Naar het overzicht
van stukken over VEENHUIZEN





De in november/december 1822 aangekochte gronden in de buurtschap Veenhuizen zijn volgens Johannes van den Bosch 'uitmuntende voor de kollonie geschikt'


Op donderdag 28 november 1822, in een brief die verder gaat over de bouwkudige keuring van het bedelaarsgesticht op de Ommerschans, zie hier, maakt Johannes van den Bosch vanuit Frederiksoord kort melding van de grondaankopen in de buurtschap Veenhuizen, invnr 63:


De Heer van Royen heeft eenige gron­den gekogt te Veenhuyzen onder approbatie van de Kommissie. Er is voor uit zicht om aldaar toe billijke prijzen nadere duizend morgens grond uitstekende voor de cultures te bekomen.
Met betuiging van hoogachting heb ik de eer te zijn

UWelEd DWDienaar
J. van den Bosch


Op 19 december 1822, ook invnr 63, stuurt hij de contracten en een kaartje. Het kaartje zit er niet meer bij en de contracten ook niet, want die zijn in 1859 aan het ministerie van Binnenlandse Zaken gegeven. De volgorde van de contracten is niet helemaal gelijk aan het latere overzicht van grondaankopen:


Frederiksoord den 19 december 1822

WelEdele Heeren!

Ik heb de eer UWelEd hier nevens toetezen­den de kontrakten van onder­scheidene kopen door de Heer van Roijen gedaan en wel be­paaldelijk te Veenhuizen in de markt van Norch.

Deze gronden zijn uitmuntende voor de kollonie geschikt, alle effen en met een a ½ voet veen bedekt, slechts 3 uuren gaans van Wateren verweidert.

Van alle zijde door heide gronden en veenen omringd die het vooruitzicht opleveren om des noods meerder percelen grond er bij te kunnen kopen, terwijl twee bevaarbare kanalen, het een de Hauler wijk die door Vriesland loopt, de andere de Hoofdwijk uit de Smildervaart naar Norch genaamt, in des zelfs nabuurschap eindigen en ligtelijk door deze gronden zullen kunnen worden verlengd.

Bovendien bevind zich aan de west zijde een verlaten schans, even als de Ommerschans aan het rijk behorende in welker nabuurschap mede uitgestrekte heide­velden gelegen zijn.

Voordeeliger gelegen­heid tot het aanleggen van kolonie kan wel nergens gevonden worden.

De prijs der ge­kogte percelen is zodanig dat door een gere­kent heideveld, bouw en groenland te zamen genomen niet boven de ƒ30- de morgen kosten en de huizen voor niet op de koop worden toegegeven.

De Heer Visser heeft te Groningen een copie genomen uit de kaart van het kadaster, zodat wij met juistheid de grote van ieder perceel heideveld kennen in die kopen begre­pen, waarvan een kaartje hier nevens gaat.

De eerste koop betreft 200 morgen in het onverdeelde stuk N1, groot 800 morgen. De Heer Tonkes is thans bezig van ons ook de overige 600 morgen te zullen aankopen tot gelijke prijs van 25 de morgen.

De tweede koop betreft een boerenerf onmiddelijk stotende aan de voorgaande 800 morgen.

De derde koop betreft een agste gedeel­te in ieder der erven 3 en 4.

De 4 koop is die van het 5de perceel waar bij een schoon huis behoort.

De 5de koop is die van het B perceel, waar toe behoren 2/5 der gronden aan B, terwijl het overige 3/5 dier gronden nog tot het perceel N5 behoren.

Het 7de perceel behoort aan de pastory van Norch. Men is eens dat het zelve ligtelijk te bekomen zal zijn.

Zo de Maatschappij derhalve de overige 7/8 in de plaatsen van 3 en 4 verkrijgt daar alle apparente(?) toe is dewijl wij als eige­naars van 1/8 den koop daar toe kunnen provoceren, dan zouden wij hier aan een stuk 14 a 15 honderd morgen land bekomen en met de nog overblijvende 600 morgen in N1 over de tweeduizend.

Ik be­schouw deze koop als de voordee­ligste tot nog toe voor de Maatschappij gesloten.

Het is zelfs waar­schijnlijk dat de gronden tusschen Diever en Veenhuizen gelegen mede, ofschoon op een­e ongelijk­matige diepte of breedte, met de tijd zullen kunnen worden aangekogt.

De Heer Van Royen heeft aan de Heer Tonkes toege­zegd ƒ100- voor ieder plaats die door hem voor de Maatschappij zou worden aangekogt, onder voorwaar­de dat de gezamentlijke ko­pen genoegzaam bleven onder het tarif van deze som en uit te kunnen vinden welke som derhalve bij de koopprijs zullen moeten wor­den gevoegd.

De Heer Tonkes is schout en notaris in die omtrek en ons volstrekt noodza­kelijk.

Hij bezit met zijn eigen waardeelen in de gemeente Norch de gronden in het eerste perceel en verkoopt die dan tegen ƒ25 de morgen aan de Maatschap­pij, zo dat een spoedige decisie voor hem nodig is.

In hoop dat deze koopen spoedig zullen kunnen worden geappro­beerd, heb ik de eer met hoogachting te zijn

UWelEd DWDienaar
J. van den Bosch

De hier genoemde honderd gulden per aankoop voor schout en notaris Tonckens heeft hij in 1829 nog niet gehad, zie hier, en volgens mij heeft hij het nooit gehad.