Naar het overzicht
van stukken over de proefkolonie





De verdere geschiedenis van Jan Burks en familie voor zover het op de kolonie speelt


Ik heb contact met mensen die onderzoek naar de familie Burks doen.
Als je die wilt bereiken moet je mij mailen en dan stuur ik dat door. De op de overzichtspagina opgenomen geboortegegevens zijn met die informatie gelijkgetrokken en dus NIET uit de wat dat betreft onbetrouwbare bevolkingsadministratie van de kolonie afkomstig.


Enkele gegevens uit hun informatie:
• De geboorteplaats Scheulen van Jan Burks ligt in België bij Diest, provincie Luik.
• Bij zijn geboorte heette hij Pierre of Pieter in plaats van Jan. Zijn achternaam was toen Borgs of Burgs. Zijn ouders waren Henria Borghs, geboren 10 oktober 1729, en Elisabeth Schepers, geboren 20 juli 1736, die 12 juli 1855 ergens in België met elkaar getrouwd zijn.
• Hij is 24 oktober 1802 te Goes getrouwd met Joanna Elisabeth Blondel, geboren 17 april 1780 te Nijmegen, dochter van Franciscus Blondel en Johanna Bedekamp.


De familie begint in Frederiksoord, maar er valt niet goed te achterhalen op welke hoeve ze toen woonden.

Per voorjaar 1822 gaan ze naar een boerderijtje in Wateren. Het gezin staat als bewoners van Wateren in een stamboek van ± 1823 tot juni 1825 dat in te slechte conditie verkeert om in de studiezaal te raadplegen, maar dat ik wel een keer op foto heb gezet:


Dat is hoeve Wateren 1 en dat is het ook nog als op grond van dit besluit alles per 1 juni 1825 opnieuw is ingedeeld. Daar zullen ze lang wonen, zie de locatie van de hoeve op dit kaartje.

Wateren is dan administratief bij Wilhelminaoord getrokken en ze staan vanaf dan in de stamboeken Wilhelminaoord met de invnrs 1352 tot en met 1354. Daarvan zijn scans, zie helemaal bovenaan de pagina hoe die scans te bereiken zijn.


In een brief van 14 mei 1831, waarvan een transcriptie staat op deze pagina, wordt Burks 'vrijboer' genoemd. Dat houdt in dat hij zijn eigen tijd indeelt en niet elke ochtend bij de wijkmeester de dagorders moet komen halen.


Op 22 september 1831 keren ze terug uit Wateren en betrekken ze hoeve 60 van Wilhelminaoord, zie de locatie op dit kaartje.


Blijkbaar beginnen ze daar met een mest-achterstand, want op de zitting van de kleine raad van 1 oktober 1831 staat dat Burks het achterstallige aan mest heeft bijgewerkt.

Maar op de zitting van de kleine raad van 14 januari 1832 wordt gemeld dat hij de afgelopen week geen mest gemaakt heeft.
NB: Dit kan best vaker voorgekomen zijn, maar ik heb van lang niet alle kleine raadzittingen transcripties of aantekeningen.


De naam van de familie Burks valt één keer bij de tuchtrechtspraak als voor de raad van toezicht van Wilhelminaoord van 28 juli 1842, bijlage 3 op deze pagina, wordt gezegd dat een andere kolonist 'nog voor korten tijd geleden aan den vrijboer Burks mede brood verkocht heeft, hetwelk door vrouw Burks zelve, van bij Van Ooijen is weggehaald geworden'.
Maar de beschuldiging is niet zo ernstig dat hij ook voor de raad van politie en tucht moet komen. Blijkbaar is hij dan nog steeds vrijboer.

Per 13 juli 1844 neemt zoon Franciscus Burks de hoeve over en dan worden Jan Burks en echtgenote Elisabeth Blondel ingedeelden bij hun zoon en schoondochter.

Daar overlijdt Jan Burks op 4 januari 1848 en Elisabeth Blondel op 10 oktober 1864.


Ze staan als bewoners van hoeve 60 (in 1853 omgenummerd tot hoeve 57) in de stamboeken Wilhelminaoord met de invnrs 1354 tot en met 1357.

Uit die stamboeken kan gehaald wanneer de kinderen uitvliegen:

Dochter Elizabeth Burks vertrekt met ontslag op 28 juni 1830. Daaraan voorafgegaan is een zitting van de kleine raad van 5 juni 1830. Dan verschijnt eerst 'Cornelis Hoogenberg, van kol 2, zoon van de wed. Hoogenberg, verzoekende, onder goedkeuring zijnen moeder, het ontslag van de kolonie, hebbende hij den ouderdom van 23 jaren bereikt'.

En meteen daarna 'Vrouw Burks van Wateren, verzoekende het ontslag van de kolonie voor hare dochter Elisabeth Burks, oud 19 jaren, die, met toestemming haren ouders, trouwen zoude met Cornelis Hoogenberg van de kolonie N2.'

Hoogenberg is beter bekend als Hogenbrink of Hogenbirk en is een zoon van de proefkolonist Hogenbrink. Op het moment dat de kwestie wordt voorgelegd aan de directeur heeft de permanente commissie blijkbaar al gezegd dat het goed is.
Het eerste kind volgt zeven maanden later, maar het huwelijk laat nog tot 20 juli 1833 op zich wachten, misschien omdat Cornelis dan 'fuselier' is. Per 9 juni 1834 krijgen ze een woninkje voor een arbeidershuisgezin in het derde gesticht te Veenhuizen. Over hun verdere geschiedenis komt nog een pagina bij de Hogenbirks.


Zoon Willem Gilliam Burks gaat eerst in schuttersdienst en gaat dan met ontslag op 26 september 1835 en trouwt die dag te Vledder met Mechtilde of Magtilda Lucassen, een dochter van de proefkolonist Lucassen uit Nijmegen.
Hun verdere geschiedenis staat op een aparte pagina, maar hier even in het kort: na een paar jaar in de gewone maatschappij komen ze in 1838 als arbeidersgezin in Veenhuizen. Ze worden in 1846 bevorderd tot hoevenaars, maar na vijf jaar weer teruggezet naar de rangen van arbeiders. Pogingen in de vrije koloniën te komen mislukken. Tot in 1861, maar dan lopen ze binnen een jaar weg.


Zoon Franciscus of Francis Burks blijft thuiswonen en trouwt vandaaruit op 10 juli 1844 te Weststellingwerf met de kolonistendochter Johanna Vogelenzang. Hun verdere geschiedenis staat op een aparte pagina maar hier in het kort: Francis wordt opvolger op de hoeve en neemt zijn ouders als ingedeelden in huis. Hij blijft zijn hele leven kolonist en overlijdt uiteindelijk in de bejaardenvoorziening van de koloniën.

Zie ook de archiefstukken over Burks of ga terug naar hun overzichtspagina.