door den WelEdelen Heer Adjunkt Direkteur A. de Geus als
President.
Zijn gecompareerd des avonds ten 6 ½ Uur de navolgende Leden
De President voornoemd
De Onder Direkteur J.F.Krieger
De Zaalopzieners Unverzagt en Briek
De Raad geopend zijnde wordt ter tafel gebragt een Proces Verbaal
van den Zaalopziener Müller, inhoudende aanklagt tegen den
Bedelaars Kolonist Jan(?) Willems, hebbende zich schuldig
gemaakt aan Desertie voor de Eerste maal, en wel door uitklimming
van een raam der zaal, bij de Nagt op den 11e dezer en wijders
over het dak van het gesticht, en tegen den Bedelaars Kolonist
Roelof Jansen, hebbende zich schuldig gemaakt aan het verkoopen
van zijn Peije buis voor zestien stuivers, aan zijnen mede
Kolonist S.F.(?) Spaans.
Daar zulks strijdig is, tegen de Koloniale Reglementen, zoo zijn
dezelve voor den Raad gebracht, om overeenkomstig het Tucht
Reglement hun straffen te worden opgelegd.
Voornoemde Bedelaars Kolonisten worden binnen geleyd en
ondervraagd of zij zich aan deze misdaden hebben schuldig gemaakt,
waarop zij hebben geantwoord, na voor af eenige
verontschuldigingen te hebben gemaakt van Ja!
Overwegende Art. 11 luidende als volgt:
“Hij die voor de Eerste maal ontvlugten wil en Daarin wordt
verhinderd, of ontvlugt en weder terug gebragt is, zal met
opsluiting in boeyen tot tien Dagen toe, de twee Eerste te water
en brood worden gestraft.- met mede neeming van goederen, buiten
de aan hebbende Kleeding of andere verzwaarende omstandigheden,
als ook ontvlugting voor de tweede maal met opsluiting in boeyen
gedurende veertien dagen, waarvan de drie eerste en de drie
laatste te water en brood, en met verzwaarende omstandigheden,
voor de tweede of volgende maal, benevens eenvoudige ontvlugting
voor de derde en volgende malen met vijftien tot veertig Rietjes
Slagen en opsluiting als voren; zullende al de ontvlugt
geweest zijnde, of die dit kennelijk hebben willen doen, na de
ondergane straf, veertien dagen lang, eene onderscheidenen
Kleeding moeten dragen, en in de Discipline Zaal worden
geplaatst.”
Overwegende Art. 13 luidende als volgt:
“Ontvreemding of verpanding van Koloniale goederen, of van mede
Kolonisten, zal worden gestraft tot opsluiting in boeyen van drie
tot veertien dagen, na gelang der omstandigheden, dit wordt te
water en brood om den anderen dag, en bij herhaling van een dier
misdrijven altijd veertien dagen in boeyen, de drie Eerste
en de drie laatsten te water en brood”.
Naar aanleyding van bovengenoemde Artikelen en door de Raad
overwogen zijnde, dat de Bedelaars Kolonist F.S.(?)
Spaans, wel geen dader zijnde, echter als Kooper en medepligtige
strafbaar is,
Besluit de navolgende straffen toe te passen op de navolgende Bedelaars Kolonisten, als
Jan(?) Willems 10 dagen Provoost arrest, om den anderen dag te water en Brood en gesloten.
R. Jansen, 10 dagen Provoost arrest, om den anderen dag te water en Brood en gesloten en
P.S.(?) Spaans 6 dagen Provoost arrest.
Voormelde Bedelaars Kolonisten worden binnen gelaten, hunne
vonnissen voorgelezen, en verder niets meer te verhandelen zijnde,
de Raad gehouden voor geeindigd.
Aldus opgemaakt op dag en datum als boven
Ads de Geus
J.F. Krieger
J.D. Unverzagt
Buck
Notities bij het zittingsverslag