Drents Archief, toegang 0186 inventarisnummers 963 & 988.
NB: Bij het exemplaar in invnr 988 zijn later opmerkingen
bijgeschreven, vermoedelijk door dominee Johannes Sluiter bij
de voorbereiding van het nieuwe reglement van 8 juli 1829. Die
opmerkingen heb ik vetcursief opgenomen.
De Permanente Kommissie van Weldadigheid,
Overwegende, dat zoo door het overlijden van een der leden van
den Raad van Policie, als het niet aannemen der benoeming tot
lid in den kleinen raad van den Heer Schrijver, Pastoor van
Steenwijkerwold, het noodzakelijk geworden is op eene andere
gepaste wijze in de handhaving eener goede Policie in de
koloniën te voorzien.
Al verder overwegende, dat door de klagten welke door de
kolonisten bij hunne Subkommissiën en andere personen worden
ingebragt, de belangen der Maatschappij ten sterksten worden
gecompromitteerd en de verdere bloei en uitbreiding van het
Stelsel van kolonisatie wordt belemmerd.
Overwegende, dat deze klagten veelal de middelen van bestaan of
hunne behandeling betreffen, en mitsdien zoodanige voorziening
vorderen, waardoor een en ander kunnen worden voorkomen of
weggenomen.
Heeft besloten, gelijk dezelven besluit bij dezen:
Artikel 1.
In ieder der vrije kolonie zal benoemd worden een kolonist tot
gemeensman.
Deze benoeming zal plaats hebben, voor de eerste maal op den 12
September aanstaande en na het jaar 1826 op den 2 Januarij van
ieder jaar.
Artikel 2.
De gemeensman in iedere kolonie treedt jaarlijks af, maar is
weder herkiesbaar op den dag der benoeming, hiertoe wordt door
den Heer Adjunkt Direkteur een kolonist voorgesteld, de
gezamenlijke kolonisten bekrachtigen de keuze of verwerpen
dezelve bij meerderheid van stemmen.
Artikel 3.
Een gemeensman afgekeurd zijnde, wordt door den Heer Adjunkt
Direkteur een ander kolonist voorgedragen, tot zoo lang een met
volstrekte meerderheid van stemmen wordt goedgekeurd, zoo de
stemmen staken beslist het Lot.
Artikel 4.
De gemeensman is lid van den Raad van toezigt in iedere kolonie
Artikel 5.
Voor de gezamenlijke vrije kolonien wordt opgerigt een Raad van
Policie
Artikel 6.
De Raad van Policie zal zamengesteld zijn uit den Heer Direkteur
der Koloniën als President; de Adjunkt Direkteur der vrije
Kolonien der Fabrikatie en die voor het Onderwijs, benevens de 3
gemeensmannen.
De Adjunkt Direkteur voor het onderwijs fungeert als Secretaris
van den Raad.
Artikel 7.
Voor den Raad van Policie worden gebragt alle degene die door
den Raad van Toezigt eener kolonie schuldig verklaard zijn.
Artikel 8.
De Raad van Policie verklaart onschuldig of past de straf toe
bij Reglementen bepaald naar bevind van zaken en na het
beschuldigde en den beschuldigden gehoord te hebben.
Alle uitspraken geschieden bij meerderheid van stemmen.
In de kantlijn bijgeschreven: En welke zijn de feiten en
straffen Reglementen!
Artikel 9.
Van iedere uitspraak wordt aan de Permanente Kommissie een
omstandig verbaal, door de secretaris opgemaakt, en door den
President geteekend toegezonden, waarin de beschuldiging, het
bewijs en de Straf, benevens in substantie het gevoelen van
ieder Lid, behoorlijk zijn aangewezen.
Artikel 10.
Behalve de genoemde Raad van Policie wordt eene kleine Raad voor
de gezamenlijke koloniën benoemd.
In de kantlijn bijgeschreven: Deze raad is voor het
toezigt over de Administratie en zal nader afzonderlijk van
een algemeen Regl kunnen uitmaken en kunnen mitsdien de
bepalingen daaromtrent voorlopig zóó worden gelaten.
Artikel 11.
De Kleine Raad bestaat uit den Adjunkt Direkteur der vrije
Kolonién, de drie onderdirekteurs de Koloniën, en den Adjunkt
Direkteur voor het Onderwijs, die bij dezelve als Secretaris
fungeert.
De Kleine Raad vergadert iederen Zaterdag ten 2 uren
Artikel 12.
De kleine Raad is bestemd tot het aanhoren en onderzoeken van
alle klagten welke door de kolonisten zullen worden ingebragt,
zoowel betrekkelijk de middelen van hun bestaan, als wegens de
behandeling die zij van hunne Superieuren ondervinden.
Bovendien zullen alle verzoeken om verlof aan den Raad moeten
worden gedaan, en na bekomene goedkeuring aan de bekragtiging
van den Heer Direkteur worden onderworpen.
Aan niemand zal verlof verleend worden, die niet behoorlijk
gekleed voor den Raad verschijnt en aantoond van het noodige
Reisgeld voorzien te zijn
Artikel 13.
De Raad is bevoegd uit deszelfs leden of buiten den Raad eene
Kommissie te benoemen tot het plaatselijk onderzoek eener bij
haar ingebragte klagte
De Secretaris van den Raad is altijd Lid van dezer
Kommissie.
Artikel 14.
Alle klagten en bewijzen daarvoor geproduceert, het Resultaat
van het onderzoek en de genomen decisie worden in een boek
opgeteekend, en daarvan Maandelijks Copie gezonden aan de
Permanente Kommissie.
Artikel15.
Alle decisiën van den Raad worden den Heer Direkteur aan geboden
en deszelfs goedkeuring onderworpen. Vervolgens door den Heer
Adjunkt Direkteur ter executie gebragt.
Artikel 16.
Tot maatstaf voor de gegrondheid der klagten, ten aanzien van
het noodige onderhoud zal worden aangenomen, de bepaling dat
ieder huisgezin geene mindere verdiensten hebben mag dan f 3 s’
weeks en geene meerdere verdiensten vorderen dan f 3,50
wekelijks.
Artikel 17.
a Elk huisgezin waarin 2 personen gevonden worden,
die geschikkelijk deel kunnen nemen aan den veldarbeid zal geen
aanspraak hebben op meerder fabriek arbeid dan f1:50 wekelijks
b Elk huisgezin, dat wekelijks verdient f2:50 en
daarboven aan veld arbeid zal geene aanspraak hebben op meerder
fabriek arbeid dan f 1:--
c Elk huisgezin, waarin slechts een persoon gevonden
wordt die deel kan nemen aan den veldarbeid, en welke
verdiensten daaraan niet boven de f1:50 bedraagt, zal tot f1:50
fabriek arbeid gegeven worden.
d Een huisgezin eindelijk, waaruit niemand deel kan
nemen aan den veldarbeid zal de fabriekmatige arbeid tot f3:--
wekelijks kunnen opklimmen en bij gebrek aan handen of ziekte,
zal hetzelve bovendien uit de fondsen, nader te vermelden, een
billijk voorschot kunnen worden verleend.
Artikel 18.
Ten einde de verdeeling van arbeid voor de huisgezinnen tot
stand te brengen, zal voor ieder lid des huisgezins in den zomer
wekelijks worden te goed gedaan, 30 centen aan veldarbeid en 20
centen aan fabriek arbeid en in den winter 25 cent aan
veldarbeid en 25 cent aan fabriek arbeid, en daarnaar worden
afgemeten de verdiensten, aan ieder huisgezin aan te wijzen, in
deze evenredigheid echter tusschen fabriek en veldarbeid zal
eene verschikking kunnen plaats hebben tusschen de
onderscheidene huisgezinnen eener kolonie, over eenkomstig de
bepaling van het voorgaande artikel, zoodanig echter dat voor
ieder lid altijd 15 Centen aan winkelwaren wekelijks
verkrijgbaar zijn.
De wekelijksche kortinge op het arbeidsloon, zullen jaar heel
berekend worden als volgt:
voor kleeding ...................................... f 25
Administratiefonds berekend tegen
10 cent van de Gulden en dus............. 5
Brood en Reservefonds ......................
5
Totaal .............................................
35
In handen .........................................
15 voor winkelwaren
Totaal ...........................................
50
Aan iedere kolonist wordt een Zomer en Winterkaartje afgegeven,
waarop wordt aangeteekend, wat hij wekelijks aan fabriek arbeid
kan erlangen. De Adjunkt Direkteur der fabriek zal zorgen, dat
ieder kolonist den arbeid verstrekt worde, die daarop is
aangewezen, hij zal tevens Copie der Lijst, daarvan opgemaakt
erlangen.
Artikel 19.
De Raad zal zorgdragen dat ieder Kolonist behoorlijk van deze
bepaling onderrigt worde de Staat van hen, die zich wekelijks
als klagers aandienen, zal behoorlijk worden onderzocht en zoo
het blijkt dat zij wekelijks aanspraak hebben op meerdere
fabriek arbeid, dan hun verstrekt wordt, zullen deswege de
noodige vertogen aan den Heer Direkteur worden gedaan. Daar
echter in geen geval de massa der fabriek arbeid de Consumptie
behoort te boven te gaan zal de gezamenlijke som voor het
buitengewone dat boven f 1:50 geakkordeerd is, de som van f30,--
iedere week niet te boven gaan.
Artikel 20.
In den winter zal bij gesloten water, zoo er geene gelegenheid
is tot veldarbeid, voor iederen dag, dat op het veld niet kan
gearbeid worden f ,35 minder op de kleeding worden gekort.
De Raad regelt daar naar iederen Zaterdag de korting, in den
winter welke voor de afgelopen week voor kleeding plaats hebben
moet en ieder onderdirekteur zorgt , dat daar naar de weekstaten
worden opgemaakt.
Zoo de kolonist wekelijks f1:75 voor kleeding laat staan
bedraagt dat f 95,-- Zoo derft gedurende den winter volgens de
opgegevene bepaling minder gekort mogt zijn, nog altijd f 85,--
aan kleeding per huisgezin verstrekt zal worden.
In geen geval zal een kolonist niet schuldig aan pligtverzuim
minder dan 14 Stuivers aan weekgeld wekelijks ontvangen. Moet
daar entegen het verzuim aan nalatigheid toegeschreven worden,
dan zal zoodanig een zonder fout voor den Raad van Policie
gebragt en volgens e Reglementen gestraft worden.
In de kantlijn bijgeschreven: Reglementen! Welke?
Artikel 21.
Alle aanklagten over mishandelingen van geëmployeerden zullen
stiptelijk onderzocht en zoo wel van deze als van het resultaat
des onderzoeks, beneffens van het gevoelen van den raad, aan den
Heer Direkteur Rapport gedaan worden en dezelve op het wekelijks
verslag aan de Permanente Kommissie worden mede gedeeld.
In de kantlijn bijgeschreven: Dit behoort mede onder de
tucht.
Artikel 22.
Ter dispositie van den kleine raad wordt gesteld een fonds van
Reserve, groot voor ieder jaar f 500,- Dit fonds zal gevonden
worden uit den opbrengst der bakkerij boven het kostende van het
bakken van het brood.
Van dat fonds zal door de Secretaris van den kleinen Raad,
nauwkeurig rekening gehouden worden, en daarnaast bij Besluit
van den kleine Raad kleine voorschotten plaats hebbe, aan de
zoodanige, die daarop door ziekelijke of andere omstandigheden
aanspraak hebben.
Ieder die eenig voorschot uit de kas erlangt zal in het vervolg
wekelijks éénen Stuiver aan deze kas opbrengen, tot hij de hem
voorgeschotene Som heeft afbetaald, welke wekelijks op zijne
verdiensten zal worden gekort.
Ten dien einde zal iederen boekhouder maandelijks eene lijst
worden ter hand gesteld, op welke loonen kortingen moeten plaats
hebben, Alsmede zal in de kas worden gestort 3 stuivers voor
ieder huisgezin, die op het traktement der wijkmeesters worden
gekort, voor de huisgezinnen die volgens de Reglementen het
betaalde niet verdienen.
In de kantlijn bijgeschreven; heeft dit nog plaats?
Artikel 23.
Aan den kleinen Raad woordt alsmede opgedragen een tableau op te
maken wegens de meest gepaste wijze van indeeling der weezen
voor zoo verre die niet bij bepaalde huisgezinnen of
huisverzorgers behoren. Hetzelve zal na door den heer Direkteuer
goedgekeurd te zijn door denzelve aan de Permanente Kommissie
worden aangeboden en geapprobeerd zijnde, daarin geene
verandering worde gemaakt, dan met dezelve goedkeuring.
Artikel 24.
Het is overigens het verlangen der Permanente Kommissie dat aan
deze voorschriften stiptelijk en zonder oogluiking voldaan
worde, en zij houdt mitsdien de presidenten en de secretaris
ieder in het bijzonder, voor zoo verre hem aangaat persoonlijk
verantwoordelijk voor de stipste uitvoering van dit haar
besluit.
Gelijk als mede bij dezen aan den Heer Adjunkt Direkteur der
Administratien, de verpligting wordt opgelegd, om maandelijks te
constateren, of de Inspektiën bij de huishoudelijke bepalingen
voor de vrije kolonien bladzijde 42 en volgende voorgeschreven
stiptelijk worden gehouden op en in hoe verre aan de bepalingen
van dat besluit ten aanzien van de verdiensten der kolonisten
behoorlijk wordt voldaan.
Hij zal daarvan voor den 10en van iedere maand zijne Rapport
inzenden aan het Bureau van de Permanente Kommissie te S’ Hage
Artikel 25.
Op het bureau van de Permanente Kommissie te S’ Hage, zullen
door den geemployeerden Konijnburg de onderscheidene Rapporten,
in dit stuk voorgeschreven worden gecollegeerd, en een Verkort
Verslag daarvan aan ieder lid der Permanente Kommissie
maandelijks worden ingezonden, met aanwijzing welke bepalingen
al of niet behoorlijk zijn geobserveerd.
Aldus gearresteerd bij de Permanente Kommissie te Fredriksoord
den 12en Sept. 1825