Alleen samenvatting:
Nieuw gekozen gemeensmannen: S. Bollen, P. Souverijn,
A. Feskes.
Nav raad van toezicht van Frederiksoord van 17 januari:
- ingedeelde Johannes Schuurman (K1H111),
ongehoorzaamheid tegen den opziener Leloux (K1H111).
--> Ernstige vermaning
- ingedeelde Andries Geijtenbeek (K1H35), desertie.
--> Onbepaalde tijd Ommerschans.
- ingedeeldee Berendina Beumers (K1H22), onzedelijke
omgang met strafkolonist Hendrik Schepman (geen
veroordeling voor die laatste want hij zit al in de
strafkolonie).
Nav raad van toezicht van Wilhelminaoord van 24 december
1838:
- Jacob Mollevanger (k2h22) heeft een ingedeelde (Hendrik
van Elst) buiten het huis gezet en geweigerd een andere op
te nemen. --> 8 dgn strafkamer en Hendrik wordt
overgeplaatst.
Nav raad van toezicht van Wilhelminaoord van 16 januari:
- Japikje Hen, vrouw van Jacob Smit (K2H82)
dacht twee keer voor dezelfde goederen te zijn belast en heeft
boekhouder uitgescholden, in bijzijn van de wijkmeesters Croll,
Keizer en Verhagen. In het raad van toezicht
verslag blijkt boekhouder Morriën zéér ontdaan! --> 6
dgn strafkamer.
Nav raad van toezicht van Willemsoord van 18 januari:
- Kolonist Jacob H. van Oostendorp (K3H126), rogge en
stroo verkocht. Gezin naar Ommerschans.
- Kolonist Klaasen (K3H123) heeft fabrieksbaas Ten
Broeke beledigd
- ingedeelde Van Lanthem (K3H79), misbruik sterke drank
Raad van Toezigt, gehouden in Kolonie N.1 Donderdag 17 Januari
1839
De leden zijn tegenwoordig, met uitzondering van den wijkmeester J.
Aupe(?) die wegens ongesteldheid verhindert en door
zijnen ambtgenoot J Visscher vervangen.
Er worden voorgeroepen:
De bestedeling Johannes Schuurman, oud 24 jaren die
gisteren niet heeft willen voldoen aan het hem door den opziener F.
Leloux opgedragen werk, daar hij meer mest op het land bragt
als hem was voorgeschreven;
De president benevens de wijkmeester J Mulder die juist
daar omstreeks tegenwoordig waren wierden door den opziener
daarbij geroepen en heeft Schuurman toen de president die
hem tot zijnen plicht wilde brengen toegevoegd:
“gij zijt ook al een van die onderdrukkers”
Op de hem nu gedane ondervraging wie door hem meer met die
uitdrukking zijn bedoeld geworden, zegt hij alleen de
OnderDirecteur daarmede gemeend te hebben en blijft overigens een
meesterachtigen toen voeren.
Andries Geijtenbeek oud 17 jaren bestedeling uit Amersfoort,
die op den 2 Augustus jl zich heimelijk uit de Koloniën
heeft verwijderd en de 18e December weder vrijwillig is
teruggekomen.
Voor reden geeft hij op bij den Kolonist Herskamp, waar
hij ingedeeld was, geen genoegzaam eten gekregen te hebben, maar
is de Raad van het tegendeel overtuigd.
Berendina Bouwmans oud 27 jaren, bestedeling en ingedeelde
bij den Kolonist H H Rangen, die op den 6 December JL
ontijdig van een dood kind is bevallen;
Zij zegt met A Schepman, die zich als strafkolonist aan de Ommerschans bevindt onzedelijkheid te hebben gepleegd.
De Raad is van oordeel het bovenstaande aan den Raad van Policie
en Tucht te moeten onderwerpen.
Aldus gedaan in den Raad als boven.
Ondertekening
H. Faaken
J. Mulder
J H Veldmeijer
Visscher
?? Secr s
Raad van Toezicht gehouden in kolonie No 2 op maandag den 24
decemb 1838
Alle leden présent zijnde
Moetende compareeren Jacob Mollevanger, kolonist wonende
op hoeve No 22 - als hebbende zich niet ontzien om zonder
goedkeuring der Directeur zich van zijn ingedeelde Hendrik van
Elst
(ingevoegd:) op zaturdag den 22 dezer
te ontdoen en dezelve wegtezenden.
Den OnderDirecteur hiervan door den wijkmeester kennis ontvangen
hebbende, heeft zich hierop na voorn: kolonist begeven en hem
ondervraagd hebbende, hebben beiden tot antwoord van voorn:
kolonist gekregen, dat hij nimmer zoude gedogen dat de Directie
hem een ingedeelde opdragen zoude, waar voor hij zijn leven over
had.
Mollevanger voor den Raad geroepen zijnde, heeft
geantwoord, nimmer eenig ingedeelde te zullen gedoogen en met
brutale dreigementen gezegd dat hij ophield langer conversatie met
de Directie te hebben en zijn woorden die hij gezegd had vol
hield.
Raad van Toezicht gehouden in kolonie No2 op woensdag den 16
januari 1839
Compareerde voor ons de vrouw van den kolonist Smit
wonende in de 3e wijk No 82.
Welke zich niet ontzien heeft den Boekhouder dezer kolonie Morrien
op een zeer verregaande eerkrenkende wijze te beledigen en hem in
presentie van de wijkmeesters Keizer, Croll en Verhagen
voor een infame dief te verklaren met uitdrukking van de woorden -
Jijlui kan schrijven wat je wil, voor mijn part schrijf op je
klomp of op je kont Zoo als jij wilt dat is mij het zelfde.
De reden waruit deeze twist of expressien zijn voortgesproten dat
zij zegde voor f 3 of daaromtrent te zwaar belast was -,
hetwelk haar, uit haar boekje door den Boekhouder is aangetoont,
dat zulks bezijden de waarheid was -
alzoo alles conform uit kwam,
niet tegenstaande dit alles bleef zij haar gezegde volhouden, met
toevoeging van nóg andere onbetamelijke scheldwoorden, en
uitdrukkingen.
De OnderDirecteur en verdere leden dezer Raad, over dit geval zeer
ontevreden zijnde en vooral den OnderDirecteur hier zeer veel
belang in stelt - verlangt deeze te onderzoeken en naar bevind van
zaken te behandelen.
Intusschen moet de Raad de Raad van Tucht doen opmerken dat zij
andere menschen na deze tijd opzoekte, dewelke bij den Boekhouder
zijn geweest en evenals zij hun rekening in haar bijzijn opgemaakt
en accoord bevonden.
Deeze zaak van aanbelang zijnde heeft de Raad geoordeeld dit aan
de Raad van Tucht te moeten kenbaar maken.
A.H. Idserda
A. Croll
A. Keizer
J. Verhagen
P. Soeverijn
Morriën
GEEN transcriptie
Notities bij het zittingsverslag