Naar het overzicht
van stukken over de proefkolonie
Het begin van de koloniale geschiedenis van Dirk Wiemes staat op
de pagina van Jacob Baade.
Daar staat:
■ op 23 november 1818 dat Johannes van den Bosch 'een
jongen van 20 jaar' (= Wiemes) heeft ingedeeld bij het gezin van
Baade;
■ op 2 december 1818 dat Wiemes en een ander 'gepasporteerde soldaten zijn, die van een goed gedrag en steeds in de kolonie werkzaam geweest zijn'.
NB: Hoe Dirk Wiemes in de kolonie is terechtgekomen weet
ik niet. Waarschijnlijk is het eigen initiatief van hem. In latere
stamboeken staat dat hij 14 november 1818 in de kolonie is
aangekomen en dat hij dan uit Amsterdam komt.
■ op 28 augustus 1819 besluit de permanente commissie: 'het huwelijk met den aangenomen zoon (= Wiemes) van Bade toetestaan, mits voldoende aan al wat de wet desaangaande gebiedt, en onder speciale voorwaarde dat Bade consenteert de jonggehuwden in huis te nemen'.
Dirk Wiemes trouwt 7 mei 1820 met Elizabeth Smies, voordochter van proefkolonist Hubrecht de Ruiter. Dit is het aller-allereerste interne kolonie-huwelijk van zo vreselijk vele:
Vledder, huwelijksakte, aktedatum 7 mei 1820, aktenr. 4
Bruidegom: Dirk Johannes Wiemes, oud: 29 jr., zoon van Alexander Wiemes en Gesina Labrie.
Bruid: Elizabeth Smies, oud: 21 jr., dochter van Jan Smies en Levina Lamiere.
Over dat huwelijk gaat het in De proefkolonie blz 131,
166, 191 en 243. Zie voor meer over Elisabeth Smies, haar broers
en zus en haar moeder op deze
pagina.
Over de toekomst voor het jonge stel schrijft directeur Benjamin van den Bosch op 12 mei 1820, invnr 55, als hij blijkbaar niet weet dat ze al een paar dagen getrouwd zijn:
Dirk Wiemes, ingedeelde bij Bade zal binnen weinig dagen trouwen met een dochter van de kolonist de Ruiter. Beide zijn oppassende jonge lieden. Den 2 assessor, die tot huwelijk zijne toestemming gaf, zou tevens aan de Kommissie voorstellen, hem als huisverzorger over de kinderen uit Zaandam komende te plaatzen.
Huisverzorgers zijn mensen met weinig of geen eigen kinderen die
op een hoeve op meerdere weeskinderen passen.
Op enig tijdstip gaan Dirk Wiemes en Elisabeth Smies dus weg bij de familie Baade en krijgen ze een eigen hoeve. Dat is hoeve 57 van Frederiksoord, zie de locatie op dit kaartje.
Ze staan als bewoners van die hoeve in de stamboeken van
Frederiksoord:
▪ invnr 1346 (1825-1828) op scan 21,
▪ invnr 1347 (1829-1830) op scan 15 en
▪ invnr 1348 (1830-1835) op scan 59.
Zoals daar goed te zien is, wordt het huis helemaal volgeplempt
met weeskinderen. Alleen komen die niet uit Zaandam, maar veelal
uit Koog aan de Zaan, en de naam Wiemes valt dan ook geregeld op de pagina over
weeskinderen uit Koog.
Uit die pagina blijkt dat ze volgens de koloniedirectie het werk als huisverzorgers best goed doen. Er wordt van Dirk Wiemes gezegd dat hij 'een braaf en oppassend man is, en als zodanig als voorbeeld voor andere word aangeprezen'.
Een andere uitspraak is dat bij Wiemes 'zeker zoo goed als in
eenig ander huisgezin van weezen voor de kinderen wordt gezorgt'.
En dat een ex-ingedeelde wees 'meer dan eenen brief aan zijn
huisvader geschreven heeft, waarin hij deezen zijn vriend noemt en
hem voor genotene weldaden bedankt'.
Verder: 'Bij D. Wiemes zijn de ruimste middelen van bestaan, ook
daar is altijd een varken geslagt en een op het hok, meede twee
goede koeijen etc.'
Maar ook: 'Zoude men meer bepaalt op het gedrag der
huisverzorgers Kok, Smit en Wiemes willen letten dan voorzeker
zijn den beiden eerst genoemden onder de wezenlijke zedelijke
brave menschen te rangschikken, terwijl ik bekennen, het Wiemes
niet tot deze behoort'.
Maar uiteindelijk zijn ook de notabelen uit Koog aan de Zaan heel
erg tevreden als ze het huishouden Wiemes-Smies bezocht hebben.
Ondertussen groeit ook hun eigen gezin en dat ga ik eerst even
doen:
● Dirk Johannes Wiemes, volgens de kolonieadministratie
geboren 30 juni 1795, maar volgens zijn huwelijksakte is hij in
1791 geboren en volgens zijn overlijdensakte op 30 juni 1793. Hij
is net als de rest van het gezin hervormd. Hij is getrouwd met:
● Elisabeth Smies, geboren 13 september 1799. De
stamboeken melden de volgende kinderen:
● Levina Johanna Wiemes, geboren 14 mei 1821 te
Frederiksoord,
● Maria Catharina Wiemes, geboren 12 augustus 1823 te
Frederiksoord,
● Cornelia Johanna Wiemes, geboren 15 november 1826 te
Frederiksoord,
● Gezina Louisa Wiemes, geboren 16 april 1830 te
Frederiksoord,
● Elizabeth Franciska Wiemes, geboren 3 september 1835 te
Ommerschans en
● Alijda Magdalena Wiemes, geboren 4 december 1839 te
Veenhuizen, maar zij overlijdt al 5 mei 1840.
Je kunt het huisverzorgen echter ook te goed willen doen. Bij de
raad van toezicht van Frederiksoord ven 'Donderdag den 16e
September 1830 des Namiddags ten 5 Uur', bijlage 1 op deze pagina,
blijkt dat Elisabeth Smies wat rogge geruild heeft voor brood 'ten
einde in de behoeften van haar talrijk huisgezin te voorzien, en
daardoor het gemor en de klagten van de bij haar Ingedeelden te
doen bedaren'.
Ze voegt er aan toe dat ze 'het niet voor haar zelve of eigenen
kinderen zoude gedaan hebben, maar alleen om de, aan haar
Verzorging toebetrouwden te Vreede te stellen'.
Aan dat motief heeft het uit employés bestaande gedeelte van de
tuchtraad, hoger op dezelfde pagina als de raad van toezicht, geen
boodschap. Ze stellen voor het gezin van Wiemes voor onbepaalde
tijd te verbannen naar de strafkolonie op de Ommerschans. En dat
is ook het besluit dat de permanente commissie neemt.
Blijkens dit
overzicht komen ze op 1 oktober 1830 in de
strafkolonie aan. Ze staan nu in de registers van strafkolonisten,
waarvan geen scans zijn. Voor de invnrs zie bij het overzicht.
Na anderhalf jaar worden ze vrijgelaten, dat wil zeggen: ze
worden per 1 februari 1832 niet meer beschouwd als
strafkolonisten, maar als een arbeidershuisgezin. Daarmee behoren
ze tot de eerste arbeiders die niet in Veenhuizen wonen, zie
enkele algemene notities
over die bevolkingscategorie.
Ze staan nu in het register van arbeidershuisgezinnen op de
Ommerschans in invnr 1584, waarvan ook geen scans zijn. Maar ze
worden ook als zodanig genoemd op overzichten in invnr 140 scan
437, 'Sterkte der arbeidershuisgezinnen op 25 september 1833', en
in invnr 163 scan 436, 'Arbeidersgezinnen op de schans per 25
september 1835'.
Uit alles blijkt dat Dirk Wiemes een van de betere werkers op de
kolonie is en zo wordt er ook over hem geschreven op de
Ommerschans. Echtgenote Elisabeth Smies klust bij door het
schoolgebouw, dat tevens als kerk dient, schoon te maken. Maar dat
laatste brengt problemen.
Op de
zitting van de tuchtraad van de Ommerschans van 22
december 1835 komen beschuldigingen aan de orde dat de
hoofdonderwijzer van de Ommerschans 'met de huisvrouw van den
Arbeiders Kolonist Dirk Wiemes op eene gemeenzame wijze zoude
verkeeren'.
Die hoofdonderwijzer is Haaije Hoogstra, zie over hem deze
pagina. Het verhaal wordt ook verteld in De strafkolonie
blz 161-163, het schijnt ook tot onenigheden in het huishouden te
leiden en uiteindelijk zijn het de mensen die de beschuldigingen
hebben geuit die gestraft worden.
Op 21 oktober 1837 worden ze overgeplaatst van de
Ommerschans naar een woning voor arbeidershuisgezinnen in het
eerste of kindergesticht te Veenhuizen. Om precies te zijn woning
33 en omdat ze niet door een subcommissie gezonden zijn, staat er
bij dat ze geplaatst zijn door 'de permanente commissie zelve'.
Ze staan nu in de registers van arbeidershuisgezinnen:
▪ invnr 1574 (1834-1847) op scan 47
▪ invnr 1575 (1848-1859) op scan 90.
Daar loopt het huis langzaam leeg:
■ Levina Johanna Wiemes vertrekt met ontslag 17 augustus 1839.
■ Maria Catharina Wiemes vertrekt met ontslag 20 augustus
1842.
■ Cornelia Johanna Wiemes vertrekt om 'te gaan dienen' op 1
november 1845.
■ Gezina Louisa Wiemes doet hetzelfde op 10 januari 1847.
Dan is alleen de op de Ommerschans geboren Elizabeth Franciska
Wiemes nog in huis.
■ Op 26 februari 1852 overlijdt echtgenote Elisabeth
Smies.
■ Op 24 april 1854 overlijdt Dirk Johannes Wiemes.
■ Enkele dagen erna, 28 april 1854, vertrekt de nu wees
geworden dochter Elizabeth Franciska Wiemes. Dan is iedereen uit
het gezin van de kolonie verdwenen.