Aankomst
De permanente commissie van de Maatschappij van Weldadigheid
accepteert de voordracht en op 27 april 1839 komt het
gezin aan in de kolonie Willemsoord. Ze worden gehuisvest in hoeve
104 van die kolonie, zie de locatie op dit
kaartje. Dat is het gebied dat bekend staat als 'De Pol' of
ook wel 'De Jodenhoek' en dat klopt met hun godsdienstige
gezindheid.
Ze staan als bewoners van die hoeve geregistreerd in het stamboek
van Willemsoord met invnr 1361 op scan 105. Zie helemaal bovenaan
de pagina hoe de scans te bereiken zijn.
Van die inschrijving en latere inschrijvingen neem ik de
gezinsgegevens over, met de kanttekening dat de
kolonieadministratie slechts de aantekeningen zijn van een
particuliere organisatie en dus geen officiële bron waarop
blindgevaren mag worden.
Gezinssamenstelling
● Meijer Hartog Menist is volgens die
kolonieadministratie geboren in januari 1797. Hij is net
als de rest van het gezin 'Israelitisch'. Hij is getrouwd met:
● Ester Heijman Visser, geboren in 1804. Bij
aankomst heeft het echtpaar de volgende kinderen bij zich:
● Debora Meijer Menist, geboren 23 februari 1824,
● Hijman Menist, geboren 26 september 1827,
● Rachel Menist, geboren 18 mei 1830,
● Hartog Meijer Menist, geboren 29 juli 1832,
● Salomon Meijer Menist, geboren 9 januari 1835, en
● Annaatje Menist, geboren 29 mei 1837.
Op de kolonie komen daar bij:
● Leendert Menist, geboren op 30 november 1839,
● Judikje Menist, geboren 19 maart 1842,
● Jacob Meijer Menist, geboren 7 maart 1844, en
● David Meijer Menist, geboren 9 juli 1846.
De Pol
In het stamboek Willemsoord met invnr 1362 wordt op scan 107
aangetekend dat het gezin op 8 januari 1841 wordt
overgeplaatst naar hoeve 114, zie de locatie op dit
kaartje. Nog steeds De Pol.
Ze vallen als joodse bewoners van dit gebied onder de zorgen van
de 'joodsche leeraar' Nehemia Jacobson. De familie Menist is een
van de weinigen in dit gebied waarvan GEEN conflict met Jacobson
geboekstaafd is, zie hier.
Joodsch onderwijs
Met enige regelmaat komt een 'Inspecteur der Godsdienstige
Israelitische Scholen' kijken hoe het hier gaat. Van het verslag van
1841 heb ik een transcriptie,
waarin ook wordt vermeld dat tijdens die inspectie vijf kinderen
van de familie Menist hier onderwijs volgen.
Van de zittingen van de kleine raad uit deze periode heb ik
meestal geen transcripties. Vermoedelijk zijn er vaker aanvragen
om verlof zoals 'vrouw Menist' dus Ester Heijman Visser doet op de zitting van 6
augustus 1842, maar dat weet ik dus niet.
Hoe het hoort
De procedure als je van de kolonie af wil is dat je naar die
kleine raad gaat en of verlof voor drie maanden vraagt - zie de
regeling waar dat op gebaseerd is - of toestemming voor
ontslag.
Daar doet de familie Menist NIET aan mee.
Ze lopen altijd zonder toestemming te vragen van de kolonie weg.
Dat heet in het Maatschappij-jargon 'deserteren'.
En hoe het gaat
■ Op 3 december 1842 deserteert de oudste dochter Debora
Meijer Menist, achttien jaar oud, van de kolonie. Zij zal
ooit nog terugkeren, maar dat komt later.
■ Op 23 juni 1845 deserteert de oudste zoon Hijman
Menist, zeventien jaar oud, van de kolonie. Hij keert echter
na een maand, 23 juli 1845, weer terug. Dat betekent
straf!
■ Voordat die straf uitgesproken kan worden is op 2 augustus
1845 zijn zusje Rachel Menist er vandoor. Ze is pas
vijftien jaar, maar ze blijft wel een jaar weg.
Tuchtraad
Het duurt een tijdje na de terugkomst van Hijman eer het
koloniale tuchtrecht toeslaat. Pas bij de raad van toezicht van
Willemsoord van 17 oktober 1845, bijlage 1 op deze pagina, moet
hij voorkomen om over zijn desertie gehoord te worden. 'Hij weet
niets ter verschooning in te brengen, doch beloofde nooit weder te
zullen wegloopen.'
Van de bijbehorende zitting van de raad van policie en tucht voor
de gewone koloniën van drie dagen later heb ik geen transcriptie,
maar er bestaan nooit verontschuldigingen voor desertie en het
leidt altijd tot de straf van verbanning voor onbepaalde tijd naar
de strafkolonie op de Ommerschans.
Strafkolonie
Op 1 november 1845 (invnr 574, daarvan zijn geen scans)
bekrachtigt de permanente commissie dat vonnis en blijkens dit overzicht
komt Hijman Menist op 22 november 1845 in de strafkolonie
aan. Hij wordt niet op de Ommerschans ondergebracht maar in het
tweede gesticht te Veenhuizen.
Je zou verwachten dat als Rachel Menist op 18 mei
1846 terugkeert van haar desertie, ook zij naar de
strafkolonie vliegt. Maar dat gebeurt niet omdat er eerder die
maand al andere zaken rond de familie Menist speelden.
Tekort aan rogge en haver
Bij de raad van toezicht van Willemsoord van 6 mei 1846,
bijlage 4 op deze
pagina, moet Meijer Hartog Menist zich verantwoorden
voor te weinig ingeleverde rogge en haver. 'Hij geeft voor dat de
Rogge niet goed uitgedorscht is en gedenkelijk in het stroo
gebleven', maar dat wordt tegengesproken door de wijkmeester. De
verdenking is dat hij het tekort aan derden verkocht heeft.
Bij de behandeling in de tuchtraad, hoger op diezelfde pagina,
komt Meijer Hartog met hetzelfde excuus, maar dat wordt
weggewuifd. 'De Raad houdt dit huisgezin geheel ongeschikt om
hunne hoeve te kunnen beheren' en wil ze degraderen tot de status
van arbeidershuisgezin in Veenhuizen. Zie enkele algemene opmerkingen over die
bevolkingscategorie.
Arbeidershuisgezin
De permanente commissie keurt het vonnis goed op 2 juni 1846
(invnr 581, daarvan zijn geen scans) en op 21 augustus 1846
gaat het hele gezin, incluis Rachel die daardoor straf voor haar
desertie ontloopt, naar Veenhuizen. Een maand later, op 21
september 1846, mag Hijman Menist zich vanuit de
strafkolonie bij het gezin voegen.
Ze staan nu in de stamboeken van arbeidershuisgezinnen met de
invnr 1574 en 1575 op respectievelijk de scans 39 en 78. Vader,
moeder en negen kinderen, wat toch behoorlijk krap moet zijn in
zo'n woning van 4.20 bij 4.70 meter. Het scheelt ietsje als Hijman
Menist op 10 mei 1847 in militaire dienst gaat. Ze
wonen in woning 24 van het eerste gesticht.
Terug naar Willemsoord
Ze mogen weer terug naar de vrije koloniën op 3 augustus 1848,
dus na twee jaar. Ze komen in hun oude buurtje, maar ditmaal op
hoeve 116, zie de locatie op dit
kaartje. Ze staan nu in het stamboek van Willemsoord met
invnr 1363.
Aan de manier van vertrekken verandert niets.
Vertrekkers-1
■ Rachel Menist deserteert voor de tweede keer op 16
april 1849 en dit keer blijft ze weg.
Ze krijgen ingedeelden in huis. Net als alle andere koloniale
gezinnen, maar voor de familie Menist is dat voor het eerst.
■ Hartog Meijer Menist deserteert (nog) niet, maar gaat 14
mei 1852 in militaire dienst. Hij keert daarvan weer terug
op 22 september 1852.
Vertrekkers-2
■ Annaatje Menist deserteert wel, op 2 januari 1853,
en ze blijft voorgoed weg.
■ Zoals de jongen zongen piepen de ouden, de man des huizes Meijer
Hartog Menist deserteert op 15 juni 1853 van de
kolonie, maar hij is een week later, 22 juni 1853, weer
terug bij zijn gezin. Over straf daarvoor kan ik niets vinden.
Ook in het jaar 1853 wordt de hoeve omgenummerd van hoeve
116 naar hoeve 131.
■ Hartog Meijer Menist gaat ten tweeden male in militaire
dienst op 14 augustus 1854, keert op 19 september 1854
terug en wil daarna toch niet achterblijven bij de rest. Hij
deserteert 5 april 1855.
Terugkeer Debora
Er keert er ook eentje terug. Debora Meijer Menist, in
december 1842 van de kolonie weggelopen, is inmiddels getrouwd en
zij en haar man krijgen van de subcommissie van weldadigheid te
Amsterdam een koloniale hoeve toebedeeld. Ze komen op 24
oktober 1855 aan en worden gehuisvest in hoeve 110 van
Willemsoord. Zie de
locatie, niet zo vreselijk ver van haar ouders vandaan.
Ze staan op scan 187 van het stamboek met invnr 1363 en daaruit
neem ik de gezinssamenstelling volgens de kolonieadministratie
over:
Gezin Debora
● Leendert Joseph Fransman is geboren 13 juni 1828.
Ook 'Israelitisch' en dus getrouwd met:
● Debora Meijer Menist, wier gegevens eerder op de
pagina staan. Bij aankomst hebben ze de volgende kinderen bij
zich:
● Meijer Fransman, geboren 12 mei 1853,
en
● Leentje Fransman, geboren 17 mei 1855.
Op de kolonie komen daar bij:
● Joseph Fransman, geboren 16 juni 1857,
● Heiman Leendert Fransman, geboren 10
december 1859, en
● Joggiena Fransman, geboren 19 maart
1862.
Weer naar Veenhuizen
Terug naar het gezin van Meijer Hartog Menist en Ester Heijman
Visser, want daar gaat in 1856 weer iets fout. Wat ze
precies verkeerd hebben gedaan weet ik niet, want zoals aan dit overzicht te zien
heb ik nauwelijks transcripties van tuchtzittingen uit die
periode, maar het is wel ernstig want ze worden als gezin
veroordeeld tot de strafkolonie.
Op het
overzicht van aankomsten in de strafkolonie valt te zien dat
ze daar op 2 september 1856 arriveren. Vader, moeder en de
vijf nog thuiswonende kinderen. Ze gaan niet naar de Ommerschans,
maar worden ondergebracht in woning 30 van het eerste gesticht te
Veenhuizen. Dus in hetzelfde gebouw als waar ze eerder gezeten
hebben.
Derde keer Willemsoord
Het duurt een jaar. Op 4 december 1857 mogen ze weer naar
de vrije koloniën. Dit keer hoeve 143 van Willemsoord, zie de
locatie. Dat is een flink stuk lopen naar de synagoge.
De kinderen blijven vertrekken zoals ze altijd vertrokken zijn.
Vertrekkers-3
■ Op 15 mei 1858 deserteert Salomon Meijer
Menist van de kolonie.
Op 18 oktober 1858 wordt het gezin overgeplaatst naar
hoeve 119. Daar hebben ze eerder gewoond, toen dat vóór de
hernummering nog hoeve 104 was, en die hoeve staat nog steeds
hier.
■ Op 21 mei 1859 deserteert Judikje Menist
van de kolonie.
Na 1859
Na 1859, als de Staat de gestichten te Ommerschans en
Veenhuizen heeft overgenomen en de Maatschappij van Weldadigheid
in de overgebleven koloniën Frederiksoord, Wilhelminaoord en
Willemsoord de eigen broek moet ophouden, worden de touwtjes
aangetrokken. Nogal wat kolonistengezinnen verlaten deze jaren de
kolonie.
■ Het gezin van Meijer Hartog Menist en Ester
Heijman Visser doet dat op de voor hun gebruikelijke wijze:
op 5 juni 1860 deserteren ze van de kolonie met de drie
kinderen die nog thuis wonen.
■ Debora Meijer Menist en echtgenoot Leendert
Joseph Fransman trekken het iets langer en gaan op een
andere manier weg. Op 4 februari 1863 vertrekken ze met
ontslag. Dan is er geen Menist meer op de kolonie.