Extract uit het Register der Notulen van het verhandelde bij den Raad van Tucht voor Weezen, Vondelingen en Verlatene Kinderen bij het Eerste Gesticht te Veenhuizen

Zitting van vrijdag den 18 Februarij 1842


Present
J. Poelman, voorz.
A. Textor  }
G. Kuipers  }
J. Meijer     }   Leden
E. Buuck  }
en
L. Coelen
secretaris


De raad door den President geconvoceert zijnde waren alle de Leden tegenwoordig

de President opend de vergadering en maakt de raad kennelijk de bij hem ingekomen aanklagten tegen de weezen Coenraad Klijdijk wegens ontvreemding van aardappelen, Laurens ??  François wegens verkoop van een Peije broek, Twee Hemden, Een bonte doek, Een paar kousen en Een Peijen Buis en tegen Willem Waldekker wegens de verkoop van een paar kousen.-

De raad heeft de aangeklaagden ieder in het bijzonder doen binnen staan om hen in deze te horen.

Coenraad Klijdijk bekende de aardappelen van uit de kuil te hebben ontvreemd.

Gehoord hebbende Laurens Geé François bekende de Peije broek verkocht te hebben aan Jacob Bijl, en hemd aan Jelle Franken, en een id. aan de wees N. Gerritsen, de bonte doek en het paar kousen buiten de Kolonie, het Peije Buijs bleef hij ontkennen verkocht te hebben.-

De raad heeft gehoord Jacob Bijl die bekende de Peije broek van genoemde L. Gée François te hebben gekocht en die wederom voor een andere verruild met de wees V. Marchant.

Gehoord hebbende J.M. Franken bekende het hemd van gemelde L. Gée François te hebben gekocht en dat wederom te hebben overgedaan aan de wees N. Gerritsen.

Genoemde Gerritsten hebbende gehoord bekende een hemd te hebben gekocht van L. Gée François en een van L. M. Franken


De raad heeft als toen doen binnen staan Willem Waldekker die bekende zonder voorkennis zijn werk te hebben verlaten en aan een hem onbekend persoon de kousen te hebben verkocht.

Daar het dus uit hunne eigene bekentenis bleek dat het hen ten last gelegd overeenkomstig de waarheid was en zij niets ter hunner verschoning hadden in te brengen,
zoo heeft de raad met algemeene Stemmen naar aanleiding van Art 3§8 Ontvreemding, verwaarloozing en beschadiging van eens anders goed of dat der Maatschappij,  tot welk laatste mede gerekend wordt te behooren de eigen kleeding der kinderen en de bij hen in gebruik zijnde koloniale goederen,
waar op Art 4 § 8 de Straf toekend  Ontvreemding, verwaarlozing en beschadiging van eens anders goed
Dubbelde vergoeding van het ontvreemde, verwaarloosde of beschadigde uit zijn tegoed bij de Maatschappij, benevens opsluiting van één tot acht dagen in de strafkamer; om den anderen dag te water en brood, en bij herhaling met de boeyen aan-

gecondemneerd als

Coenraad Klijdijk tot opsluiting in de strafkamer om den anderen dag te water en brood met de boeyen aan  en hem te debiteren voor Eene Gulden.

Laurens Gée François tot opsluiting in de  strafkamer voor acht dagen om den anderen dag te water en brood en hem te debiteren op zijn 1/3 te goed voor de Somma van f 18.70 wegens het door hem verkochte.

J. Bijl, V. Marchant, J.M. Franken en N. Gerritsen tot opsluiting voor den tijd van 4 dagen om den anderen dag te water en brood en te debiteren op hun 1/3 te goed.-

J. Bijl voor f 6.50
V. Marchant voor f 6.50
J.M. Franken voor f 1.90
N. Gerritsen voor f 3.80

En
Willem Waldekker tot opsluiting in de strafkamer voor den tijd van acht dagen om den anderen dag te water en brood en hem te debiteren voor Eene Gulden en Zeventig Centen.

De gecondemneerden hebbende doen binnen staan is dit vonnis hen voorgelezen.-

De president brengt in omvraag of ook eenige der Leden iets hadden voor te stellen, wordt de vergadering gesloten.

Aldus gedaan te Veenhuizen als boven is gemeld.

was get. J. Poelman, voorz. A. Textor G. Kuipers J. Meijer E. Buuck
lager stond L. Coelen, secr

Voor Extract Conform
L. Coelen, secretaris

BRON:
Drents Archief, toegang 0186, invnr 1619

Notities bij het zittingsverslag