Het vrije kolonistengezin van Samuel de Lange en Dirkje de Waal uit Rotterdam, vanaf 1829 in Willemsoord, verliest al snel de vrouw des huizes

De subcommissie van weldadigheid Rotterdam mag in 1829 een gezin in de vrije koloniën plaatsen 'uit de contributie'. Zie een uitleg van dat begrip. Rotterdam draagt het gezin van Samuel de Lange en Dirkje de Waal voor en op 25 oktober 1829 komen zij in de kolonie aan.


Willemsoord

Ze worden gehuisvest in hoeve 132 van de kolonie Willemsoord, zie voor de locatie dit kaartje. Ze staan geadministreerd op scan 41 van het stamboek van Willemsoord met invnr 1359. Zie bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn.

Van die inschrijving neem ik de gezinsgegevens over, met de kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen zijn van een particuliere organisatie en dus geen officiële bron waarop blindgevaren mag worden.

Gezinssamenstelling

Samuel de Lange is volgens die inschrijving geboren in 1782 te Rotterdam. Volgens een trouwakte als zoon van Cornelis de Lange, hovenier, en Sophia Hogman. Hij is net als de rest van het gezin gereformeerd. Hij is getrouwd met:

● Dirkje de Waal, geboren in 1788. Het echtpaar heeft de volgende kinderen bij zich:

● Cornelis de Lange, geboren 24 maart 1811,
● Samuel de Lange, geboren 31 augustus 1812,
● Johannes de Lange, geboren 4 maart 1817,
● Hermanus de Lange, geboren 13 april 1820, en
● Sophia Johanna de Lange, geboren 16 april 1824.

1829-1832

De inschrijving loopt door in het stamboek met invnr 1360. Daar wordt gemeld dat:

Op 8 december 1830 overlijdt de vrouw des huizes Dirkje de Waal.

De weduwnaar De Lange krijgt dan vrouwen als ingedeelde in huis die voor het huishouden kunnen zorgen, bijvoorbeeld Jeltje Klazes Riemersma, zie haar pagina.

Op 15 maart 1831 gaat zoon Samuel de Lange in militaire dienst en hetzelfde doet zoon Cornelis de Lange op 15 september 1831. Ze zullen allebei later nog terugkomen.

In 1832 komt er een nieuwe bewoonster in Willemsoord en gaat Samuel de Lange hertrouwen en daarvoor wippen we even over naar:

Het vrije kolonistengezin van Willem Zuidhoorn en Elisabeth Johanna de Vos uit Rotterdam verdwijnt razendsnel naar de strafkolonie


De 'Regenten van het algemeen Armbestuur' te Rotterdam hebben op 9 april 1821 met de Maatschappij van Weldadigheid het contract A32 afgesloten. Uitleg over A-contracten staat ook op deze pagina en vandaar kun je doorklikken naar een lijst met alle afgesloten A-contracten.

Aankomst

In het kader van dat contract arriveren op 21 oktober 1821 enkele Rotterdamse gezinnen, waaronder dat van Willem Zuidhoorn en Elisabeth Johanna de Vos. Er is een aankomststaat in invnr 1343. Daarvan zijn geen scans dus we moeten het doen met mijn gebrekkige fotootje:


Drie kinderen en drie ingedeelden. De '6' links staat voor kolonie 6, het net opgerichte Willemsoord-Steggerda, waar ze gehuisvest worden in hoeve 6. Van die kolonie zijn uit die periode geen stamboeken bewaard gebleven, dus het is voorlopig gissen naar de geboortedata.

Van de kolonie verwijderd

Uit het maandblad van de Maatschappij de Star van januari 1823 blijkt dat Willem Zuidhoorn er een tijdje vandoor is geweest:


Het gedrag der kolonisten blijft, over het geheel, onberispe­lijk. Echter zijn in deze maand, ter bewaring der goede orde en doorgaande ondergeschiktheid, voor den Raad van Policie te Steenwijk gebragt eenige kolonisten, die de koloniën heimelijk hadden verlaten, doch vrijwillig zijn teruggekomen.

Onder dezen behoordt de kolonist zuidhoorn, die zich gedurende 3 of 4 maanden van zijne vrouw en kinderen had verwijderd. Zoo ook is de kolonist van der werf voor gemelden Raad verschenen, dewijl hij zich niet had ontzien, brieven te schrijven, waarin de koloniale Direktie op eene alloronbetamelijkste wijze werd gelasterd, en dat wel, volgens zijne eigene bekentenis, om daardoor het medelijden zijner vrienden op te wekken, en hem eenig geld of goed te zienden, waaraan hij in het bijzonder geen het minste gebrek heeft.
Beide deze kolonisten zullen naar de Ommerschans worden overgebragt.


Strafkolonie

Volgens dit overzicht komen ze op 21 januari 1823 in de strafkolonie op de Ommerschans aan. Ze worden ingeschreven in het register van strafkolonisten met invnr 1442. Daarvan zijn geen scans, maar wel foto's op bonmama. Klik op 'spring naar eerste blad' en vul in record 14 en je komt bij de inschrijving van de Zuidhoorns.

Eindelijk hebben we geboortedata en uit deze inschrijving neem ik de gezinsgegevens over, met dezelfe kanttekening als hiervoor bij het gezin De Lange.

Gezinsgegevens

● Willem Zuidhoorn is volgens deze inschrijving geboren 23 juli 1786, volgens zijn overlijdensakte als zoon van Cornelis Zuidhoorn en Flora van der Leick. Hij is net als de rest van het gezin gereformeerd. Hij is getrouwd met:

● Elisabeth Johanna de Vos, geboren 6 december 1786 te Rotterdam. Volgens een trouwakte als dochter van Cornelis de Vos en Margreta Rijkhof. Bij het echtpaar staan de volgende kinderen ingeschreven:

● Cornelis Johannes Zuidhoorn, geboren 2 februari 1817,
● Johannes Zuidhoorn, geboren 26 april 1819, en
● Jacobus Zuidhoorn, ook geboren 26 april 1819, een tweeling dus, maar Jacobus is te Willemsoord al overleden op 25 oktober 1821.

Op 26 mei 1823 overlijdt op de Ommerschans de man des huizes Willem Zuidhoorn.

Request

In 1825 doet Elisabeth Johanna de Vos weduwe Zuidhoorn een poging de vrijheid voor haar en haar twee zoons te krijgen. Blijkbaar heeft ze gepraat met bedelaars op de schans en die hebben haar verteld dat ze bij Binnenlandse Zaken moet zijn. Dus schrijft ze (of laat ze schrijven, dat weet ik niet want de brief bevindt zich niet in het koloniearchief) aan Binnenlandse Zaken.

Daarop stuurt Binnenlandse Zaken het op 1 juli 1825, invnr 75, door naar de permanente commissie van de Maatschapij van Weldadigheid:

Ik heb de eer UWelEd: hierbij te zenden een request van de wed: Zuidhoorn, geb: van Rotterdam om ontslag als coloniste in de Ommerschans, met verzoek om mij Uwe consideratien omtrent hetzelve mede te deelen.


Nul op het rekwest

Het antwoord van de permanente commissie laat zich raden: daar heeft u niets mee te maken. Waarop Binnenlandse Zaken op 16 juli 1825, invnr 75, schrijft:


Gezien het request van de wed. Zuythoorn, gebore de Vos, verzoekende om uit de strafkolonie de Ommer­schans, wederom in de vrije colonien geplaatst, en als dan uit deze ontslagen te worden.
gelet op het berigt bij de Permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheid te 'S Gravenhage omtrent voorsz. request ingewonnen.
In aanmerking nemende dat de requestrante niet ten gevolge van een contract door het Gouvernement met de Maatschappij voorsz. aangegaan in hare colonien is opgezonden geworden.
Verwijst de requestrante met het 1e lid van hare verzoek aan de Commissie voormeld, en met het tweede aan de administratien voor welker rekening zij in de voormelde colonien is opgenomen.

Terug naar Rotterdam?

Uit een latere brief op 2 juli 1830 blijkt dat Elisabeth Johanna het vervolgens probeert bij de stichter van de koloniën Johannes van den Bosch, waarop ze te horen krijgt dat voor vrijlating eerst 'ijverig en oppassend gedrag' nodig is.

Dat mankeert er volgens de permanente commissie blijvend aan en daarom doet ze in 1829 aan de subcommissie Rotterdam het voorstel om de weduwe Zuidhoorn en haar kinderen terug te nemen in die stad omdat het toch niks wordt. De brief staat als een invuloefening onderaan deze bladzijde

Blijkbaar voelt Rotterdam daar niet voor, want ze blijven in de strafkolonie. Op 2 juli 1830, invnr 107 scan 22, schrijft Elisabeth Johanna een verzoekschrift aan de permanente commissie, waarin ze verzoekt met haar twee zoons helemaal uit de koloniën te mogen vertrekken.

Wilhelminaoord

De permanente commissie heeft op de brief echter geschreven:


Aan de requestrante te kennen geven, dat de subcommissie zich tegen het ontslag heeft verklaard; dat er alzoo geene termen zijn om het verzoek in overweging te nemen.

Maar later dat jaar wordt toch vastgesteld dat zij zich voldoende gebeterd hebben om naar de vrije koloniën terug te keren. Ze komen per 5 september 1830 in hoeve 4 van Wilhelminaoord en staan geadministreerd in het stamboek met invnr 1354. Er blijkt grote belangstelling voor de weduwe te bestaan:

Huwelijkskandidaat-1

Op de zitting van de kleine raad van 19 maart 1831 komt 'Pieter Postumus, van kol 2, voorzoon van vrouw Lagcher, oud 23 jaren, verzoekende te mogen trouwen met de wed Zuidhoorn, oud 44 jaren, koloniste in de 1e wijk dezer kolonie met twee kinderen'.

De naam van de aanvrager staat elders in de kolonieadministratie niet als Pothumus maar als Possemus, volgens het Meerteninstituut de eerste drager van deze naam. Er komt nog een pagina over hem.

Dergelijke huwelijken tussen jongere kolonistenzonen en oudere weduwen komen vaker voor, zie De strafkolonie pagina's 72-73 en deze pagina.

Instemming

De raad besluit er nog niks over te beslissen, maar het eerst eens aan de weduwe Zuidhoorn zelf te vragen. Dat is op de raadzitting van 26 maart 1831 gebeurd (zelfde kleine raadpagina) en bij artikel 4 staat:


De Onder-Directeur Bosma berigt, dat de wed. Zuidhoorn over het gedane voorstel van Pieter Postumus gehoord heeft, en dat zij insgelijks verzoekt met dien jongeling een wettig huwelijk aantegaan, gelijk zij zulks ook aan den Adjunct-Directeur Bersma had te kennen gegeven. De toestemming daartoe zul dus bij den Heer Directeur worden aangevraagd.


Willemsoord

Maar of de directeur vindt het niet goed of de permanente commissie vindt het niet goed of de beoogde huwelijkpartners bedenken zich, ik weet het niet, maar het gaat in ieder geval niet door. Ik weet ook niet of het er iets mee te maken heeft, maar ik denk het wel, dat de weduwe en haar zoons op 5 mei 1831 worden overgeplaatst naar de kolonie Willemsoord.

Ze staan nu in het stamboek Willemsoord met invnr 1360 als bewoners van hoeve 119, zie de locatie op dit kaartje. Dat is best een eindje uit de buurt van de hoeve van Samuel de Lange, maar toch...

Huwelijkskandidaat-2

Op de zitting van de kleine raad van  oktober 1831 verschijnen:


Samuel de Lange en de weduwe Zuidhoorn, beide van Kolonie no.3 verzoeken met elkander in het huwelijk te treden, de eerste is oud 49 jaren hebbende drie kinderen bij zich, waarvan de oudste 14 jaren en de jongste 7 jaren oud is. De andere is oud 45 jaren en heeft twee eigen kinders bij zich, de eene oud 14 en de andere 12 jaren. De Raad oordeelt dat dit een goed huisgezin uit kan maken waarom ze dit huwelijk aan de Permanente Commissie voorsteld.

De uitdrukking 'dat dit een goed huisgezin uit kan maken' wordt geciteerd in De strafkolonie pagina 74. Samuel de Lange en Elisabeth Johanna de Vos treden 17 mei 1832 te Steenwijkerwold in het huwelijk.


Het vrije kolonistengezin van Samuel de Lange en Elisabeth Johanna de Vos 1832-1837


Elisabeth Johanna en haar zoons verhuizen naar de hoeve van de familie De Lange. Ze worden nu allemaal beschouwd als geplaatst op het contract A32 en staan daarom in het stamboek van alle op contract geplaatste koloniebewoners met invnr 1389 met het nummer B142. Voor de overzichtelijkheid even wie er per de huwelijksdatum wonen op hoeve 132 op volgorde van leeftijd:

▪ Samuel de Lange, ± 50 jaar,
▪ Elisabeth Johanna de Vos, 45 jaar,
▪ Cornelis Johannes Zuidhoorn, 15 jaar,
▪ Johannes de Lange, 15 jaar,
▪ Johannes Zuidhoorn, 13 jaar,
▪ Hermanus de Lange, 12 jaar,
▪ Sophia Johanna de Lange, 8 jaar

Daar komt op 9 juni 1832 bij de 21-jarige Cornelis de Lange die terugkeert uit militaire dienst.

Schoorsteen dichtgelegd

Bij de raad van toezicht van Willemsoord van 14 december 1832, bijlage 1 op deze pagina, wordt Cornelis Johannes Zuidhoorn genoemd als onderdeel van een groep baldadige jongelui. door wie 'bij aan houdenheid bij kolonisten & aan deszelfs woningen alsmede aan het plantzoen op de gronden der maatschappij baldadigheden worden gepleegd'.

Door Cornelis Johannes zou met name 'een schoorsteen boven op het dak zijn digtgelegd'. Hij denkt slim te zijn door niet te verschijnen op de tuchtzitting van 29 december 1832, hoger op die pagina, maar dat heeft juist tot gevolg dat hij een dag extra opsluiting aan de broek krijgt.


Wilhelminaoord

De andere Cornelis, Cornelis de Lange, is de eerste die vertrekt. Op 1 juni 1833 gaat hij met ontslag, op 20 juni trouwt hij met de kolonistendochter Maria Miks en op 1 augustus 1833 wordt hij kolonist in Wilhelminaoord. Zijn verdere geschiedenis volgt lager op de pagina.

Wilhelminaoord is ook de kolonie waar de familie De Lange-Vos inmiddels naar verhuisd is. Op 19 juni 1833 gaan ze over naar hoeve 14 in die kolonie, zie de locatie op dit kaartje. Dat is Friesland. Ze staan in de stamboeken van Wilhelminaoord met de invnrs 1354 en 1355.
 

Mutaties

Het probleem van 2 maal Cornelis in het huishouden is inmiddels opgelost, maar als er geroepen wordt 'Johannes!' kan dat nog verwarring geven. Dat is voorbij als Johannes de Lange op 11 februari 1835 van de kolonie deserteert.

Cornelis Johannes Zuidhoorn gaat op 29 april 1836 in militaire dienst maar is op 21 mei 1836 al weer terug. Op 7 december 1836 gaat hij opnieuw, en nu langer, in militaire dienst.

In de tussentijd is uit militaire dienst gekomen Samuel de Lange, op 20 oktober 1836. Het jaar erop, op 26 april 1837, gaat hij drie maanden de gewone maatschappij in om een baan te zoeken. Zie de regeling waar dat op gebaseerd is. Het lukt hem en hij keert niet meer terug.

Vertrek

Wat er in 1837 precies speelt weet ik nog niet, maar daar komen we nog wel een keer achter. Het is in ieder geval dusdanig dat de nog in de kolonie wonende leden van het gezin deserteren. Op 17 juni 1837 lopen Samuel de Lange, Elisabeth Johanna de Vos, Johannes Zuidhoorn, Hermanus de Lange en Sophia Johanna de Lange van de kolonie weg.

De achterblijvers-1: Het vrije kolonistengezin van Cornelis de Lange en Maria Miks/Cornelia Frederika Schipper, twee pogingen als kolonist


Het kolonistenechtpaar De Lange-Miks woont vanaf 1 augustus 1833 op hoeve 81 van de kolonie Wilhelminaoord, zie de locatie op dit kaartje. Dat gebied heet dan nog Doldersum en zal later Boschoord gaan heten. Ze staan in de stamboeken met invnrs 1354 en 1355. Daaruit neem ik de gegevens over, met het gebruikelijke voorbehoud:

● Cornelis de Lange, zie boven, is getrouwd met

● Maria Miks, geboren 15 juli 1809. Ze hebben één kind:

● Cornelis Samuel de Lange, geboren 27 november 1833, maar die overlijdt 30 januari 1835.

Later dat jaar, op 30 mei 1835, verlaten Cornelis de Lange en echtgenote de kolonie met ontslag.

Tweede poging

Vieftien jaar later probeert hij het nog een keer. Als hij, met dank aan de subcommissie Rotterdam die nog een hoeve 'uit de contributie' overheeft, op 11 maart 1850 een koloniale hoeve betrekt, heeft hij een nieuwe vrouw en nieuwe kinderen. Ze komen op hoeve 23 van Frederiksoord, zie de locatie, en staan in het stamboek met invnr 1351. Als volgt:

● Cornelis de Lange, zie boven, is nu getrouwd met

● Cornelia Frederika Schipper, geboren 5 februari 1821. Zij hebben de volgende kinderen bij zich:

● Benjamin de Lange, geboren 24 augustus 1835. Hij gaat 15 april 1854 met ontslag,
● Cornelis de Lange, geboren 25 maart 1838. Hij deserteert 6 mei 1857, maar is de 9de alweer terug om op 1 juni 1857 opnieuw en nu voorgoed te deserteren.
● Frederik de Lange, geboren 16 januari 1841,
● Simon de Lange, geboren 21 augustus 1843.

Op de kolonie komen daar bij:
● Johanna Alieda de Lange, geboren 27 mei 1850,
● Christina Johanna de Lange, geboren 15 februari 1852,
● Pieter de Lange, geboren 28 februari 1854, en
● Hermanus de Lange, geboren 2 mei 1856.

Het wordt hem weer niet, na zeven jaar hebben Cornelis en de zijnen er alweer genoeg van. Ze verlaten 11 november 1857 de kolonie met ontslag. Dit keer voorgoed.

De achterblijvers-2: het vrije kolonistengezin van Cornelis Johannes Zuidhoorn en Alijda Haakmeester


Zoals hiervoor gezegd deserteren zijn moeder, zijn stiefvader en zijn stiefbroers en zussen op 17 juni 1837 van de kolonie. De vraag is dan ook waarom Cornelis Johannes Zuidhoorn als hij op 18 januari 1840 uit militaire dienst komt niet zijn familie achterna gaat, die waarschijnlijk weer in Rotterdam is, maar naar de kolonie trekt. Had hij al verkering?

De permanente commissie neemt op 9 januari 1840 N30 een besluit dat hij opgenomen mag worden en per 10 januari is hij ingedeelde bij de kolonist Frans van Heijnsbergen op hoeve 36 van Frederiksoord, invnr 1350.

Op 29 april 1841 gaat Cornelis Johannes over naar hoeve 35, bij de kolonist Jacobus van Geffen en later dat jaar, op 3 november 1841 wordt hij 'gehuwd ontslagen' en geplaatst als kolonist in de kolonie Frederiksoord.

Gezin

Hij staat nu in hetzelfde stamboek met invnr 1350 bij hoeve 142, zie de locatie. Met de volgende gezinsgegevens:

● Cornelis Johannes Zuidhoorn, zie boven, is getrouwd met:

● Alijda Haakmeester, geboren 21 juli 1815. Zij is kolonistendochter uit een familie waarvan ik tot nu toe alleen de gegevens op deze pagina heb gepubliceerd, maar waarvan ik later nog meer aantekeningen zal toevoegen. Het echtpaar krijgt de volgende kinderen:

● Willem Zuidhoorn, geboren 9 augustus 1842,
● Martinus Zuidhoorn, geboren 29 februari 1844. Hij overlijdt 28 november 1846,
● Jan Zuidhoorn, geboren 10 september 1845,
● Wilhelmina Zuidhoorn, geboren 6 oktober 1848
● Dirk Zuidhoorn, geboren 7 mei 1850,
● Elizabeth Johanna Zuidhoorn, geboren 21 maart 1852. Zij overlijdt 7 maart 1861,
● Kornelis Zuidhoorn, geboren 15 september 1854, en
● Maria Elizabeth Zuidhoorn, geboren 15 juni 1856

Bedwellemd

Ik heb van lang niet alle tuchtzaken transcripties, maar wel van twee waarbij akkefietjes rond Cornelis Johannes spelen.

Op de zitting van 19 mei 1845 moet hij voorkomen omdat hij 'zich zoude hebben schuldig gemaakt aan het misbruik van sterken drank'. Uit bijlage 3 lager op die pagina blijkt dat het heeft gespeeld op 5 mei en ter verontschuldiging vertelt Cornelis Johannes 'dat hij door den verkooper der varkens op sterken drank is getracteerd geworden en juist niet door de groote hoeveelheid van den drank  maar door den lange weg is bedwellemd geraakt'.

Maar hij betuigt zijn leedwezen hierover en de raad van toezicht meldt dat Cornelis 'bij alle leden van den raad bekend staat als een ijverig en ordentelijk man' en bij de tuchtraad komt hij er vanaf met de lichte straf van drie dagen opsluiting.

Eene snede brood

Uit de zitting van 16 juli 1846 en de bijbehorende bijlage 2 wordt duidelijk dat Cornelis Johannes Zuidhoorn werkt als bakkerknecht in de bakkerij waar voor Frederiksoord brood gebakken wordt. Aardappelbrood natuurlijk, want dat wordt in alle koloniën gegeten. In het 'kamertje waar de arbeiders gewoon zijn hunne kleederen uit- en aan te trekken' had hij van een andere bakkersknecht 'eenmaal eene snede brood' ontvangen.

Hij vertelt dat hij zich 'met het ontvangene bezwaard en verlegen gevoelde', maar ondanks het feit dat het slechts eenmaal was gebeurd stuurt de tuchtraad hem acht dagen de strafkamer in. En de permanente commissie wil zelfs dat hem en de andere bakkersknechten het werk ontnomen wordt en ze aan de landarbeid moeten.

Tot slot

Misschien is er meer, maar als gezegd heb ik van lang niet alles transcripties.

De inschrijving loopt door in het stamboek met invnr 1351, waar hoeve 142 wordt omgenummerd tot hoeve 133, en in de stamboeken met de invnrs 2999 en 3000, in welke laatste ze op hoevenummer 24 wonen. Daar is genoteerd dat het gezin met ontslag de kolonie verlaat op 5 november 1864. Dan is de laatste van de families Zuidhoorn en De Lange van de kolonie verdwenen.