Ze worden met de vermelding 'hervormd' ingeschreven op hoeve 123
in het stamboek van Frederiksoord met invnr 1348, scan 125. Zie
helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn. Vanaf
die pagina neem ik de familie-gegevens over. Houd er rekening mee
dat dat dus wel kolonieadministratie is, die lang niet altijd
klopt waar het gegevens van vóór de aankomst in de kolonie
betreft!
Gezinssamenstelling
● Jan Vossebelt is volgens die kolonieadministratie
geboren in 1784. Van onderzoeker Louis Vosmeijer begrijp ik dat
hij in zijn vroegere leven heeft gewerkt als kastelein (1820),
herbergier in den Rozengaard te Diepenveen en landbouwer (1827).
Uit dezelfde bron komt dat Jan Vossebelt eerder, in 1806, getrouwd
is geweest met Aaltjen Wagenvoorde, die in 1819 is overleden.
Sinds 1820 is zijn echtgenote:
● Johanna Wilhelmina Derksen, geboren 1797.
Ze hebben bij hun aankomst de volgende kinderen bij zich:
● Teunis Hendrik Vossebelt, geboren 24 februari 1821,
● Hermanna Lammerdina Vossebelt, geboren 26 oktober 1822,
● Maria Johanna Vossebelt, geboren 4 mei 1826,
● Wilhelmina Lamberta Vossebelt, geboren 3 september 1827,
● Johanna Berendina Vossebelt, geboren 18 juni 1829, en
● Jan Willem Vossebelt, geboren volgens de
kolonieadministratie 14 september 1830. maar volgens genealogische
onderzoekers op 23 september 1830.
Ze blijven niet lang op deze hoeve, op 22 oktober 1832 gaan ze over naar hoeve 82. Dat staat in hetzelfde stamboek en voer rechtsonder het scannummer 84 in. Er komt een kind bij:
● Berendina Hendrika Vossebelt, geboren 1 april 1833.
Bevordering
Ze krijgen per 16 juni 1833 ook een ingedeelde in huis, Harmen
Hermanus Lagerweij, geboren 22 mei 1818, al sinds 14
augustus 1825 op de kolonie en net als zij afkomstig uit Deventer.
Volgens de Kleine Raad van 17 november 1832, zie hier, had Jan
Vossebelt al enkele maanden na aankomst een tekort op zijn
roggeoogst, wat hem een brood kost. Maar blijkbaar zijn de verdere
ervaringen met hem alleen maar positief, want per 9 augustus
1833 wordt hij bevorderd tot hoevenaar bij de Ommerschans en
dat is het hoogste dat een kolonist kan bereiken, alleen weggelegd
voor de allerbeste landbouwers. Het is heel bijzonder dat een
kolonist al zo snel na zijn aankomst tot hoevenaar bevorderd
wordt. Na 15 maanden kolonie hoevenaar worden mag je gerust een
bliksemcarrière noemen.
Hoevenaar
Daarna is het gezin te volgen in de registers van hoevenaars en
die staan niet op alledrenten.nl maar wel op bonmama.nl. Voor het
register 1832-1835, invnr 1584, zie hier.
Ze staan onderaan het eerste beschreven vel, ze bewonen blijkbaar
hoeve 3. We zien dat de ingedeelde Harmen Hermanus Lagerweij met
ze is meeverhuisd en er komt weer een kind bij:
● Hendrika Johanna Vossebelt, geboren 25 maart 1835.
Aankomst Hillegonda Klasina
Het gaat verder in het register van hoevenaars van 1836-1847, zie
invnr 1582 op bonmama.
Ook hier staan ze helemaal vooraan, maar er gebeurt nu een
heleboel. Achtereenvolgens:
■ Op 17 mei 1837 gaat de ingedeelde Harmen Hermanus Lagerweij in militaire dienst. Hij heeft dus bijna vier jaar bij het gezin gewoond.
■ Dan wordt op onbekende datum in 1837 in huis opgenomen
Hillegonda Klasina Vossebelt. Als zij later trouwt wordt vermeld
dat ze een dochter is van Jan Vossebelt en Johanna Willemina
Derksen, maar blijkbaar was zij eerst in Deventer achtergebleven.
Ze is geboren op 12 februari 1824.en die geboortedatum past wel
mooi in het bovengenoemde rijtje kinderen. Volgens een aantekening
heeft de permanente commissie op 26 juni 1837 bij agendapunt 17
een besluit genomen over haar opname. Dat moet in invnr 461
zitten, maar heb ik niet bekeken.
Geboorte,overlijden en ingedeelde
In 1838 wordt er nog een zoon geboren:
● Dirk Jan Vossebelt, geboren 16 april 1838.
■ Op 6 oktober 1838 overlijdt zoon Teunis Hendrik Vossebelt, zeventien jaar oud.
■ Op 2 februari 1839 krijgen ze weer een ingedeelde, vermoedelijk
om meer mannelijke arbeidskracht in huis te hebbeb, Jan Bakker,
nummer 369B, geboren 18 april 1819, sinds 5 december 1827 op de
kolonie en oorspronkelijk afkomstig uit Middelburg. Maar op 4
april 1840 verlaat hij de kolonie al met ontslag.
Verkeersovertreding
■ Wat er in het stamboek niet bij staat, is dat Jan Vossebelt op
23 april 1840 een verkeersovertreding maakt die eerst bij het
kantongerecht en in hoger beroep bij de arrondissementsrechtbank
terechtkomt. Hij weigert uit te wijken en blijft eigenwijs op de
verkeerde weghelft rijden. Van het hoger beroep heb ik de transcriptie van
het vonnis. Het geheel wekt de indruk dat Jan Vossebelt die dag
met het verkeerde been uit bed is gestapt.
■ Op 27 juni 1840 gaat Maria Johanna Vossebelt ervandoor zonder
toestemming van de koloniedirectie te vragen, ze deserteert. Maar
op 17 december 1840 is ze weer terug. Er staan geen aantekeningen
bij dat ze gestraft is, wat normaliter bij de Maatschappij van
Weldadigheid na een desertie wel het geval is.
Hillegonda Klasina naar
Wilhelminaoord
■ Op 12 mei 1840 gaat de drie jaar eerder in huis genomen
Hillegonda Klasina Vossebelt dienen. Dat blijkt te zijn
in Wilhelminaoord als dienstmeid bij de adjunct-directeur voor de
vrije koloniën Coenraad Hulst. Ze treedt daardoor ook op als
getuige in de zaak tegen Johannes Hermanus Kniesenburg als die
kolonist op 6 februari 1843 haar werkgever met een mes heeft
gestoken. De getuigenverklaring is te bereiken via deze pagina. Zie ook pagina
234 van De strafkolonie.
Blijkbaar wordt zij in de wandeling Genda genoemd, en wordt er in
het op de kolonie altijd omvangrijke roddelcircuit getwijfeld aan
haar eerbaarheid, want de Raad van toezicht van Frederiksoord van
18 april 1844 (bijage 2 op deze pagina) gaat
erover dat een vrouw gezegd zou hebben: 'Genda had hare gouden
oorbellen verdiend met een valschen eed voor den Heer Hulst te
doen en met haar kont.'
Uittocht
Na haar vertrek begint echt de uittocht van dochters uit huize
Vossebelt:
■ Op 12 mei 1841 staat bij Hermanna Lammerdina Vossebelt dat
zij is gaan dienen.
■ Op 22 november 1842 staat bij Maria Johanna Vossebelt dat
zij is gaan dienen.
■ Op 26 juni 1843 staat bij Wilhelmina Lamberta Vossebelt dat zij is gaan dienen.
■ Op 4 mei 1845 staat bij Johanna Berendina Vossebelt dat zij is
gaan dienen, maar zij keert op 21 juni 1845 alweer terug.
Overlijden en nieuwe ingedeelde
En dan overlijdt vader Jan Vossebelt op 22 november 1845,
zie op bonmama.
■ Op 1 februari 1847 verlaat Johanna Berendina Vossebelt opnieuw,
net als in 1845, het uitgedunde gezin, maar eveneens opnieuw keert
zij 1 mei 1847 terug.
Ze woont er dan samen met moeder Johanna Wilhelmina Derksen die
inmiddels in de boeken staat als de weduwe Vossebelt, haar
broertjes Jan Willem en Dirk Jan en haar zusjes Berendina Hendrika
en Hendrika Johanna. Het is jammer dat zo'n stamboek de roepnamen
niet geeft, want dan zouden ze allemaal misschien makkelijker uit
elkaar te houden zijn.
Per 18 oktober 1847 wordt aan het huishouden toegevoegd Reinier
van Nispen, een wees uit Veenhuizen wiens schriftje met
herinneringen aan zijn leven is afgedrukt in De kinderkolonie.
Over zijn verblijf bij de weduwe Vossebelt en een andere weduwe op
de Ommerschans schrijft hij: 'Ziedaar weder een nieuwe loopbaan en
daarover in bijzonderheden te treden mag ik niet, niet, alleen zij
aangemerkt dat ook hier lief en leedelkander afwisselden.'
Huwelijk Hillegonda Klasina
Op 31 oktober 1847 trouwt de al vaker genoemde Genda oftewel
Hillegonda Klasina Vossebelt. Ze is dan 23 jaar en haar
huwelijkspartner is de 42-jarige Martinus Uhl, oorspronkelijk een
kolonistenzoon uit Bergen op Zoom maar nu al jarenlang de
hoofdonderwijzer van Wilhelminaoord. Voor hem is het zijn vierde
huwelijk, hij is al drie keer weduwnaar geweest.
Ze zal regelmatig kinderen krijgen en na 1859 haar echtgenoot
volgen als hij in Meppel gaat werken. Zie over Martinus Uhl en de
kinderen van Hillegonda Klasina deze pagina op het
onderwijsgedeelte.
1848 - 1851
Het volgende stamboek van hoevenaars loopt van 1848 tot 1859, zie
invnr 1583 bij bonmama.
Er staat een heleboel bijgeschreven:
■ Op 1 augustus 1848 gaat de ingedeelde Reinier van Nispen weg omdat hij trouwt en een eigen hoeve krijgt.
■ Op 3 augustus 1850 gaat Johanna Berendina Vossebelt voor de derde keer uit dienen, en op 1 september 1850 keert ze voor de derde keer terug. Haar zusjes zijn resoluter wat betreft het uit huis gaan:
■ Op 3 juli 1851 gaat Hendrika Johanna Vossebelt dienen, en
■ Op 12 november 1851 gaat Berendina Hendrika Vossebelt dienen en
ze keren allebei niet meer terug.
Onzedelijke omgang
Op 30 november 1854 behandelt de tuchtraad voor
bedelaarskolonisten op de Ommerschans een zaak tegen ene
Franciscus Reekstal die onzedelijk zou zijn omgegaan met Johanna
Berendina Vossebelt, 'dochter van de Weduwe Vossebelt alhier'.
Zoiets levert normaliter ook een veroordeling op voor Johanna Berendina. Die ben ik niet tegengekomen, maar moet er wel zijn want ze komt in de strafkolonie terecht. Blijkens dit overzicht wordt zij daar op 20 december 1854 opgenomen. Twee maanden later, op 26 februari 1855, schenkt zij volgens hetzelfde register het leven aan een zoontje, Teunis Hendrik Vossebelt, zodat er aan de onzedelijke omgang ook niet meer getwijfeld hoeft te worden.
Het zoontje overlijdt op 7 december 1855. Johanna Berendina mag
de strafkolonie verlaten op 6 maart 1856 en ze gaat - voor de
vierde maal - dienen in de gewone maatschappij. Dit keer blijft ze
weg.
Terug naar Frederiksoord
Op 1 september 1857 gaat Jan Willem Vossebelt met ontslag van de
kolonie, en dan is er bijna helemaal geen arbeidskracht meer op de
hoeve. De consequentie is dat Johanna Willemina Derksen de hoeve
moet verlaten en op 10 december 1857 wordt overgeplaatst naar
Frederiksoord hoeve 102.
Het is nu te volgen in het stamboek Frederiksoord met invnr 1351,
scan 99. De weduwe woont er met haar zoon Dirk Jan, het enige nog
thuiswonende kind.
Na 1859
Aan de stamboeken na 1859 begin ik niet, die vind ik te rommelig,
dus de overige gegevens neem ik over uit de kolonistendatabase en
de aantekeningen van mevrouw Kloosterhuis. Uit die laatste haal ik
dat Johanna Wilhelmina en haar zoon een hele rits ingedeelden bij
zich in huis krijgen. Achtereenvolgens:
■ Sijbrand van Bruggen, geboren 11 februari 1831,
afkomstig uit Groningen, in de kolonie sinds 30 augustus 1845,
bij het gezin ingedeeld van 18 februari 1858 tot 15 april
1858.
■ Cornelis Marinus de Warem, geboren 15 februari 1799,
afkomstig uit Sas van Gent, in de kolonie sinds 13 oktober 1856,
ingedeeld van 15 april 1858 tot 1 september 1859.
■ Johanna Hermina of Maria Siegers, geboren 22 september
1839, afkomstig uit Groningen, in de kolonie sinds 1 april 1859,
ingedeeld van 31 augustus 1859 (komende van Veenhuizen) tot 24 mei
1860.
■ Wilhelmina Dorothea Thomann, geboren 23 oktober 1833,
afkomstig uit Middelburg, in de kolonie sinds 5 september 1845,
ingedeeld van 8 maart 1860 tot 6 mei 1862 (met ontslag gegaan), en
van 15 mei 1862 (opnieuw opgenomen) tot 10 november 1866.
■ Johan Willem Barend Semler, geboren 18 december 1807,
afkomstig uit Den Haag, in de kolonie sinds 13 februari 1840,
ingedeeld van 24 mei 1860 tot 11 april 1861.
■ Aafje Beets, geboren 6 oktober 1814, afkomstig uit
Purmerend, in de kolonie sinds 31 december 1819, ingedeeld van 24
januari 1861 tot 21 maart 1861.
■ Martinus Uhl, geboren 30 juni 1849 te Ommerschans,
ingedeeld van 27 juni 1861 tot 6 mei 1862 (met ontslag - maar pas
13 jaar??), en van 15 mei 1862 (weer opgenomen) tot 27 december
1862 (met onbepaald verlof), en van 1 februari 1863 (weer terug)
tot 10 november 1866. Hij is een zoon van Willem Lodewijk Uhl, een
broer van Martinus Uhl die met Hillegonda Klasina Vossebelt
getrouwd is. Aangetrouwde familie dus. De dag dat hij niet meer
ingedeeld is, is ook de dag dat moeders vertrekt:
Vertrek
■ Johanna Willemina Derksen verlaat op 10 november 1866 de
kolonie. Ze is dan 69 jaar dus ik neem aan dat ze ergens bij een
van haar kinderen gaat wonen.
■ Derk Jan Vossebelt blijft op de kolonie en wordt daarna
bij andere gezinnen ingedeeld. Hij wisselt daarbij een paar keer
van gezin tot hij in 1900 te Willemsoord overlijdt. Hij lijkt de
enige Vossebelt die op de kolonie is gebleven.
Maar blijkbaar keert de eerder genoemde Jan Willem Vossebelt,
geboren in 1830, in later jaren als wijkmeester terug in de
kolonie, want hij staat in 1885 centraal in
dubieuze toestanden met diverse vrouwelijke koloniebewoners, zie dit verslag van
een getuigenverhoor, welke kwestie ook vermeld wordt op pagina 310
van De strafkolonie.