Naar het overzicht
van stukken over de proefkolonie
Gedoopt Elst 25-02-1774 (of 1773?) als zoon van Joannes Harmeling en Gerarda van Bronckhorst (in de Maatschappij-administratie komt ook 16-6-1764 voor), aankomst op de proefkolonie 5 december 1818 en dan dus minstens 54 jaar oud. Gezonden door de subcommissie van weldadigheid Groningen. Vorige beroep boerenarbeider, godsdienstige gezindheid katholiek.
Getrouwd met:
Johanna Maria Francisca Carmio (komt in de kolonie-administratie
ook voor als Johanna Hermina Karremejou of Cameo), gedoopt
21-12-1772 in Doesburg (in kolonie-administratie komt ook voor
31-12-1774) als dochter van Franciscus Ludovicus Toussein Carmio
en Maria Rosaliae Dassi.
Kinderen:
- Johanna Maria Rosa Harmeling, geboren op 12-09-1797 in Den
Helder, gedoopt (RK) op 13-09-1797 (later gevlucht van de kolonie;
zie brief Johannes 15-12-1821)
- Geertruida Maria Harmeling, geboren in 1808 in Groningen,
gedoopt op 09-12-1808 (kolonie-administratie geeft als
geboortedatum ook 16-3-09)
- Lodewijk (Leonardus) Harmeling, Geboren op 18-02-1812 in
Groningen (kolonie-administratie geeft als geboortedatum
15-2-1812)
- Pieternella Harmeling. geboren op 10-06-1815 in Groningen,
overleden op 02-02-1855 in Stad Ommen, oud 39 jaar
(kolonie-administratie geeft als geboortedatum ook 25-7-15)
- Johanna Harmeling, geboren op 08-06-1817 (?) in Groningen.
Vermoedelijk is zij een onecht kind van Johanna Maria Rosa,
geboren 11-01-1817 in Groningen.
Op een gegeven moment ook in huis:
- Frederik Rausch, geboren 27-2-1825. Wordt aangeduid als
kleinzoon, dus vermoedelijk het kind van een dochter en een later
op de kolonie gekomen zoon van kolonist Rausch.
Koloniale carrière in het kort:
Ondanks dat hij al 54 was toen hij aankwam een succesvol kolonist,
wordt eind 1821 door iemand als ‘opzichter’ genoemd, krijgt in
1822 een eigen hoeve bij de Ommerschans, blijft altijd op de
kolonie. Zijn zoon trouwt met een dochter van Gerards, volgt zijn
vader op en gaat ook nooit meer weg.
In De proefkolonie:
Bij naam op de bladzijden 72, 290, 331-332, 377. Over zijn
subcommissie iets op bladzijden 16 en 160.
Verdere informatie:
- vermeldingen van Harmeling in het archief van de Maatschappij
- enige aantekeningen over nageslacht