Raad van tucht voor weeskinderen

Kolonie Veenhuizen - 3e Gesticht

Vergadering van de Raad van Tucht op den 15 Meij 1830


De Leeden zijn allen tegenwoordig uitgenomen den Onder Directeur Nijenbandering, welke door ziekte niet kon compareren.


De President opent de Raad, en brengt ter kennisse van dezelve dat door Zijn WelEd benevens door den Onder Directeur binnen aan de ondervermelde Weezen zijn opgelegd de daarbij bepaalde straffen ter zake als daar nevens is omschreven,
als aan de Weezen:

A. Stadhouder, J. Raaphorst, S. Arends, T. Tooren, H.J. Cordel, ieder drie nagten strafkamer arrest overeenkomstig art 4 van het Reglement wegens weigering van gehoorzaamheid aan een der koloniale ambtenaren.-

C. Blairon & J. Kogge ieder 3 dagen wegens het ontvreemden van brood bij de bakker te Norg, volgens art 4 van bovengenoemd Reglement.


De bij den Raad door de Zaalopzieners Bloemeijer en Jeune ingediende klagten worden voorgelezen en houdende:

dat den wees J. Happe zig heeft schuldig gemaakt aan het verkoopen van zijn pijen buis aan den wees J. Arends voor eene som van 10 cents.-

dat J. Timmermans en J. Singler zig niet ontzien hebben hunne linnen broeken te verkoopen aan de weezen J. Reule(?) en J. Regters.-

dat S. Arendse zijn linnen broek verruild heeft met den wees A. Kasfor.-

dat K. Blairon en A. Sibers zig hebben schuldig gemaakt aan desertie en eindelijk;

dat J. van den Heuvel eenig geld heeft weggenomen uit het kastje van C. Eshuizen.-


De Raad onderzoekt

1e De zaak betreffende de wees J. Happée, wien zij schuldig bevind, en die alzoo gestraft wordt met  5 nagten strafkamer arrest, terwijl er omtrend den kooper J. Arends besloten wordt, dezelve voor dit maal vrij te kennen zijne verdiende straf, aangezien het geval bij hem consideratie verdiend, vermits hij er toe is overgehaald en zelf geen buis meer had, hetgeen hem nog aanmoedigde.

2e De zaak betrekkelijk Timmermans en Singler wien zij almede aan het hun ten laste gelegde schuldig bevinden even als den kooper Jan Reule, terwijl de andere kooper J. Regters reeds met ontslag vertrokken is.-

De Raad neemt in aanmerking dat Singler reeds ten tweede maale voor deze Raad verschijnt.-

De Raad verwijst de weezen Timmermans en Reule ieder voor 2 nagten, en den wees Singler voor 8 dagen in de strafkamer om den anderen dag te water en brood met de boeijen aan.

3e De zaak relatief S. Arendse, wien schuldig bevonden wordt, zijnde inmiddels den wees Kasfor met ontslag vertrokken. De Raad verwijst S. Arendse voor 2 nagten strafkamer arrest.-

4e De zaak aangaande Blairon en Sibers; welke worden schuldig verklaard.
De Raad neemt in aanmerking dat Blairon in deze twee maal voorkomt met afzonderlijke misdrijven- Blairon wordt verwezen voor 8 nagten strafkamer arrest, terwijl de straf voor Siebers op 4 nagten gesteld wordt.

5e De zaak concernerende den wees J. van den Heuvel welke wordt schuldig bevonden doch omtrend dewelke de Raad voor dit maal wil consideratie gebruiken, en haar vrij kennen van de straf anders op haar van toepassing uit aanmerking harer jongheid en het opregt berouw dat zij over haar misstap gevoeld.-


Alle de in deze voorkomende misdrijven zijn gestraft wegens het 2e & 8e onderdeel van Art 4 van het Reglement van Tucht voor de Weezen.


De Zaalopziener Jeune wordt bevolen de weezen Happee, Timmermans & Singler dadelijk in de strafkamer te brengen, zullende na expiratie dezer detentie het vonnis der overige in dezen voor komende worden voltrokken.
De werkzaamheden afgelopen zijnde, zoo wordt de Raad gesloten.-

Aldus gearresteerd op dato als boven

De President & Leeden
A. de Geus, C. Hulst, van der Kamp, J. Emmelot

BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1622


Notities bij het zittingsverslag