De familie Taatgen arriveert in de vrije koloniën met vier kinderen, die alle vier een kolonistenkind zullen trouwen

De familie Taatgen uit Farmsum heeft om een plek in de kolonie moeten loten met andere belangstellenden uit het arrondissement Appingedam, zie daarover deze pagina. Na het trekken van een winnend lot komen ze op zaterdag 29 juli 1820 aan in de kolonie Willemsoord.

Ze komen terecht op hoeve 88 van Willemsoord, zie op deze pagina over het oudste stamboek van die kolonie. Die hoeve is later, tussen 1866 en 1872 afgebroken, maar lag aan wat nu de Generaal van den Boschweg is, kadastraal Steenwijkerwold B 249, met de coördinaten 52.826935 en 6.080568.


Gezinssamenstelling
Het gezin zoals het in de kolonie aankomt en in hoeve 88 woont:

Hendrik Jans Taatgen, geboren 12 september 1773, volgens familie-onderzoekers in het dorpje Achum bij Bückeburg in Nedersaksen. Hij is (in 1806) getrouwd met:

Tetje Dirks de Boer, volgens de kolonie-administratie geboren 2 september 1776, maar in het doopboek van Delfzijl is de doopdatum 5 september 1779, dus waarschijnlijk is zij 2 september 1779 geboren. Ze hebben de volgende kinderen bij zich:

Willem Taatgen, geboren 6 december 1810 (maar volgens familysearch 8 december),
Catharina Taatgen, geboren 2 maart 1814,
Helena Taatgen, geboren 1 juni 1817 (maar volgens het geboorteregister van Farmsum 8 juni), en
Johannes Taatgen, geboren 15 maart 1820.


Opmerkingen bij de namen
▪ Hendrik komt soms voor als Hindrik, de achternaam soms als Taatjen of Tagen. In het verleden heeft hij ook gebruik gemaakt van de achternamen Jansen (vermoedelijk naar zijn vader) en Kuiper (wat mogelijk een tijdje zijn beroep is geweest).

▪ In de kolonie-administratie begint de voornaam van zijn echtgenote met de letter 'f'. Bijvoorbeeld 'Fietje'. Het moet echter een 't' zijn: Tettje of Tijtje of Teitje.

▪ In de kolonie-administratie staat zoon Johannes als dochter Johanna. Dat is eens te meer een bewijs dat de bewaard gebleven en ingescande stamboeken met de invnrs 1346 t/m 1363 NIET uit de kolonie komen, maar de kopie-boeken op het kantoor van de permanente commissie in Den Haag zijn. In de kolonie zie je wel of iemand een Johannes of een Johanna is, in Den Haag merk je dat pas als er een oproep voor de militaire dienst komt.

1820 - 1825
Hendrik Taatgen maakt 24 april 1821 deel uit van de 'Raad van toevoorzigt' van Willemsoord, die een hard oordeel velt over een koloniste uit Kampen.

De Raad van Toevoorzicht heeft duidelijk opgemerkt, dat zij geheel ende strijdig de wetten der kolonie wil leven, en zich aan een liederlijk, ontuchtig en losbandig leeven wil overgeven.

Hendrik Taatgen is eerder (in 1796) getrouwd geweest en uit dat huwelijk is onder meer een dochter Hendrika geboren. Zij komt begin 1822 op bezoek in de kolonie, maar als zij door de directie wordt weggestuurd, neemt zij de ondermeester van Willemsoord met zich mee, zie deze pagina.

In 1823 is er gezinsuitbreiding:
Johanna Taatgen, geboren 13 oktober 1823, maar zij overlijdt al 23 september 1825.

Bij de uitreiking van medailles aan kolonisten op 31 augustus 1824, zie hier, ontvangt Hendrik Taatgen een koperen medaille. Misschien bevindt die zich nog wel ergens in het familie-bezit.


1825 en verder
LET OP: Voor de rest van deze pagina doe ik ALLEEN de stamboeken en wat er toevallig elders op de site staat. Er valt veel meer over hun leven op de kolonie te vinden in de post.
Via allekolonsten.nl valt te zien dat de naam Taatgen 83 (!) keer in de correspondentie voorkomt! Maar dat laat ik aan anderen over. Als die moeite hebben die stukken te interpreteren, kunnen ze me altijd vragen.

Per 1 juni 1825 wordt er omgenummerd en wordt hun woning niet meer aangeduid als hoeve 88 maar als hoeve 115. Ze staan dan ook als bewoners van die hoeve op scan 42 van het bevolkingsregister Willemsoord 1825-1828 met invnr 1358.

Overplaatsing naar een andere hoeve
De inschrijving loopt door op scan 27 van het bevolkingsregister Willemsoord 1828-1829 met invnr 1359 en daar wordt gemeld dat ze op 24 oktober 1828 worden overgeplaatst naar hoeve 92. Administratief gebeurt dat niet door ze bij die andere hoeve in te schrijven, maar door hoevenummer 115 door te strepen en er 92 van te maken. Daardoor wordt invnr 1359 één groot zoekplaatje voor de gevorderde puzzelaar.

Hoeve 92 van Willemsoord is later aangepast maar met enige verbeelding nog wel als kolonistenwoning herkenbaar op wat tegenwoordig Koningin Wilhelminalaan 62 is, kadastraal Steenwijkerwold B 162, met de coördinaten 52.836192 en 6.091018.

Ze wonen nog maar vier dagen in het nieuwe huis als er een commissie langs komt die Hendrik Taatgen wil horen over een ruzie tussen een kolonist en een wijkmeester, het 'neuswrijf-incident', beschreven in De strafkolonie. Zo te lezen geeft Hendrik Taatgen een rustige en afgewogen verklaring.

NB: Wat mij opvalt is dat ik transcripties heb van de kleine raad van 1825-1830, zie hier, en daar stikt het altijd van de kolonisten die verlof vragen om hun oude woonplaats te bezoeken, maar daar is de familie Taatgen nooit bij... Nooit last van heimwee?


Kolonist van de 1e rang
Het is op deze hoeve dat Hendrik Taatgen per 15 april 1830 wordt bevorderd tot de nieuw ingestelde categorie 'kolonisten van de 1e rang'. Hij mag helemaal zelf zijn boerderijtje runnen, als hij zich aan 'eenige weinige voorwaarden' houdt, zie het reglement 1830.

Maar lager op die pagina valt te lezen dat hij al in in oktober 1829 zou zijn bevorderd tot vrijboer en in mei 1831 heeft verklaard daarvan te willen afzien, waarop de directeur voorstelt hem kolonist van de 1e rang te maken. Kortom: het is een zootje en de leiding weet zelf niet wat ze besloten heeft.

Het is ook op deze hoeve dat het gezin blijkbaar een hond heeft. Zie de zitting van de kleine raad van 14 mei 1831. Maar dat mag dus niet.

De inschrijving loopt door op scan 92 van het bevolkingsregister Willemsoord 1830-1834 met invnr 1360. Nog steeds hoeve 92 en de oudste zoon Willem Taatgen gaat 9 oktober 1830 in militaire dienst.

Helena Taatgen in de problemen
Vervolgens scan 93 van het bevolkingsregister Willemsoord 1835-1840 met invnr 1361, waar te zien is dat Willem na vijf jaar onder de wapenen terugkeert op 19 december 1835.

Rond diezelfde tijd raakt de 18-jarige dochter Helena in de problemen. Helaas missen er in invnr 1615 tuchtzittingen van de Raad van Politie en Tucht van eind 1835. Ergens in november/december van dat jaar zal Helena hebben moeten verschijnen voor de raad omdat ze overduidelijk (ongehuwd) zwanger is en dus 'onzedelijk geleefd' heeft. Daarop staat in de kolonie altijd verbanning voor onbepaalde tijd naar de strafkolonie op de Ommerschans.

Ze komt daar blijkens dit overzicht op 9 januari 1836 aan en bevalt er tweeënhalve maand later. Helaas is het een dochtertje zodat de naamgeving van de nieuwgeborene geen aanwijzingen bevat over de vader van het kind:

Johanna Taatgen, geboren 26 maart 1836.

Vertrek Catharina Taatgen
Op de zitting van de kleine raad van 19 maart 1836 verschijnt...;

Jan van der Wolde, van kolonie no 3, oud 28 jaren, zoon van den kolonist van dien naam, verzoekt uit de kolonien te mogen worden ontslagen, daar hij voornemens is in het huwelijk te treden met Catharina, dochter van den kolonist Taatgen, oud 22 jaren, welke mede haar ontslag verzoekt.
De Raad oordeelt dit verzoek ten gunstigste aan de Permanente Commissie te moeten voorstellen, daar zij beiden wel in staat zijn om in de gewone Maatschappij hun onderhoud te verdienen.

De permanente commissie gaat akkoord en het stamboek meldt dat Catharina met ontslag van de kolonie vertrekt op 30 april 1836. Ze maakt gebruik van de achternaam Kuiper als ze 14 mei 1836 trouwt te Steenwijkerwold en haar echtgenoot heet dan Jan Matthijs van der Woude, zoon van de kolonist Matheus Jan van der Woude die op 10 oktober 1821 met zijn gezin vanuit Groningen is gekomen.

Op 25 oktober 1840 slagen Jan Matthijs en Catharina er in zelf kolonist in Willemsoord te worden. Ze hebben dan twee kinderen, waarvan de jongste Tetje heet die in juli 1840 te Groningen is geboren. Maar Catharina van der Woude-Kuiper overlijdt in de kolonie op 9 juni 1841.

Overlijden en opvolging
Helena en haar dochtertje krijgen na een jaar clementie en mogen 17 februari 1837 vanuit de strafkolonie terug naar het ouderlijk huis. Misschien omdat vader Hendrik Jans Taatgen dan al ernstig ziek is? Hij overlijdt 23 april 1837.

Zoon Willem Taatgen trouwt 18 mei 1837, zie ook helemaal onderaan de pagina, en hij wil graag zijn vader opvolgen als kolonist. Als hij in juni Johannes van den Bosch op de kolonie ziet, schiet hij hem daarover aan.
Als de directeur daarover op 21 juni 1837 schrijft, invnr 184 scan 355, blijkt dat Willem het ten tijde van zijn huwelijk ook al geprobeerd had, maar toen nul op het rekest had gekregen.

Bij het bezoek der Kolonien door Zijne Exc. den Heer Baron J. van den Bosch, heeft de zoon der Weduwe van den vrijboer Taatgen, te Willemsoord, Zijne Exc. op nieuw aangezocht, om wijlen zijnen vader als zoodanig te mogen opvolgen, in welk verzoek gedifficulteerd is, bij UWEdGeb. brief van den 30 Mei jl N 10, zijn verlangen thans zoodanig wijzigende, dat niet hij bij zijne moeder zou komen inwonen, maar de hoeve op hem mogt worden overgeschreven, waarin zijne moeder thans ook bewilligt en waartegen naar het inzien van de Directie geen de minste zwarigheid bestaat.
Ter voldoening aan den bekomen last van Z. Exc. heb ik de eer UWEdGeb. dat zoodanig gewijzigd verzoek nader aan UWEdG. voor te stellen.

De permanente commissie besluit op 20 juli 1837 bij agendapunt N33 dat Willem zijn vader mag opvolgen als kolonist. Zijn moeder, zus Helena en broer Johannes worden beschouwd als ingedeelden in dit nieuwe huishouden.

Uit het verslag van de zitting van de Raad van politie en Tucht van 27 oktober 1838, zie ook bijlage 1 van die zitting, wordt duidelijk dat Willem Taatgen de functie van 'opziener' heeft. Met als gevolg dat hij door een dronken kolonist wordt beledigd en zelfs met de dood bedreigd.


Helena Taatgen gaat uit huis
Op 1 mei 1839 gaat de jongste zoon Johannes in militaire dienst en dat zal het moment zijn dat bij de administrateur van de permanente commissie in Den Haag het licht opgaat en hij de naam Johanna verandert in Johannes. Hij keert uit dienst terug op 21 maart 1840.

Kort daarvoor is zijn zus Helena getrouwd, 4 maart 1840. De bruidegom is Johannes den Ouden, zoon van de kolonist Dirk den Ouden, die 29 oktober 1821 met zijn gezin uit Rotterdam is gekomen. Johannes den Ouden wordt nu zelf kolonist. Helena's eerdere kind wordt gewettigd en ze zal een dikke twintig jaar koloniste blijven tot het gezin verhuist naar Nijverdal, waar dan net de textielindustrie begint op te komen. Ik zal nog een keer een pagina maken over dit gezin en alle andere koloniebewoners die 'den Ouden' heten.

Wijkmeester Willem Taatgen
Op 13 november 1840 verhuist de rest van het gezin naar Wilhelminaoord hoeve 93B. Die staat op scan 99 van het stamboek Wilhelminaoord met invnr 1355. De 'B' geeft aan dat het geen gewone kolonistenwoning is, maar een wijkmeesterswoning. Met geen eigen lapje land om het huis en een stukje verder van de weg af. Willem Taatgen is namelijk bij besluit van 27 oktober 1840 N16 aangesteld als wijkmeester.

Op de zitting van de Raad van Politie en Tucht van 3 september 1842 is sprake van 'verregaande beledigingen den Wijkmeester Taatgen aangedaan'. Er zit zelfs een door Willem Taatgen geschreven proces verbaal bij, maar daar heb ik helaas geen transcriptie van.

Hij maakt in 1842 ook deel uit van de Raad van Toezicht van Wilhelminaoord, welke raad mede de zittingen van de Raad van Politie en Tucht voorbereidt. Zo mede-ondertekent hij de verslagen van die raad op 9 februari 1842 en 28 juli 1842, en waarschijnlijk wel vaker ook, maar dat is niet bij alle transcripties genoteerd.

Vertrek Johannes Taatgen
Johannes Taatgen deserteert van de kolonie op 10 december 1842. Diezelfde dag is er nog een deserteur, Catharina Breedenbeek, dochter van de kolonist Johan Christiaan Breedenbeek, die 9 december 1831 met zijn gezin uit Rotterdam is gekomen en woont op hoeve 97 van Wilhelminaoord. Zij is op dat moment ongeveer vier maanden zwanger, en de geschiedenis met Helena heeft geleerd dat het dan verstandiger is van de kolonie weg te zijn.

Dat blijkt. Van de zitting van de Raad van Politie en Tucht van 19 december 1842 heb ik alleen een samenvatting:

Kolonistendochter Adolphina Mailly, onzedelijke omgang met de reeds ontslagen kolonistenzoon H. van Olphen, en Catharina Bredenbeek, idem met Joannes Taatgen, broeder van den wijkmeester Taatgen, De beschuldigden binnengeroepen zijnde is het de Raad gebleken dat zij allen zijn gedeserteerd.

De permanente commissie mag dan wel op 13 januari 1843 N1, invnr 536, de verbanning naar de Ommerschans van J. Taatgen en C. Breedenbeek bekrachtigen, maar daar hebben ze geen last van. Hun eerste kind wordt geboren te Steenwijkerwold. Vermoedelijk wonen ze dan in het semi-illegale dorp van zelfgebouwde plaggenhutten dat op dat moment bekend staat als 'Huttenberg' en later als Mariënkampen. Hun tweede kind wordt in 1845, ze zijn dan inmiddels getrouwd, geboren te Weststellingwerf, dus vermoedelijk in het huttendorp dat bekend staat als Noordwolde-Zuid. Daarna verlaten ze de omgeving en vestigen ze zich te Farmsum, de geboorteplaats van Johannes.

Wijkmeester te Frederiksoord
Scan 93 van het bevolkingsregister Wilhelminaoord met invnr 1356 meldt dat wijkmeester Willem Taatgen op 9 januari 1843 wordt overgeplaatst naar de kolonie Frederiksoord. Daarmee is hij een van de weinigen die in alle drie de vrije koloniën heeft gewoond. Hij betrekt hoeve 14 en staat op scan 15 van invnr 1350 en scan 16 van invnr 1351. Ook een wijkmeesterswoning, gelegen aan de Molenlaan, kadastraal Vledder D 348, met coördinaten 52.844372 en 6.194510

Hij maakt nu deel uit van de Raad van Toezicht van Frederiksoord en mede-ondertekent diverse processen-verbaal daarvan, zie via het overzicht van tuchtzittingen. Verder is hij in de tuchtverslagen aanwezig als beledigde partij, 8 februari 1844, of als aanklager, 7 mei 1846, 26 november 1846, 22 juli 1847 en 20 april 1854. Alles te bereiken via het genoemde overzicht en ik heb van lang niet alle tuchtzittingen transcripties, dus het zal veel vaker voorkomen.

De directie is goed over hem te spreken en Willem zal de functie 35 jaar lang uitoefenen tot zijn ontslag op 1 november 1875. Zijn moeder woont bij hem in huis tot haar overlijden op 18 december 1859.

Ik eindig met de samenstelling van zijn gezin, met de gegevens zoals vermeld in de kolonie-administratie (niet gecheckt), en ik meld gelijk tot wanneer iedereen op de kolonie is gebleven:

Gezinssamenstelling
Willem Taatgen, geboren 6 december 1810, overlijdt in de kolonie op 21 maart 1883. Hij is in 1837, zie boven, getrouwd met
Adriana Gaal, geboren 13 november 1816, dochter van de kolonist Adrianus Gaal die op 14 augustus 1822 met zijn gezin uit Den Haag is gekomen. Ze krijgen de volgende kinderen:

Hendrik Taatgen, geboren 28 oktober 1838. Hij gaat 8 maart 1856 met 3 maanden verlof (zie de regeling waar dat op gebaseerd is) en wordt formeel ontslagen 8 september 1856.
Jacomijntje Taatgen, geboren 15 april 1840;  Zij gaat 5 mei 1856 met verlof, maar is terug op 13 juli 1856. Weer met verlof 11 april 1857 en formeel ontslagen op 11 oktober 1857. Weer opgenomen op 24 maart 1860. Op 1 september 1860 opnieuw met verlof en 1 maart 1861 formeel ontslagen. Op 3 augustus 1861 weer opgenomen. Op 31 december 1861 weer met verlof en formeel ontslagen op 01-03-1864.
Adrianus Taatgen, geboren 16 juni 1843. Hij gaat 28 februari 1863 met 3 maanden verlof en wordt 1 maart 1864 formeel ontslagen.
Hendrika Taatgen, geboren 3 april 1845. Zij gaat 11 augustus 1861 met 3 maanden verlof en wordt 11 februari 1862 formeel ontslagen.
Adriana Taatgen, geboren 8 september 1846, maar zij overlijdt al 28 september 1846
Petronella Taatgen, geboren 5 mei 1848. Zij gaat 13 juli 1861 met 3 maanden verlof en wordt 31 januari 1862 formeel ontslagen.
Adriana Wilhelmina Taatgen, geboren 27 december 1850. Zij wordt 23 augustus 1873 gehuwd ontslagen en vertrekt naar Assen.

Adriana Geel overlijdt 28 december 1850, ongetwijfeld als gevolg van de hierboven genoemde bevalling. Willem Taatgen hertrouwt op 23 juli 1852 met:

Tannetje Petronella Pennings, geboren 28 september 1805, dochter van de kolonist Pieter Jans Pennings die 5 juli 1821 met zijn gezin uit Middelburg is gekomen. Na de dood van Willem Taatgen wordt zij ingedeeld bij haar broer waar zij 24 januari 1887 overlijdt.


Zo. Nu heb ik alle koloniebewoners gehad die Taatgen heten.