Veteranen bij het tweede gesticht Veenhuizen

De raad van Tucht belegd voor Militaire Huisgezinnen op heden den 28e Februarij 1828


En zijn alzoo des avonds ten 6 ½ Uur gecompareerd de volgende Leden
Den Heer Adjunkt Direkteur A. de Geus, als President
Den Heer Kapiteyn Thonhauser
Den Heer Onder Direkteur J.F.Krieger
Sergeant Elbers
Fourier van Es

Voor den Raad zijn verscheenen de Veteranen Vrouwen Elbers, van der Werf en Philips, aanklagende de veteranen Weduwe Christiaans als hebbende voornoemde vrouwen bij herhaling gescholden met de allergemeenste woorden, en in het bijzonder de Veteranen Vrouw Philips.

Vrouw Christiaans binnen geroepen zijnde, heeft bekend dat zij zich daaraan had schuldig gemaakt= trachtende zich door eenige ongegronde redenen te verontschuldigen.

Voornoemde vrouw buiten de raad gelaten zijnde, zoo wordt door dezelve overwogen, dat deze vrouw bekend staat als iemand welke zich bovendien, van tijd tot tijd schuldig maakt aan het misbruiken van sterken drank en hare naburen veel overlast aandoet.

Gezien van het Tucht Reglement Art. 2 Lett. B.
“Onderling schelden, kijven, vegten, of op eenigerley andere wijze de rust verstooren”
Gezien Art. 3 N:1 hierop toepasselijk:
“Opsluiting van drie tot acht dagen  in de strafkamer en, naar gelang der omstandigheden, van hem die zich voor de eerste maal  aan de misdrijven, onder L A tot C vermeld,  heeft schuldig gemaakt.”

Wordt besloten de Veteranen Weduwe Christiaans te straffen met vier dagen Provoost Arrest.

Niets meer te verhandelen zijnde, Zoo wordt de Raad geeindigt.

Aldus opgemaakt op bovenstaande datum
Ads de Geus
J. Thonhäuser
J.F. Krieger
CH. Elbers
H van Es

BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1620

Notities bij het zittingsverslag