Extract uit de Notulen van het verhandelde in den Raad van Tucht voor weezen, Vondelingen en verlatene kinderen bij het 1e Gesticht te Veenhuizen

Zitting van 23 Augustus 1846


Present
C. W. Rensing,  president
Leden    A. M. J. Textor    G. H. Kuipers    J. Meijer    A. v.d. Berg
J. F. Morriën, secretaris,

De raad geconvoceerd zijnde, wordt door den voorzitter geopend, de leden waren allen tegenwoordig.

Wordt voorgenomen de desertie van de weezen :

Sub. N. 654, Johannes Smit, oud 16 Jaar van Amsterdam (desertie voor de 1e maal)

Sub. N. 239, Matthijs Koopman, oud 19 Jaar van Leijden (desertie voor de 5e maal)

Sub. N. 1714, Johan Werner, oud 16 Jaar van Amsterdam (desertie voor de 1e maal)

Sub. N. 415, Franciscus Bernardus Bos, oud 18 Jaar van ’s Gravenhage (desertie voor de 1e maal)

De President beveelt dat allen succesivelijk binnen komen om gehoord te worden, doch daar zij geheel het stilzwijgen bewaren en niets  ter hunner verschoning hebben in te brengen, wordt bevolen dat zij moeten aftreden.

Gezien artikel 3, sub N. 2 van het reglement van Tucht voor Weezen, staat:
“Zich zonder verlof uit de koloniën te verwijderen, zal worden gestraft met opsluiting van een tot acht dagen in de strafkamer, om den anderen dag te water en brood en bij herhaling met de boeijen aan.”

Wordt gevraagd het gevoelen van ieder Lid in het bijzonder.

Met eenparige stemmen heeft de raad besloten de navolgende te straffen als:

J. Smit
opsluiting in de strafkamer voor den tijd van 8 dagen om den anderen dag te water en brood; vervolgens zijne rekening oververdiensten te belasten wegens betaalde desertie kosten voor f -.60

M. Koopman
, opsluiting in de strafkamer met boeijen aan en om den anderen dag te water en brood, tot zoo lang de Permanente Kommissie besluit genomen heeft hem te kunnen verwijzen naar de Ommerschans, op grond van het door hem gepleegde vermeld in het proces verbaal van den 25 Julij 1846; wijders zijne rekening oververdiensten te belasten voor f 7.- zijnde voor betaalde premie en transport kosten.

J. Werner
en F. B. Bos, opsluiting in de strafkamer voor den tijd van 8 dagen om den anderen dag te water en brood, wijders hunne rekeningen respectivelijk te belasten voor f 4.20, zijnde voor betaalde premie en transport kosten.

Men heeft hen na vervolg doen binnen staan en hen dit vonnis voorgelezeen, waar na zij aftraden.

Niets meer te behandelen overig zijnde, wordt de vergadering gesloten.

Aldus gedaan op datum als boven
(was getekend)
C. W. Rensing, president
 Leden: A. M. J. Textor, G. H. Kuipers, J. Meijer, A. van den Berg,
J. F. Morriën, Secretaris

Voor Extract Conform
De Secretaris

BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1619

Notities bij het zittingsverslag