Het arbeidersgezin van Johannes Volkhemer en Catharina Dijkman, hij mag dan gediplomeerd heelmeester ten plattelande en der zeevaert zijn, maar geneeskunde uitoefenen mag niet

De subcommissie van weldadigheid te Amsterdam mag januari 1825 tien plekken vullen van arbeidershuisgezinnen. Zie enkele algemene opmerkingen over arbeidershuisgezinnen en vandaar kun je doorklikken naar een pagina met de eerste arbeidersgezinnen in het derde gesticht.

Van de voorgedragen gezinnen bedankt ene H.J. Brands bij nader inzien voor plaatsing in Veenhuizen en dan komt Amsterdam met het gezin van Johannes Volkhemer en Catharina Dijkman. Dat keurt de permanente commissie van de Maatschappij van Weldadigheid goed op 26 januari 1825, zie designatie 56 in het designatieregister 1824.

Daarbij is er sprake van twee kinderen, maar op de aankomststaat van 9 april 1825, invnr 1370, staat er slechts eentje:


En in het stamboek van het derde gesticht met invnr 1572 zijn er drie kinderen, al wordt vermeld dat eentje niet is meegekomen. Ze staan in dat stamboek op scan 108. Zie helemaal bovenaan de pagina hoe die scans te bereiken zijn.

Van die inschrijving neem ik de gezinsgegevens over, met de kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen zijn van een particuliere organisatie en dus geen officiële bron waarop blindgevaren mag worden.

Gezinssamenstelling

● Johannes Volkhemer is volgens die kolonieadministratie geboren op 2 februari 1782. Hij is net als de rest van het gezin 'Roomsch Katholiek'. Hij is getrouwd met:

Catharina Dijkman, geboren 4 januari 1787. Er staan drie kinderen ingeschreven:

Johanna Ingelina Volkhemer, geboren 4 april 1807. Bijgeschreven is dat zij  niet met  aangekomen' is,
Cornelia Volkhemer, geboren 4 april 1816. Het is ook mogelijk dat zij de achternaam Van der Trip heeft en uit een eerder huwelijk van Catharina Dijkman is, en
● Johannes Volkhemer, geboren 5 februari 1825, dus twee maanden oud.

Artikel Waardeel

Na een tip van mij heeft Miek Roelfsema-van der Wissel in nummer 4 van de jaargang 2010 van het blad Waardeel van de Drentse Historische Vereniging een artikel over Johannes Volkhemer gepubliceerd. De research die ze daarvoor gedaan heeft heb ik weer gebruikt voor een hoofdstukje in het boek De strafkolonie, dat uiteindelijk het boek niet gehaald heeft en dat ik daarom hieronder afdruk:




Gediplomeerd heelmeester ten plattelande en der zeevaert

Voor iets heel anders dan dronken cafégedrag moet de arbeiderskolonist Johannes Volkhemer bij de rechtbank in Assen terechtstaan. Het heeft er mee te maken dat diverse arbeiderskolonisten na hun aankomst in Veenhuizen blijken te beschikken over bijzondere vaardigheden.

Zo zijn er twee die ervaring hebben als veearts. Daar wordt gebruik van gemaakt, de ene zorgt voor het vee in Veenhuizen, de ander wordt overgeplaatst naar de Ommerschans en daar als dierendokter te werk gesteld.

Van Johannes Volkhemer wordt door de Maatschappij geen gebruik gemaakt en toch is hij gediplomeerd ‘heelmeester ten plattelande en der zeevaert’. Zijn diploma’s zijn door meerdere organisaties gezien en goedgekeurd.

Blijkbaar zit er geen brood in de geneeskunst te Amsterdam en Volkhemer vestigt zich met vrouw en dochter in het tweede gesticht te Veenhuizen. Daar praktiseert hij op particuliere basis wel door. Niet alleen in het etablissement, maar ook daarbuiten.

Een koopman uit Zuidvelde die zich door de barbier van het tweede gesticht laat scheren, hoort van die kapper over de kwaliteiten van Volkhemer en laat zich door hem behandelen ‘tot wering eener borstziekte’. Met succes. hij op zijn beurt beveelt Volkhemer aan bij andere bewoners in de omgeving, waar op dat moment geen arts gevestigd is. Volkhemers praktijk groeit.

Maar het mag niet. Sinds enkele jaren zijn er regels wie wel en wie niet als arts mag optreden. De Drentse ‘provintiale geneeskundige commissie van onderzoek en toevoorzigt’ stelt elk jaar een lijst op van ‘geneeskunstoeffenaren’ van wie ze de diploma’s hebben gezien. Alleen als je op die lijst staat, mag je in de provincie Drenthe de geneeskunst uitoefenen.

De burgemeester van Norg krijgt er lucht van. Hij ondervraagt de patiënten van Volkhemer, neemt de door hem voorgeschreven medicijnen in beslag en stelt een proces verbaal op. Volkhemer biedt nog aan om verlof te vragen om in Utrecht zijn diploma’s op te gaan halen, maar het is al te laat. Ondanks het verweer van Volkhemer en van een door hem ingehuurde advocaat, veroordeelt de rechter te Assen hem wegens het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunst tot een boete van vijfentwintig gulden.

Daarna zijn er drie maanden lang geen geluiden dat Volkhemer toch als arts optreedt. Maar dan staat de vrouw van een veldwachter voor de deur van haar woning met een kindje op de arm. De langslopende Volkhemer vraagt of het kind misschien iets mankeert. De vrouw vertelt over huiduitslag en Volkhemer laat weten dat het de ‘Engelsche schurft’ is en dat hij daar wel iets tegen heeft. Hij geeft de vrouw een flesje met vloeistof om het kind mee te wassen, waarvoor ze niets hoeft te betalen en dat inderdaad helpt.

Maar daarmee heeft Volkhemer zich ten tweeden male schuldig gemaakt aan onbevoegd genezen. Er volgt opnieuw een proces verbaal en een rechtszaak, waarbij hij wordt veroordeeld tot de wegens recidive hogere boete van vijftig gulden. Op die zitting is Volkhemer zelf niet aanwezig, hij heeft het wel gezien hier. Het gezin neemt de benen en na een tijdje laat de subcommissie Amsterdam weten ‘dat alle gedane nasporingen tot ontdekking van het huisgezin van J: Volkhemer vruchteloos geweest zijn’.




Dan de feiten:

■ Op 26 maart 1826 staat Johannes Volkhemer terecht voor de rechtbank van eerste aanleg in Assen. Zie een korte samenvatting van het vonnis. Bij de rechtbank wordt hij steeds aangeduid als 'Volkheimer', wat waarschijnlijk ook zijn echte naam is.

■ Op 19 juni 1826 deserteert Johannes Volkhemer van de kolonie.

■ Op 26 juli 1826 vindt de tweede rechtszaak tegen Volkheimer plaats, waar Johannes Volkhemer dus niet bij aanwezig is en een verstekvonnis uitgesproken wordt. Zie een korte samenvatting.

■ Terwijl hij nog weg is, overlijst op 22 augustus 1826 het jonge zoontje Johannes Volkhemer.

■ Op 23 augustus 1826 staat in een brief van de subcommissie Amsterdam, invnr 80 scans 765-767:

Het is ook bij deze gelegenheid dat wij ons in staat bevinden, op UwelEds missive van den 29 July en den 4 Aug ll N364 en 402 te berichten, dat alle gedane nasporingen tot ontdekking van het huisgezin van J: Volkhemer vruchteloos geweest zijn.

■ Op 7 september 1826 keert Johannes Volkhemer terug op de kolonie.

■ En op 8 oktober 1826 verlaat het gezin met ontslag Veenhuizen.

Uit de research

Uit de research die Miek Roelfsema-van der Wissel gedaan heeft, pak ik nog de volgende gegevens:

Volkhemer, ook wel Volckhemer, zou op 23 november 1805 in Utrecht het diploma van heelmeester hebben behaald.

Datzelfde jaar had hij dat diploma bij de departementale geneeskundige commissie van Gelderland laten erkennen.

In 1807 waren zijn getuigschriften in Amsterdam gecontroleerd.

Daarna had hij zes jaren gevaren als scheepsheelmeester en het diploma daarvan in 1820 in Amsterdam laten viseren.