Naar het overzicht
van stukken over VEENHUIZEN
Onze zorg voor de godsdienstige belangen der in dit jaar
gevestigde en nog overtenemen menigte kinderen, huisgezinnen en
bedelaars, overeenkomstig onze engagementen met het Gouvernement,
in daartoe nieuw aangelegde Etablissementen in de Provincie
Drenthe, heeft ons de vaderlijke medewerking van Z.M. onze Koning
hiertoe doen inroepen, bij een adres van heden, waarvan wij de eer
hebben (…) UwHEdG hiernevens een afschrift te doen geworden, met
eerbiedig verzoek dat UwHEdG ons daarbij te kennen gegeven
verlangen betreffende de Hervormde kolonisten te Veenhuizen, met
deszelfs gewonen ijver voor de ondernemingen onzer Maatschappij
bij Z.M. wel (…) bevorderlijk te zijn.
Wij, Willem, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van
Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg enz., enz., enz.
Op een adres van de Permanente Commissie der Maatschappij van
Weldadigheid in de Noordelijke Provincien om voorziening in de
godsdienstige behoeften der Protestantsche kolonisten in de nieuwe
gestichten onder Veenhuizen.
Gehoord het rapport van onzen Staatsraad Direkteur Generaal voor
de zaken van den Hervormde Eeredienst van den 3 dezer no.11.
Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen:
1e dat voor alle de Protestantsche kolonisten onder
Veenhuizen één predikant zal worden aangesteld tegen genot eener
jaarwedde uit ’s Rijks kas van duizendachthonderd gulden, f
1800-00, doch onder verpligting van ingeval van ziekte, te zijnen
koste in de waarneming van den dienst te doen voorzien.
2e dat vanwege de voornoemde Maatschappij in afwachting
van nadere bepalingen omtrent Kerk en pastorie zal moeten worden
gezorgd zoo voor de voorloopige huisvesting van den Predikant als
voor een lokaal voor de uitoefening van den Eeredienst;
3e dat de te benoemen Predikant te Veenhuizen lid zal zijn
van de Classis van Assen.
En 4e dat hij door Ons zal worden benoemd op de door
Onzen Staatsraad, Direkteur Generaal voornoemd, na gehouden
overleg met de bovengemelde Permanente Commissie, nader
aantebieden voordragt, waarbij als dan tevens den post der Staats
begrooting zal behooren te worden voorgesteld, op welken de
voldoening der gezegde jaarwedde van f 1800-00, zal kunnen worden
aangewezen.
En is Onze Staats Raad Direkteur Generaal voor de zaken van de
Hervormde kerk enz., belast met de uitvoering dezes, waarvan aan
Onzen Minister van Financien, aan de Algemeene Rekenkamer en aan
de Adressanten tot informatie en narigt, zal worden kennis
gegeven.
’s-Gravenhage, den 6 april 1824
(geteekend) Willem
vanwege den Koning
(geteekend) J.G. de Meij van Streefkerk
Accordeert met deszelfs origineel
de griffier ter Staatssecretarie