Alle leden zijn tegenwoordig
Gelezen een proces verbaal van den raad van toezigt van kolonie No
3, van den 3e dezer, houdende beschuldiging van den kolonist A.J.
Hoomoedt, hoeve No 84, welke over zijne verloftijd was
uitgebleven, en zijne verlofpas vervalscht had.
Hoomoedt, binnengeroepen zijnde, bekent zijne misdaden, en
zoude zulks gedaan hebben omdat zijn verloftijd den 15e December
was verstreken, en hij zijnen zoon, welke zich in het huis van
Militaire gevangenen te Leiden bevindt, niet vóór die tijd
konde spreken, waarom hij zelve zijne pas verlengd had tot den
22e, zeggende niet te hebben geweten, dat hierin zooveel kwaads
gelegen was.
De raad gelet op art 2 paragraaf d en artikel 3 paragraaf 2,
waarbij verplaatsing naar de Ommerschans gesteld is, voor
hem welke de kolonien eigendunkelijk verlaat of over zijne
verloftijd uitblijft, en in aanmerking nemende, dat het
vervalschen van den verlofpas zijn misdrijf verzwaard,
Besluit
Hoomoedt voor eenen onbepaalden tijd naar die kolonie te
verwijzen.
Nog wordt gelezen een proces verbaal van den raad van toezigt van kolonie No 2, van den 25e februarij houdende beschuldiging van Aldert van Olphen oud 14 jaren, zoon van den kolonist H.F. van Olphen, welke baldadigheid in den school zoude hebben gepleegd door te wateren en te spugen op eene der lampen.
De beschuldigde binnengeroepen zijnde, verklaart door de andere
jongens wel te zijn aangespoord, om in de lamp te wateren, maar
dit niet te hebben gedaan, hebbende er slechts op gespogen.
De Raad in aanmerking nemende zijne jeugd, en dat de onderwijzer
hem hierover reeds bestraft heeft,
Besluit
hem met eene ernstige vermaning te doen heen gaan, welke hem, hij daartoe binnengeroepen zijnde, door den President gegeven wordt.
Aldus gedaan in den Raad te Fredriksoord den 11e Maart 1837,
J. van Konijnenburg
C. Hulst
Kuipers
Klaassen
Volkering
De Vries
T.J.P. van Marle secretaris
Raad van toezicht gehouden in Kolonie Nr 3
Alle leden zijn tegenwoordig
Wordt binnengeroepen den kolonist A.J. Hoomoedt hoeve 84
als beschuldigd van zijn verlofpas te hebben verlengd.
De Raad hem hieromtrent ondervragende brengt hij ter
verontschuldiging in dat zijn zoon, welke te Leiden in het
huis Militaire gevangene is, hem gaarne wilde spreken, waarna hij
zelf ook verlangde en uithoofde zulks niet dan op den 15e van elke
maand geschieden kan, besloot hij tot dien tijd zijn verlof te
verlengen.
Aldus gedaan te Willemsoord den 3 maart 1837
Raad van Toezicht gehouden den 25 februari 1837 in kolonie No 2
Alle leden present
Compareerde voor ons Aldert van Olphen oud 14 jaren zoon Hendricus
Franciscus van Olphen wonende in den 3e wijk op hoeve No 92
-
als hebbende op donderdag den 23 dezer met enige jongens de
schooldeur met geweld geopend en na in de school gekomen te zijn
heeft voorn: Aldert van Olphen zich niet ontzien in de
school lamp te wateren zoo dat dezelve dien avond onbruikbaar was.
Binnengeroepen zijnde is ondervraagd, en geantwoord, in de school
gekomen zijnde dat er reeds meer andere jongens in de school zich
bevonden, en de deur van deze school geenzins opengelopende(??)
hebbende.
Ook zegt hij geenzints in de lamp gewaterd te hebben maar door
verscheidene jongens aangespoord wierd om dit te doen doch wel op
dezelve gespogen te hebben - hetwelk hij heeft bekend
Ook zegt hij van meester Was zijn straf hiervoor te
hebben ontvangen.
Frederiksoord den 25 februari 1837
De Onderdirecteur A.H. Idserda
J. Croll
B. Molenkamp
Dit is het merk van Volkering X
Morrien
Notities bij het zittingsverslag