De vrijage tussen het gemeentebestuur van Weesperkarspel en de koloniën van weldadigheid duurt maar een paar jaar, dan houdt het ineens op

Het gemeentebestuur van Weesperkarspel en de permanente commissie van de Maatschappij van Weldadigheid sluiten het contract D4. Zie een uitleg over D-contracten. Het gemeentebestuur tekent tekent 30 september 1821, de permanente commissie 5 oktober 1821.


Met dat contract kan Weesperkarspel zes wees- of armenkinderen in de vrije koloniën plaatsen. Die zes arriveren op 31 oktober 1821. In invnr 1343 bevindt zich een nominatieve staat van aankomst. Daarvan zijn geen scans dus we moeten het doen met mijn gebrekkige fotootje:


Drie kinderen Smalling en drie kinderen Rave. In de kolonieadministratie is nergens een geboortedatum of leeftijd vermeld en dus heb ik mijn toevlucht genomen tot wiewaswie en genealogieën op internet;

Wie o wie?

Gijsje Smaling (dus met één 'l') is 20 maart 1808 gedoopt te Vreeland,
Teuntje Smaling kan ik op wiewaswie niet vinden,
Ariaantje Smaling is volgens haar huwelijksakte geboren 28 mei 1812 in Weesp.

Ze zijn dochters van Jacob Smaling en Niesje van der Veen, welke laatste is overleden 29 november 1814 te Weesp

Grietje Rave is geboren 25 augustus 1805 in Weesperkarspel,
Elizabeth Rave is geboren 23 mei 1808 in Weesperkarspel,
Jan Rave is gedoopt op 3 december 1809 in Weesp.

Alles Stamboom Raven, Blaricum Ze zijn kinderen van Jan Rave, overleden 8 juli 1814 in Weesp, en Ariaantje van Oosten, overleden 15 november 1816 in Weesperkarspel.

Wilhelminaoord

De zes worden volgens de aankomststaat ondergebracht in de kolonie Wilhelminaoord op hoeve 67 bij de huisverzorger Walther. Over die laatste kan ik niets vinden, maar de kolonistendatabase meldt dat hij F.K. Walther heet.

Uit die periode zijn geen stamboeken bewaard gebleven. Het enige is een lijst in het maandblad van de Maatschappij met oogstresultaten uit de kolonie Wilhelminaoord, zie hier, maar daar staan bij hoeve 67 geen bijzonderheden.

Uitgemunt

De kinderen komen alle zes voor op de lijst van 'scholieren, welke in den jare 1822 door gemaakte vorderingen en een goed gedrag bijzonder hebben uitgemunt', invnr 64 scans 178-179. Zie helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn.

Volgens de kolonistendatabase wordt huisverzorger F.K. Walther op 5 april 1823 ontslagen, maar waar dat vandaan komt weet ik niet.

Andere destinatie

Verder lijkt er niets mis met het koloniale bestaan van de kinderen tot op 3 april 1824, invnr 69 scan 26, het bestuur van Weesperkarspel schrijft dat zij 'eene andere destinatie hebben' voor de drie kinderen Smaling, die zij als Smalling blijven aanduiden. De permanente commissie noteert op de brief dat ze een antwoord stuurt op 13 april en dat zal waarschijnlijk inhouden dat Weesperkarspel maar moet zeggen hoe ze de kinderen komen ophalen.

Dat duurt even, op 12 juli 1824, invnr 70 scan 79, meldt Weesperkarspel dat ze voor het ophalen van de kinderen de veldwachter zullen sturen. Verder zullen ze 'de thans vacerende plaatsen, welke voor onze rekening blijven, zo spoedig mogelijk weder tragten te vervullen'.

Maar dat laatste gebeurt niet. Als Gijsje Smaling, Teuntje Smaling en Ariaantje Smaling de kolonie hebben verlaten, blijven hun plekken leeg.

Buiten effect gesteld

Sterker nog, op 16 oktober 1824, invnr 71 scan 132, schrijft Weesperkarspel dat de familie van Grietje Rave, Elizabeth Rave en Jan Rave ''zich in staat gesteld ziet geheel in het onderhoud van die kinderen te voorzien, en zich aan het Bestuur heeft geadresseerd met verzoek dezelve aan hun worden overgelaten'.

Ze vragen daarom het ontslag van die kinderen en voegen eraan toe dat ze zich graag ontslagen zagen 'van het bestaand doch thans buiten effect gesteld contract'.

De reactie van de permanente commissie op 28 oktober 1824 heb ik niet gezien, maar zal waarschijnlijk inhouden dat het contract niet zo makkelijk op te zeggen valt.

Pas april 1825

Op de een of andere manier gaat het ontslag voorlopig niet door. Het duurt tot 3 april 1825, invnr 73 scan 42, dat de directeur der koloniën over de kinderen, die hij slordig 'Ravers' noemt, schrijft aan de permanente commissie:


Voorts heb ik de eer ter kennis van de Permanente Kommissie te brengen dat zich bij mij hebben vervoegt de veld wagter van Weesper karspel en de broeder der kinderen Grietje, Jan en Elisabeth Ravers, gevestigt in kol. N4 voorgevende dat die kinderen zouden zijn ontslagen en zij gekomen waren dezelve aftehalen;

daar ik mij intusschen niet herinner dien aangaande eenig berigt van de Permanente Kommissie te hebben ontvan­gen, is daar aan geen gevolg gegeven, doch op hun herhaald verzoek een verlof voor veertien dagen toegestaan:

aangenaam zal het mij wezen hierom­trent eenige inligting van de Permanente Kommissie te ontvangen.

Ontslag

Het gemeentebestuur van Weesperkarspel schrijft vervolgens op 10 april 1825, invnr 73 scan 90:

Ingevolge de met UEd. Commissie gehouden correspondentie heeft het gemeente bestuur den veldwachter gezonden om de drie kinderen welke alsnog in de kolonie Frederiksoord van wegen deze gemeente besteed waren, aftehalen, dan deze heeft aldaar vernomen, dat zij niet ontslagen waren, echter is hun een verlof van veertien dagen verleend.

Wij verzoeken UEd. derhalve thans aan de directie in die colonie de noodige orders tot het ontslag van die kinderen te willen geven.


Daarmee zijn dus alle zes de kinderen uit Weesperkarspel van de kolonie verdwenen. Wat er met het contract gebeurt weet ik niet. Ik kan me niet goed voorstellen dat de Maatschappij eraan vasthoudt en Weesperkarspel dwingt er voor te blijven betalen.

Reijer van Westening Vuist

Maar in 1835 begint het contract ineens weer te werken. Volgens het stamboek van alle op contract geplaatste koloniebewoners met invnr 1389 scan 280 wordt dan in de kolonie geplaatst:

Reijer van Westening Vuist, geboren 14 februari 1816, hervormd.

Hij wordt op 19 augustus 1835 geplaatst in het kindergesticht te Veenhuizen op basis van contract D4 met het gemeentebestuur van Weesperkarspel. Hij komt voor de tuchtraad van 23 april 1836 wegen het 'te zoek maken van zijn peyen buis en broek'. Tenslotte vertrekt hij uit Veenhuizen met ontslag op 21 juni 1842.

Dirkje Hendriks

Dan is het weer vijf jaar stil en op 3 april 1847 wordt geplaatst:

Dirkje Hendriks, geboren 28 december 1840, hervormd.

Ze wordt bij diverse gezinnen in Frederiksoord en Wilhelminaoord ingedeeld en neemt de benen als ze vijftien is, op 30 mei 1856 deserteert ze van de kolonie. Daarna wordt van het contract helemaal niets meer vernomen.