Bedelaars bij het tweede gesticht Veenhuizen

Op heden den 20 October des Jaars 1800 Een –Dertig is door den WelEedele Heer J. Kluvers als Fung. President de Raad van Tucht belegd.


Aanwezig den Onder Directeur L. Neyenbandering en de Zaalopzieners Buck en Unverzagt om te onderzoeken en te vonnissen in zake betrekkelijk een ingekomen Proces Verbaal van den Zaalopziener Kloppenburg opgemaakt tegen den Bedelaars Kolonist  Betje Albers als hebbende zich schuldig gemaakt aan het beledigen en mishandelen van haar mede Kolonist Adriana Schouten en daar zulks strijdig is tegen art: 17 van het  Tucht Reglement alhier in gebruik – Zoo wordt zij voor de Raad gebracht.

Nadat bovengemeld Proces Verbaal haar was voorgelezen zoo wordt zij ondervraagd of zulks overeenkomstig de waarheid is waarop zij tracht te ontkennen, doch de zaak door getuigen gestaafd wordende en daarenboven alles tot haar nadeel voorkomende Zoo worde zulks gehouden voor de waarheid.

De Raad doet de beschuldigde buiten gaan ten einde haar straf te bepalen.

Zulks besloten zijnde wordt dezelve  wederom binnen geroepen en aan haar het vonnis voorgelezen hetwelk door de gezamenlijke Leden van de Raad bepaald is op 8 dagen Provoost arrest.

Verder niets meer door den Raad verhandeld wordende, zoo wordt dezelve gehouden voor gesloten.

Op dag, Maand en Jaar als boven
J. Kluvers
L. Neyenbandering
Buck
J.D. Unverzagt
J.F. Krieger, secretaris

BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1620

Notities bij het zittingsverslag