier, en al het overige, zoo als schoppen, vorken, veengereedschap en al het andere voor kuiper, klompenmaker, waaraan de wagenmaker niet te pas komt, benevens de behoefte voor de gebouwen bij N1, aan dit Gesticht zal worden gemaakt.

Met potlood bijgeschreven in de kantlijn: Niet verplaatsen, het nut en voordeel wordt niet aangegeven, wanneer intusschen de smid ons berigt, dan nooit!

Het weekgeld van den aan te nemen vreemden smit zal hoogstens f 7.- ’s weeks behoeven te zijn, tegen welke uitgave zal overstaan eene aanzienlijke besparing van anders noodwendige aankoopen en van ijzer en koolen, welke tegenwoordig verwaarloosd worden, uit hoofde der onbekwaamheid en ongeschiktheid van de kolonisten smid; terwijl men ook nog den arbeid van onderscheidene kolonisten winnen zal, die nu in de smederij van N2 noodig schijnen, maar dan best zullen kunnen worden gemist, en aan ander werk gezet.

Met potlood bijgeschreven in de kantlijn: Alle deze nadelen konden misschien worden vermeden en de voordelen verkregen, door den vreemden smit in de tegenwoordige smederij te doen werken.

In één woord, zoowel de Directie van het 2e als die van het 3e  Gesticht, en niet minder de OnderDirecteur voor het fabrijkwezen, zijn er ten volle van overtuigd, dat dit voorstel, hetwelk ik de eer heb aan UwEdG bij dezen te doen, een dadelijk voordeel aan de Maatschappij zal teweeg brengen, behalve, dat alle arbeid er bij winnen zal, door het bezit van goede instrumenten en door eene spoedige en behoorlijke herstelling van het gebrokene.

De Directeur der Kolonien
J. van Konijnenburg

Met potlood bijgeschreven in de kantlijn: Aangenomen dat den kosten van de vreemden smit ad f 365, of f 400, in het jaar, door denzelve worde overgewonnen, dan is het nog een verkeerd beginsel van telkens naar bijzondere inzichten van dezer of geenen, de bestaande inrigtingen te veranderen of te verplaatsen; en ik kan mij niet vereenigen met het denkbeeld, van de kosten van zoodanige veranderingen alleen naar de renten te berekenen, terwijl in dat geval die kosten hier maar f 12,50 zoude zijn.


Bijgevoegd is een berekening door de adjunct-directeur van het tweede gesticht Coenraad Hulst. Het lijkt vergeefse moeite gezien het commentaar dat de permanente commissie met potlood op de brief van de directeur geschreven heeft. Ik denk dat die verplaatsing niet doorgegaan is.


Veenhuizen    2e Gesticht
Staat van begroting der kosten vereischt tot het verplaatsen
en het vergroten van de smederij bij gemeld Gesticht.

Getal
Omschrijving
Kosten
12.000
Onder graauwe steen tot eene steenemuur
ƒ 96,00
40
Mudden kalk tot dezelve
ƒ 22,00
1
Binnendeurkozijn, na de uitlaat
ƒ 6,00
2
Glaskozijnen met toebehoren in de voorgevel
ƒ 8,00

(de twee ouden voor de zijmuren bestemd)

5
Vuren balken lang 6,50
ƒ 22,50
2
Vuren strijkbalken lang 6,50
ƒ 4,50
14
Ankers
ƒ 9,80
24
Juffers lang 5,70
ƒ 14,40
6
Bos vuren latten a 6,50
ƒ 9,00
1200
Roode dakpannen
ƒ 21,60
25
Vorstpannen
ƒ 1,00
10
Vuren deelen a 6,50
ƒ 12,50

Voor spijkers en hengen
ƒ 10,00

Glas en verfstoffen
ƒ 12,00

Totaal  
ƒ 249,30

N.B.: Bij de berekeningen is, zoals ook van zelve spreekt, de bruikbare
materialen van de oude smederij in aanmerking genomen. Het gebouw
is bepaald op een lengte van zes Nederlandsche ellen en op een
gelijke breedte buiten de uitlaat, die begroot is op een wijdte
van drie Nederlandsche ellen.

De Adjunct-Directeur,
C. Hulst