Op 13 september 1826, invnr 81, schrijft de subcommissie
van weldadigheid Amsterdam:
Aan: de Permanente Kommissie der Maatschappij van Weldadigheid in s-Hage.
Amsterdam, den 13 september 1826
Op den inhoud van UwEd gečerde missive van den 9 dezer no.556 hebben wij de eer te berichten dat de huisgezinnen onder no. 317, 324, 328 en 334 op onze voordragt van den 23 augustus ll. vermeld, op den 12 dezer per beurtschip van hier naar Steenwijk en zo naar dezelver verderen bestemming zijn vertrokken.
Dog dat het gezin van Willem Jonkman onder no.332 op gemelden staat voorkomende, even voor de afreize van hier werk en middelen van bestaan gevonden hebbende, voor de gunst aan hetzelve toegestaan, om in een der kolonien van de Maatschappij te worden geplaatst , heeft bedankt.
Het is hier ten gevolge dat wij tot remplacering van dat gezin hier mede een nieuwe voordragt inzenden, en wij meenden van deze gelegenheid ons tevens te kunnen bedienen, om ter vervanging van het arbeidersgezin van J.H. Ording, de bijgaande voordragt, ter overneming van een ander huisgezin aan UwEds goedkeuring te onderwerpen, hopende de kwalificatie tot de opzending van beide, zo dra mogelijk te zullen erlangen.
Aan de Finantiele Afdeling der Maatschappij alhier zijn tegens gewone kwitantie de f 5500- door ons bereids afgegeven.
Van den Lijst der nieuwe inschrijvingen bij de Marine hebben wij de eer hiermede eene geauthoriseerde kopije over te leggen.
De Subkommissie der Maatschappij te Amsterdam.
Bijgevoegd is een 'Staat van het personeel van een huisgezin door
den Subkommissie te Amsterdam aan de Permanente Kommissie der
Maatschappij van Weldadigheid voor gedragen, ter remplacering van
het gezin van J.H. Ording, gratis als arbeiders te Veenhuizen te
worden geplaatst, ingevolge Missive van welgemelde Kommissie van
den 28 augustus 1826'.
No. 336
Naam en voornaam, Leeftijd, Religie, Beroep
Pieter Vermeeren, 40 jr, GER, sjouwer
Huisvrouw Maria Portengen, 34 jr, GER, geen
Met 3 kinderen
Pieter, 4 ½ jr
Cornelis, 2 ½ jr
Nicolaas, ½ jr
Aanmerkingen: hebben nog niets getrokken
Accordeert met het Register berustende bij de Subkommissie der Maatschappij te Amsterdam, den 13 september 1826
Geen Veenhuizen maar
Het gezin van Ording staat op deze pagina. In het
bijschrift op de brief noteert de permanente commissie dat
Amsterdam voor de vrije koloniėn voordraagt het gezin van P. Zwart
en als nieuw arbeidershuisgezin in Veenhuizen dat van P.
Vermeeren.
Maar... maar... in Veenhuizen is Pieter Vermeeren nooit geweest.
Vermoedelijk heeft genoemde P. Zwart afgezien van een verblijf in
de koloniėn, want op 10 juni 1827 arriveert het gezin
Vermeeren in de vrije kolonie Wilheminaoord.
Ze zijn geplaatst 'uit de contributie', zie een uitleg van dat begrip.
Wilhelminaoord
Ze worden ondergebracht op hoeve 32 van Wilhelminaoord en zullen
daar altijd honkvast blijven wonen, zie de locatie op dit
kaartje.
Ze staan als bewoners van die hoeve in de stamboeken van
Wilhelminaoord met de invnrs 1352 en verder. Zie bovenaan de
pagina hoe de scans van die invnrs te bereiken zijn.
Van die inschrijvingen neem ik de gezinsgegevens over, met de
kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen
zijn van een particuliere organisatie en dus geen officiėle bron
waarop blindgevaren mag worden.
Gezinssamenstelling
● Pieter Vermeeren is volgens die kolonieadministratie
geboren op 13 december 1786. Hij wordt meestal aangeduid
met 'senior' bij zijn naam omdat hij ook een zoon Pieter heeft.
Hij is net als de rest van het gezin hervormd. Hij is getrouwd
met:
● Maria Portenger, geboren 17 april 1792. Ze
hebben de volgende kinderen bij zich:
● Pieter Vermeeren, geboren 5 februari 1822,
● Cornelis Vermeeren, geboren op 21 februari 1824,
en
● Nicolaas Vermeeren, geboren op 12 februari 1826.
Februari is voor het gezin tot nu toe een drukke maand met verjaardagen. Op de kolonie komen er bij:
● Adriana Vermeeren, geboren op 5 april 1829,
● Maria Vermeeren, geboren op 6 januari 1832, en
● Jacob Vermeeren, geboren op 18 december 1834.
Het manshemd
Op de zitting van de
kleine raad van 27 november 1830 meldt Pieter Vermeeren
zich, 'verzoekende eenige kleeding en klagende niet in staat te
zijn, bij de tegenwoordige prijzen der kleeding, voor zijn
huisgezin het noodige voor kleeding te verdienen, zeggende het
manshemd in Steenwijk voor eenen gulden te kunnen koopen, hetwelk
hem hier voor f 2,10 wordt aangerekend, en zoo ook met andere
kleeding'.
Men geeft toe dat de hemden in Steenwijk goedkoper zijn dan in de
kolonie, maar daarentegen zijn 'andere artikelen' weer goedkoper.
Hij krijgt echter wel wat kledingstukken voor zijn gezin.
Wellicht komt hij vaker bij de kleine raad, maar ik heb van lang
niet alle zittingen transcripties.
Mestmakerij
Als de kleine raad zich op grond van dit
besluit gaat bezig houden met het controleren van allerlei
zaken, valt de naam van de familie ook wel eens. Bijvoorbeeld op de zittingen van 21
en 28 januari 1832 als het gezin geen mest gemaakt heeft.
En op de zitting van 14
december 1833 als er staat 'Vermeeren geen mest gemaakt' en
daaronder op 28 december 1833 'Vermeeren komt nog vier
voer te kort'.
Tenslotte op de zitting
van 31 december 1836 heeft de familie, hier als
'Vermeren', 'de weg voor het huis met gaten'.
Maar nogmaals, het kan veel vaker zijn, want ik heb niet van
alles transcripties.
Stil te hebben blijven stil staan
Bij de raad van toezicht van Wilhelminaoord van 4 november
1836, bijlage 3 op deze pagina, moet
Cornelis Vermeeren zich melden. Een groep jongeluit heeft
een geintje uitgehaald met een passerende paard en wagen door met
stenen naar ze te gooien. Het wordt beschreven in bijlage 4 op
dezelfde pagina en op de pagina's 182-183 van De strafkolonie.
Cornelis getuigt 'niet gegooid te hebben en stil op de brug te
hebben blijven stil staan, op aanraden van zijne broeder Pieter
Vermeeren die mede op den brug passant was'. Of dat verhaal
geloofd wordt door de raad van tucht weet ik niet, want daar heb
ik geen transcriptie van.
Vechten
Ook geen transcripties heb ik van de raden van toezicht van
Wilhelminaoord van 3 en 23 september 1841, zodat
ik niet weet wat er voorafgegaan is aan en gespeeld heeft bij de
vechtpartij tussen de dan zeventienjarige Cornelis Vermeeren en de
veertienjarige kolonistendochter Aletta Margaretha Eilders, zie hier.
Wel een transcriptie heb ik van de raad van toezicht van
Frederiksoord van 24 juli 1843, bijlage 1 op deze pagina, waar
Nicolaas Vermeeren optreedt als getuige bij incidenten in de
weefschuur waar hij blijkbaar werkt.
Militaire dienst
Inmiddels zijn de eersten in militaire dienst geweest:
■ Pieter Vermeeren junior doet dat op 16 mei 1842, maar
hij is er al mee klaar op 16 september 1842.
■ Cornelis hoeft blijkbaar niet, maar Nicolaas
gaat op 7 mei 1846 in militaire dienst; hij keert terug op 15
augustus 1846, hij gaat opnieuw in dienst op 1 september 1847 en
keert dan terug op 2 oktober 1847.
■ Die terugkeer is net te laat om het overlijden van de man des
huizes Pieter Vermeeren senior mee te maken, die is op 20
september 1847 overleden.
Uitvliegen
Dan breekt de tijd aan dat de kinderen het huis uit gaan. Dat
gaat niet op volgorde van leeftijd, maar die volgorde houd ik hier
wel even aan:
1
Pieter Vermeeren junior blijft na zijn korte militaire
dienstperiode verder thuis wonen. Op 30 juni 1854 trouwt
hij met de kolonistendochter Jeltje Harmens Westra,
geboren 15 maart 1829 en dochter van een kolonist uit Leeuwarden.
Per de huwelijksdatum wordt Pieter opvolger als kolonist op de
hoeve van zijn ouders en als gebruikelijk op de kolonie neemt hij
zijn moeder als ingedeelde in huis. Dat is kolonist-1.
2
Cornelis Vermeeren is de eerste die weggaat. Zonder
toestemming te vragen, hij deserteert op 13 april 1848 van
de kolonie. Maar hij gaat niet ver weg. De familie Vermeeren woont
dicht bij het semi-illegale dorp van zelfgebouwde plaggenhutten
dat op het moment bekend staat als 'de hutten onder Noordwolde',
later als 'Noordwolde-Zuid' en nog veel later als 'Lombok'. Als je
daar gaat wonen blijf je in contact met de familie.
In 1855 trouwt Cornelis Vermeeren met de kolonistendochter
Wilhelmina de Vries, die ten behoeve van haar huwelijk ook
moest deserteren. Ze blijven nog steeds in de buurt en per 23
oktober 1860 verwerven zij een koloniale hoeve. Dat is
kolonist-2.
3
Nicolaas Vermeeren gaat na de vorige twee keer nog één
keertje in militaire dienst. Op 15 maart 1848 en hij is weer terug
op 2 september 1848. Hij wordt daarna op 21 februari 1851
'gehuwd ontslagen' vanwege zijn huwelijk met de kolonistendochter
Jannetje Schnoor. Na haar dood hertrouwt hij met de
kolonistendochter Maria Stuiver.
Zij doen er langer over om een koloniale hoeve te bemachtigen, pas
op op 6 mei 1870 lukt dat. Dat is kolonist-3. Maar na zes
jaar trekt dit echtpaar al weer verder.
4
Adriana Vermeeren wordt al eerder, op 15 mei 1850,
'gehuwd ontslagen'. Zij trouwt die dag met Fransiscus Latour,
een kolonistenzoon van een kolonistengezin uit Vlissingen, en per
de huwelijksdatum volgen zij de ouders van Franciscus op. Dat is
kolonist(e)-4.
5
Maria Vermeeren bevalt 27 november 1852 van een
onecht kind, dat ze de voornaam Wijbe meegeeft. In de kolonie
staat op ongehuwde zwangerschap altijd een verbanning voor
onbepaalde tijd naar de strafkolonie op de Ommerschans en dat ziet
Maria niet zitten. De dag voor kerstmis, 24 december 1852,
deserteert ze met haar kind van de kolonie en ze trouwt die dag
met de vader van het kind.
Die laatste is een inwoner van Noordwolde die - het komt voor!! -
niets met de kolonie te maken heeft. Ze blijven te Noordwolde
wonen, maar Maria is de enige die niet terugkeert op de kolonie.
6
Jacob Vermeeren deserteert 12 mei 1853 van de
kolonie en vestigt zich in het al vaker genoemde huttendorp.
Later, 25 april 1867, trouwt hij met de kolonistendochter
Catharina Wilhelmina van Dalen, zie over die familie deze pagina. Zij is weduwe van kolonist
Spitsmacher en Jacob trekt bij haar in op de koloniale hoeve. Dat
is kolonist-5.
Stammoeder
Met al die kolonisten in de familie zijn er een heleboel nakomelingen op de kolonie, maar daar begin ik niet aan. Belangstellenden worden verwezen naar de kolonistendatabase en de stamboeken van na 1859. Voor hier beperk ik mij tot de melding dat de stammoeder in koloniale zin, Maria Portenger weduwe van Pieter Vermeeren, na bijna 56 jaar kolonie, op 8 mei 1883 overlijdt.