Op heden den 8 Julij 1829 word bij het 2e Etablissement Veenhuizen
door den Heer Adjunkt Direkteur S. B. Drijber, de raad van
Decipliene belegd, bestaande in den voorzitter voornoemd
den Onder Direkteur van het 2e Gesticht binnen,
den Onder Direkteur van het 2e & 3e Gesticht buiten,
den Onder Direkteur der Fabriekmatige arbeid,
benevens de zaalopzieners Kloppenburg en Nieuwenhuisen
om te onderzoeken en te vonnissen over zaken betrekkelijk een
ingekomen Proces verbaal van den zaalopziener van Eck, opgemaakt
ten bezware van den Bedelaars kolonist T. Douwee en J. van der
Kolke zich hebbende schuldig gemaakt in het weigeren en vervloeken
van werkzaamheden hun door den opziener Rovers opgedragen –
De zaalopzieners Kloppenburg & Nieuwenhuizen worden door den
voorzitter de verklaring afgenomen ingevolge Art. 3 van het
Reglement. De beschuldigden T. Douwee & J. van der Kolk worden
benevens de getuigen met name Rovers en W. Reinen voor den Raad
gebragt.
Het proces verbaal word de beschuldigden en getuigen voorgelezen –
De voorzitter onderhoort de beschuldigde T. Douwee welke
zegt geene redenen tot het weigeren van het werk te hebben dan dat
zij dagt dat het beste werk door anderen weg zoude gaan, en zegt
het niet vervloekt te hebben –
J. van der Kolk zegt dat zoo onderscheiden kolonisten het werk
niet met haar afmaakten, zij het zelve dan ook vervloekte te doen
–
De opzieners Roovers en J. Remeij verklaren dat T. Douwee & J.
van der Kolk beiden het werk aan hun vervloekt hebben om te willen
uitvoeren.
Na bovenstaande onderzoek worden de beschuldigden en
getuigen buiten gelaten.-
De voorzitter benevens de andere leden verklaren genoegzaam
gegronde redenen te hebben om de beschuldigden te kunnen schuldig
verklaren van overtreding van Art: 9 van het Reglement van tucht
en steld alzoo den voorzitter voor, om T. Douwee / als zijnde
deeze meermalen door ernstige vermaningen tot haar pligt gebragt/
de straf op te leggen van acht dagen Provoost arrest, benevens aan
J. van der Kolk de straf van drie dagen prevoost arrest, welke
verminderde straf oorzaak neemt uit hare vroegere altoos willige
arbeidzaamheid en geschiktheid. De overige Leden der Raad nemen
genoegen in het voorstel van den voorzitter.
De beschuldigden worden wederom binnengelaten en het vonnis
voorgelezen, hetwelk op heden den 8 Julij 1829 een begin neemt om
ten uitvoer te brengen.
Aldus gedaan in de Raad van Dez(?)ipliene te Jare en Dage
voorgeschreven.
S.B.Drijber, voorzitter
J.Kluvers, Onder Directeur binnen
L. NBandering onderdirecteur
??? Onderdir v fabr
L.Cloppenburg Zaalopziener
Wm Nieuwenhuizen, zaalopziener
van Marle, secretaris
Notities bij het zittingsverslag