Present
J. Poelman, voorz.
A. Textor }
G. Kuipers }
J. Meijer } Leden
E. Buuck }
en
L. Coelen
secretaris
De raad door den President geconvoceert zijnde waren alle de Leden
tegenwoordig
de President opend de vergadering en maakt de raad kennelijk de
bij hem ingekomen aanklagten tegen de weezen Coenraad Klijdijk
wegens ontvreemding van aardappelen, Laurens ??
François wegens verkoop van een Peije broek, Twee Hemden,
Een bonte doek, Een paar kousen en Een Peijen Buis en tegen Willem
Waldekker wegens de verkoop van een paar kousen.-
De raad heeft de aangeklaagden ieder in het bijzonder doen binnen
staan om hen in deze te horen.
Coenraad Klijdijk bekende de aardappelen van uit de kuil
te hebben ontvreemd.
Gehoord hebbende Laurens Geé François bekende de Peije
broek verkocht te hebben aan Jacob Bijl, en hemd aan Jelle
Franken, en een id. aan de wees N. Gerritsen, de
bonte doek en het paar kousen buiten de Kolonie, het Peije Buijs
bleef hij ontkennen verkocht te hebben.-
De raad heeft gehoord Jacob Bijl die bekende de Peije broek van genoemde L. Gée François te hebben gekocht en die wederom voor een andere verruild met de wees V. Marchant.
Gehoord hebbende J.M. Franken bekende het hemd van gemelde L. Gée François te hebben gekocht en dat wederom te hebben overgedaan aan de wees N. Gerritsen.
Genoemde Gerritsten hebbende gehoord bekende een hemd te hebben gekocht van L. Gée François en een van L. M. Franken
De raad heeft als toen doen binnen staan Willem Waldekker
die bekende zonder voorkennis zijn werk te hebben verlaten en aan
een hem onbekend persoon de kousen te hebben verkocht.
Daar het dus uit hunne eigene bekentenis bleek dat het hen ten
last gelegd overeenkomstig de waarheid was en zij niets ter hunner
verschoning hadden in te brengen,
zoo heeft de raad met algemeene Stemmen naar aanleiding van Art
3§8 Ontvreemding, verwaarloozing en beschadiging van eens anders
goed of dat der Maatschappij, tot welk laatste mede gerekend
wordt te behooren de eigen kleeding der kinderen en de bij hen in
gebruik zijnde koloniale goederen,
waar op Art 4 § 8 de Straf toekend Ontvreemding,
verwaarlozing en beschadiging van eens anders goed
Dubbelde vergoeding van het ontvreemde, verwaarloosde of
beschadigde uit zijn tegoed bij de Maatschappij, benevens
opsluiting van één tot acht dagen in de strafkamer; om den anderen
dag te water en brood, en bij herhaling met de boeyen aan-
gecondemneerd als
Coenraad Klijdijk tot opsluiting in de strafkamer om den anderen dag te water en brood met de boeyen aan en hem te debiteren voor Eene Gulden.
Laurens Gée François tot opsluiting in de strafkamer voor acht dagen om den anderen dag te water en brood en hem te debiteren op zijn 1/3 te goed voor de Somma van f 18.70 wegens het door hem verkochte.
J. Bijl, V. Marchant, J.M. Franken en N. Gerritsen tot opsluiting voor den tijd van 4 dagen om den anderen dag te water en brood en te debiteren op hun 1/3 te goed.-
J. Bijl voor f 6.50
V. Marchant voor f 6.50
J.M. Franken voor f 1.90
N. Gerritsen voor f 3.80
En
Willem Waldekker tot opsluiting in de strafkamer voor den
tijd van acht dagen om den anderen dag te water en brood en hem te
debiteren voor Eene Gulden en Zeventig Centen.
De gecondemneerden hebbende doen binnen staan is dit vonnis hen
voorgelezen.-
De president brengt in omvraag of ook eenige der Leden iets hadden
voor te stellen, wordt de vergadering gesloten.
Aldus gedaan te Veenhuizen als boven is gemeld.
was get. J. Poelman, voorz. A. Textor G. Kuipers J. Meijer E.
Buuck
lager stond L. Coelen, secr
Voor Extract Conform
L. Coelen, secretaris
Notities bij het zittingsverslag