De familie Welsch duikt op in het designatieregister dat loopt van
1 april 1824 tot 31 maart 1825, zie deze pagina bij
nummer 55. De subcommissie van weldadigheid Amsterdam
draagt tien gezinnen voor om als arbeidershuisgezin in Veenhuizen
te worden geplaatst. Zie algemene opmerkingen over die
bevolkingscategorie en vandaar kun je doorklikken naar een pagina
waar de eerste arbeidershuisgezinnen in het derde gesticht op
staan.
Aankomst
Op 20 januari 1825 gaat de Maatschappij akkoord met dat voorstel, twee maanden later, op 20 maart 1825, geeft ze het sein dat ze kunnen komen en vier dagen later zijn ze in Veenhuizen.
Onder hen Johan Frederik Welsch, met echtgenote en vier kinderen. Ze komen in eerste instantie in een woninkje aan de buitenkant van het tweede etablissement. Dat tweede gesticht staat dan nog voornamelijk leeg in afwachting van weeskinderen. Die komen echter niet en dan wordt besloten er een bedelaarsgesticht van te maken en op 23 en 24 mei 1825 komen de eerste bedelaars vanuit de Ommerschans aan en nemen hun intrek in de slaapzalen aan de binnenkant van het tweede gesticht.
Van hun verblijf daar is geen registratie bewaard gebleven. Wel
als ze in het derde gesticht gevestigd worden. We komen ze
als bewoners van woning 95 van het derde gesticht tegen in
het register van arbeidersgezinnen met invnr 1572 op scan 103. Zie
bovenaan de pagina hoe die scans te bereiken zijn.
Gezinssamenstelling
Van hier neem ik de gegevens over, met de kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen zijn van een particuliere organisatie en dus GEEN officiële bron waarop blindgevaren mag worden.;
● Johan Frederik Welsch zou volgens de lang niet altijd betrouwbare kolonieadministratie geboren zijn op 25 oktober 1784. Zijn echtgenote is:
● Maria Barends, hier geschreven als Barens, geboren 9 oktober 1785. Hun kinderen:
● Jan Frederik Welsch, geboren 23 december 1812,
● Jacob Welsch, geboren 28 november 1814,
● Willem Welsch, geboren 21 mei 1817,
● Maria Welsch, geboren 28 september 1824, en
● Anna Maria Welsch, geboren op de kolonie Veenhuizen 30
mei 1827.
Naar de vrije kolonie
Zoals in de laatste kolom vermeld wonen ze drie jaar in Veenhuizen als het gezin, met dank aan de subcommissie van weldadigheid Amsterdam, wordt bevorderd tot vrije kolonistengezin. Ze komen per 21 maart 1828 terecht in de kolonie Willemsoord. Ze staan in het stamboek van Willemsoord met inventarisnummer 1358 op scan 9.
Uit het geknoei helemaal links lijkt het of ze eerst op hoeve 17
wonen en dan op hoeve 132, al maakte de vermelding in het register
van arbeidersgezinnen al melding van 'hoef 132'. Het
daaropvolgende register van Willemsoord heeft invnr 1359, zie scan
31. Ze wonen nu zeker op hoeve 132, zie voor de locatie daarvan dit
kaartje.
Het nadeel van die locatie is dat het valt onder wijkmeester
Christiaan Adrianus Koppe en dat is niet de makkelijkste. Zie over
hem de pagina Koppe.
Neus wrijven
Het komt op 19 oktober 1828 tot een stevig conflict. Dat
wordt door vrouw Welsch - hier aangeduid als Wels, wat lastig is
omdat er ook een ingedeelde uit Amersfoort met de naam Jacoba Wels
in Willemsoord is - medegedeeld op de kleine raad van zaterdag 25
oktober 1828, zie halverwege deze pagina. Er wordt een
commissie gevormd om de kwestie te onderzoeken en die doet een
paar dagen later minutieus verslag, zie lager op dezelfde pagina.
Duidelijk is dat vrouw Welsch 'in drift vervoerd' is geraakt over
ongelijke behandeling nadat ze haar zoons niet naar het
aardappelrooien op de kolonie had laten gaan. Als vader Welsch
merkt dat zijn vrouw en de wijkmeester elkaar voor de meest
verschrikkelijke dingen staan uit te schelden, komt hij er op af.
Hij heeft 'zijne vrouw met geweld naar huis gezonden' en gaat voor
de wijkmeester staan waarop die met zijn neus tegen die van Wels
begint te wrijven.
Verhuizing
Het incident Koppe-Welsch wordt verhaald op pagina 54 van De
strafkolonie. Uit het onderzoeksverslag van de commissie,
die een verzoenende toon aanslaat, wordt ook duidelijk dat de
familie naar een andere hoeve is gegaan, hoeve nummer 115.
Dat is gebeurd op 24 oktober 1828, Zie de locatie op dit
kaartje. Dat schijnt een betere hoeve te zijn, die bovendien
in een andere wijk ligt.
Terug naar Veenhuizen
Het duurt maar een jaar. Op 22 november 1829 worden ze
weer gedegradeerd van vrije kolonistengezin tot
arbeidershuisgezin. Waarom dat is weet ik niet. In het reglement
van tucht, afgedrukt op deze
pagina, staan bij artikel 3 paragraaf 4 de overtredingen
waardoor je 'onder de arbeiders in Veenhuizen' geplaatst kan
worden, maar ik heb geen tuchtzaak gevonden waarin Welsch terecht
moest staan.
We vinden ze nu een pagina eerder in het hiervoor al genoemde
register van arbeidersgezinnen met invnr 1572 op scan 103. Als
overplaatsdatum staat hier 13 november, maar dat scheelt niet zo
veel met het genoemde 22 november, Ze wonen blijkbaar weer in het
derde gesticht, nu in woning 56.
1830
De inschrijving loopt door in het register van arbeiders met invnr 1573 scan 14. Terwijl ze daar zitten komt er 20 mei 1830 een brief van de provinciale commandant van Groningen en Drenthe dat Johan Frederik Welsch te kennen heeft gegeven dat hij in militaire dienst wil. Onduidelijk is of de vader bedoeld wordt of de zoon Jan Frederik.
Zie hier voor een
scan van de brief. Aan de zijkant en onder de brief staat
gekrabbel dat deels over Welsch gaat, maar dat ik niet kan
ontcijferen. Voor liefhebbers: bovenaan de brief staat dat hij
door de permanente commissie wordt behandeld op 29 mei 1830 onder
agendapunt N4 en op 24 juni 1830 onder agendapunt N4. Dat moet te
vinden zijn in respectievelijk invnr 376 en 377.
Vertrek
Of dat militaire dienstgedoe er iets mee te maken heeft weet ik niet, maar ze gaan met ontslag. Volgens een losse notitie in inventarisnummer 191 scan 274 in, wordt over hun ontslag een besluit genomen in de vergadering van de permanente commissie op 30 oktober 1830 onder agendapunt N46. Voor liefhebbers: invnr 382. Op 28 november 1830 verlaten ze de kolonie en ze keren nooit meer terug.