Vonnis 581
Burgemeester van Vledder S.J. van Royen stuurt 31 augustus 1826
een proces verbaal wegens ‘eene gedane klagte van Jochem Sleyfer
te Vledder, tegen zekere Sabelis, kolonist te Frederiksoord’, aan
‘den Heer Officier bij de Regtbank van eersten aanleg te Assen’.
De gebeurtenissen waar het over gaat zijn van maandag 28 augustus
en die avond is Jochem Sleyfer ook bij van Royen.
Als van Royen een briefje uit Assen heeft gehad, informeert hij
bij de directie en komt hij 6 september 1826 met de naam van
‘Hendrik Sabelis, oud om de 30 jaren, geboren te Haarlem en thans
kolonist in de kolonie No 1 te Frederiksoord en wonende in 't huis
no 113’.
Door de officier worden Egbert Bos en David Bos, twee slachters
uit Steenwijk, opgeroepen om te verschijnen voor de 'regtbank van
eersten aanleg, zitting houdende te Assen, oordeelende als
regtbank van correctioneele policie'.
Ook Klaas Geert Brouwer wordt opgeroepen voor de zitting die op 20
september is ‘des voordemiddags te half elf uur’.
Hendrik Sabelis wordt gedagvaard.
Daarna het zittingsverslag. Hendrik Sabelis is er niet,
dus een proces verbaal met alleen de getuigen. Op het eind gaat
het over de aanleiding, een soldeerbolt.
Getuige 1: Klaas Geerts Brouwer, 35 jaar. Kwam aan, trof de
Steenwijker voerlieden, vraagt wat er aan de hand is, 'dat zij
elkanderen wilden slaan'.
Sleyfer was aan één kant van de wagen, Sabelis kwam hen achterna,
scheldend voor schurk, oude schelm en ketellapper. Getuige sprak
Sabelis aan en die had gezegd dat Jochem een moordenaar was. Dat
hij hem met een das had willen vermoorden en dat hij met een
gestolen horologie in de zak liep.
Getuige had Jochem gevraagd of hij bij dat alles blijven moest?
Dat hij gezegd had Ja, doch dat getuige gezegd had Neen maar dat
hij wagten zou tot zij op Drentsche grond kwamen.
Sabelis ging weg. Dat getuige met Jochem Sleyfer vervolgens in een
huis een borrel had gedronken, en dat zij daar gehoord hadden, dat
de aanvaller Sabelis genaamd was en te Frederiksoord woonde.
Klaas Geerts Brouwer herhaalt zijn getuigenis en voegt er als zijn
waarneming bij 'dat Sabelis niet nuchteren scheen te zijn'.
Getuige 2: Egbert Bos, 28 jaar, Ze denken eerst 'dat die
lieden gekheid met elkanderen hadden'.
Sabelis was over de sloot gesprongen, en had Sleyfer aangezet om
daar bij hem te komen, om te slaan. Sleyfer weigerde, zeggende ik
heb daar niets bij u te maken. Toen was Sabelis weer over de sloot
gekomen, schelden voor schurk, afzetten en zulke woorden meer.
Sleyfer zeide: ik doe u niets, wat hebt gij toch met mij te maken,
dat zij vervolgens elkanderen in de halsdoek hadden gepakt, dat op
het roepen van Sleyfer om hulp, getuige hun van elkanderen had
gescheiden,
(over de oorzaak:) dat Sleijfer had gezegd, dat hij van de
beklaagde voor een soldeerbolt vijf stuivers had afgevraagd, dat
deze een stoter geboden had en dat daardoor de ruzie zoude wezen
ontstaan. Dat het hem voorkwam dat Sabelis een borrel gedronken
had.
Getuige 3: David Bos, 33 jaar, dat de beklaagde iets
dronken scheen.
Doch dat hij van Sleyfer had begrepen, dat hij voor een
soldeerbolt van de beklaagde had geeischt vijf stuivers, waarvoor
hij beklaagde twee en een halve stuiver geboden had, en dat
laatstgemelde kwaad was geweest, om dat hij volgens deze zijn
zeggen hem zoo overeischt had.
Eis vier maanden, boete twintig gulden en kosten procedure.
Schuldig.
Vonnis: Overwegende dat de beklaagde, ofschoon wettig
gedagvaard, niet is gecompareerd. vier of tien maanden
gevangenisstraf in een huis van correctie, boete 20 gulden plus
kosten procedure (25 gulden).
Daarna een betekening van het vonnis door deurwaarder Poulie.
30 september: Zijn echtgenote deelt mee ‘dat haar man zig
had geabsenteerd, zonder te weten waar hij zig ophield'.
Nadere informatie over betrokkenen |
Zie voor meer over Hendrik Sabelis en gezin op deze pagina.