De Raad vergaderd zijnde wordt door den voorzitter geöpend.
Wordt voorgenomen de desertie van den op heden met een transport
Bedelaars Kolonisten van de ommerschans teruggebragte J.
H. van der Woude.
De beschuldigde wordt binnengeroepen, doch kan niets ter
verontschuldiging in brengen.
Gezien art 11 van het tuchtreglement voor Bedelaars
Kolonisten, aldus luidende;
“Hij die voor de eerste maal ontvlugten wil en daarin wordt
verhinderd of ontvlugt en weder terug gebragt is zal met
opsluiting en boeijen tot Tien dagen toe de twee eerste te
water en brood, worden gestraft ;-enz.”
Wordt beslooten
J. H. van der Woude te straffen met Tien dagen
provoost arrest, de twee eerste te Water en brood, en na de
ondergane straf tot het dragen van eene onderscheidene kleeding
voor den tijd van Vier maanden.
De veroordeelde wordt zijn vonnis kenbaar gemaakt, waarna de Raad
wordt geslooten.
Aldus gedaan op dato als boven
De President en Leden
S. B. Drijber
L. NBandring
J: Bosma
D. v.d. Tempel
J. Damens
Notities bij het zittingsverslag