Naar het overzicht
van stukken over de proefkolonie
We horen voor het eerst over zijn activiteit in het onderwijs in
een brief van 25 september 1826 van de adjunct-directeur
voor het onderwijs Jan Hessels van Wolda, zie hier. Uit
de bijlage daarbij blijkt dat hij ondermeester is geweest bij
hoofdonderwijzer Jacob Cornelis Mulder van de school in
Frederiksoord. Hoe lang hij dat werk dan al doet is niet bekend.
Hij wordt als zodanig genoemd in het jaarverslag over het
koloniale onderwijs van april 1825 tot april 1826, zie hier.
Uit de hiervoor genoemde brief echter blijkt dat hij na april 1826
en voor september 1826 bijschoolhouder is geworden van de eerste
bijschool van kolonie 2, Wilhelminaoord.
Op de pagina van het loongebouw blijkt
dat hij daarmee in 1828 behoort tot de vierde klasse van
onderwijzers en vanaf 1832 tot de vijfde klasse, allebei met een
loon van 200 gulden per jaar.
Blijkbaar is dat genoeg om een gezin te onderhouden en hij treedt
op 8 augustus 1828 in het huwelijk met Maria Magdalena
Horst, dochter van de huisverzorger Horst over wie nog een pagina
volgen zal. Hun precieze gezinsgegevens komen verderop.
Aan het bijschoolhoudersschap komt een einde als de directeur op
8 maart 1832 schrijft dat Stephanus 'van tijd tot tijd zich
in sterken drank te buiten gaat', zie deze
pagina. Volgens Stephanus wordt hij daartoe gewoonlijk door
'zijnen ouden vader' verleid. Het heeft geleid tot wangedrag in
een kroeg, waarbij 'er twist en vechterij heeft plaats gehad'.
Op 8 juni 1832 wordt daarom besloten dat hij ondermeester
wordt bij het bedelaarsgesticht aan de Ommerschans. Voor een
ondermeesterloontje en dat is maar 104 gulden per jaar. Hij staat
wel als zodanig in het mapje '1832' van de personeelsregisters in
invnr 1007, maar is doorgekrast. Volgens folio 7 van het
personeelsregister met invnr 997 loopt hij 3 september 1832 weg
van de Ommerschans en wordt hij als ontslagen beschouwd.
Daarna woont hij met echtgenote en twee kinderen in zeer
armoedige omstandigheden in 'de hutten onder Noordwolde'. Tot hij,
waarschijnlijk in samenspraak met zijn vader, een brief schrijft
aan de subcommissie van weldadigheid te Arnhem.
Die brief is (nog) niet teruggevonden, wel de brief dd 12
juni 1834 waarmee Arnhem aan de permanente commissie
verzoekt om aan zijn verlangen (om zijn vader op te volgen als
vrije kolonist) te voldoen. Invnr 149 scan 165. Zie helemaal
bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn.
Zoals gebruikelijk vraagt de permanente commissie advies aan de
directeur. Die reageert op 26 juni 1834, invnr 149 scan
426. Hij denkt dat Stephanus 'niet geheel ongeschikt' is als vrije
kolonist, te meer nog 'daar hij buiten de kolonien in behoeftige
omstandigheden verkeerende, zijne plaatsing als eene groote
weldaad beschouwen zal'.
Het wordt dus goedgevonden en per 21 juli 1834 betrekken
Stephanus, zijn echtgenote en hun twee kinderen hoeve nummer 5 als
hoofdbewoners, met zijn vader, zus Francina Louiza Christina
Molewijk en het kind van zus Antje, Sophia Gerhardina Molewijk,
als ingedeelden.
Ze staan in het stamboek Frederiksoord met invnr 1348 op scan 7,
daarna invnr 1349 scan 6, dan invnr 1350 scan 6 en invnr 1351 scan
7. Vanuit deze inschrijvingen neem ik de gezinsgegevens over:
● Stephanus Molewijk is geboren 24 augustus 1801 te
Arnhem. Hij is net als de rest van het gezin hervormd. Hij is
getrouwd met
● Maria Magdalena Horst, geboren 6 december 1804. De
stamboeken vermelden de volgende kinderen:
● Johannes Stephanus Molewijk, geboren 10 april 1829 te
Weststellingwerf (toen vader Stephanus daar nog bijschoolhouder
was),
● Johan Hendrik Zierhorst Molewijk, geboren 2 april 1831
te Weststellingwerf,
● Gerrit Hermanus Molewijk, geboren 30 juli 1834 (dus 9
dagen nadat ze de hoeve in Frederiksoord betrekken),
● Maria Johanna Molewijk, geboren 6 februari 1837,
● Johannes Jacobus Molewijk, geboren 8 augustus 1839, maar
hij overlijdt al 20 januari 1840,
● Johannes Jacobus Molewijk, geboren 20 februari 1841,
● Maria Magdalena Molewijk, geboren 2 mei 1845.
■ Vader Johannes Molewijk verlaat 14 maart 1835 met
ontslag de koloniën. Ik heb een notitie dat hij 6 maart 1840 te
Steenwijk overlijdt, maar ik kan niet terugvinden waar die
informatie vandaan komt. Als het klopt heeft hij vermoedelijk bij
dochter Gerhardina gewoond, want zoals op diens pagina vermeld
woont die dan in Steenwijk.
■ Zus Francina Louiza Christina Molewijk krijgt 5 juli 1836
drie maanden verlof om te proberen in de gewone maatschappij een
baan te vinden. Zie de
regeling waar dat op gebaseerd is. Het lukt blijkbaar want
ze keert niet meer terug.
■ Bij de tuchtraad van 11 januari 1840 krijgt Sophia
Gerhardina Molewijk (de dochter van Antje) een 'ernstige
vermaning' wegens 'traagheid in de katoenfabrijk'. Het staat
vermeld op deze pagina,
maar ik heb helaas geen transcriptie van die zitting.
■ Daarna gaat Sophia Gerhardina Molewijk op 21 oktober 1840
over naar hoeve 22 bij de bejaarde kolonist Rangen en echtgenoot.
Waarom dat is weet ik niet, misschien is er ruzie thuis, misschien
is er bij Rangen huishoudelijke hulp nodig. Ze gaat 22 juli
1841 over naar hoeve 44 bij de kolonistenweduwe Verhoeks. En
op 28 april 1842 keert ze terug bij haar familie op hoeve
5.
■ Op 27 augustus 1842 komt Johanna Jacoba Smitsart bij
hen inwonen. Zij is de moeder van Maria Magdalena Horst en staat
te boek als de weduwe Horst omdat haar man een maand ervoor is
overleden.
■ Op 14 september 1843 gaat Sophia Gerhardina weer naar
een andere hoeve. Dit keer komt ze niet meer terug, maar zal ze
bij wisselende kolonistengezinnen in huis komen. Daarbij wordt ze
ook twee keer ingedeeld bij haar nicht Gerhardina Molewijk, dus de
zus van haar moeder, zie daarvoor de pagina van Gerhardina.
Uiteindelijk zal Sophia Gerhardina op 31 december 1847 met
ontslag de kolonie verlaten.
Met een duidelijk doel, want een maand ervoor is van de kolonie
gedeserteerd Jacobus Havers. Hij is geboren 20 april 1814,
hij komt uit Den Haag en hij is twee jaar in de kolonie geweest op
kosten van ene J.van Reijendam uit diezelfde stad die daarvoor 60
gulden per jaar betaalt via een E-contract. Uitleg over
E-contracten staat op deze
pagina.
Sophia Gerhardina Molewijk en Jacobus Havers treden 7 maart
1848 te Vledder met elkaar in het huwelijk. Zeven maanden
later wordt te Dordrecht hun eerste kind geboren.
■ In het jaarverslag over het koloniale onderwijs in 1844, zie hier,
schrijft de 'opziener der scholen' op 15 januari 1845 over
de school in Frederiksoord:
'De bekwame onderwijzer J.D. Aukes, ijverig geholpen door zijnen
ondermeester J.S. Molewijk... (...)'
Blijkbaar is zoon Johannes Stephanus Molewijk het onderwijs
ingegaan.
■ Op 5 januari 1849 overlijdt Johanna Jacoba Smitsart
weduwe Horst.
■ Op 31 mei 1849 moet zoon Johannes Stephanus Molewijk in
militaire dienst. Op 1 september 1849 is hij daarvan terug en dan
gaat hij op 28 februari 1850 naar het tweede gesticht te
Veenhuizen als ondermeester op de school daar. Hetzelfde werk als
hij, zie hier boven, in Frederiksoord al gedaan had.
Op 22 februari 1853 bij agendapunt 10 besluit de permanente
commissie dat hij met ontslag van de kolonie af mag. Dat moet zich
bevinden in invnr 745 (geen scans), waar waarschijnlijk zal
blijken dat het op zijn eigen verzoek is, want hij vertrekt 26
februari 1853 en anderhalf jaar later trouwt hij als
'schoolonderwijzer' te Pesse (Ruinen).
■ Op 30 november 1852 krijgt zoon Gerrit Hermanus
Molewijk drie maanden verlof om buiten de kolonie een baan te
zoeken en hij keert niet meer terug. Volgens de kolonistendatabase
is hij voor die tijd ook actief geweest in het koloniale
onderwijs. Als hij in 1861 trouwt met een dochter van de opziener
der katoenweverij in Frederiksoord is hij van beroep 'onderwijzer'
en bij zijn overlijden in de twintigste eeuw is hij 'hoofd der
school' te Groningen. Blijkbaar hebben de zoons toch iets
overgehouden aan de tijd dat vader Stephanus Molewijk in het
onderwijs zat.
■ Op 31 januari 1853 verlaat zoon Johan Hendrik Zierhorst
Molewijk de kolonie. Hij blijft wel in de buurt, want hij trouwt
een paar jaar later te Weststellingwerf met een dochter van de
timmermansbaas van de kolonie. Als die echtgenote overleden is
trouwt hij een andere dochter van de timmermansbaas.
■ Op 19 juni 1858 vertrekt dochter Maria Johanna Molewijk
om 'te gaan dienen', maar ze is 25 augustus 1858 weer terug en
gaat pas met ontslag op 2 maart 1859. Zij trouwt een
kolonist en wordt kolonistenvrouw in Willemsoord.
■ Na 1859 staan ze in de stamboeken invnr 2999 op scan 2,
invnr 3000 op scan 3, invnr 3001 op scan 16 en invnr 3002 op scan
16.
■ Als in 1860 de kolonisten tijdelijk worden
onderverdeeld in arbeiders (die geen eigen stukje land hebben) en
vrijboeren wordt Stephanus Molewijk tot de laatste categorie
gerekend.
■ Op 26 juni 1862 gaat dochter Maria Magdalena Molewijk
met drie maanden verlof, maar op 1 september 1862 is ze weer
terug, waarna ze op 1 juli 1863 de kolonie met ontslag
verlaat.
■ Op 24 maart 1865 verlaat de laatste die nog in huis is,
zoon Johannes Jacobus Molewijk de kolonie. Hij trouwt die dag met
een dochter van Adriaan Hendrikse, voormalig onderdirecteur te
Wateren en nu winkelier in de kolonie, zie hier.
■ Op 13 december 1865 worden Stephanus en echtgenote
overgeplaatst naar hoeve 60, zie de locatie op dit
kaartje. Dus waar tegenwoordig het Dorpshuis staat.
■ Op 1 januari 1870 nemen ze een kleinzoon, een
zoon van Johan Hendrik Zierhorst Molewijk, tijdelijk in huis. Hij
heet net als zijn grootvader Stephanus Molewijk, is 10 maart 1857
geboren in 'de hutten onder Noordwolde' en blijft bij zijn
grootouders tot 1 mei 1874. Dan gaat hij naar Paasloo als
onderwijzer. Later is hij actief in Noordwolde en vanuit die
plaats meldt men mij: 'Hij komt in 1877 als hulponderwijzer naar
Noordwolde. Hij wordt in 1892 benoemd als schoolhoofd en neemt na
die benoeming in het dorp Noordwolde een zeer vooraanstaande
positie in. "De Harmonie" behoort onder zijn leiding tussen 1910
en 1916 tot de beste koren van Friesland. Hij is op 30 december
1936 overleden in Noordwolde en wordt op 2 januari 1937 begraven.'
■ Op 6 augustus 1877 overlijdt Stephanus
Molewijk, 75 jaar oud. Op 18 augustus vertrekt Maria Magdalena
Horst dan met verlof. Ik neem aan dat ze bij een van de kinderen
gaat wonen. Ze overlijdt te Weststellingwerf op 17 januari
1780, ook 75 jaar oud.