In de naslagwerken die op het
Drents Archief bekend staan als 'de rode boeken van
Kloosterhuis' trof ik een fraai rijmpje, zonder enige verdere
bronvermelding. Het rijmpje gaat als volgt:
Kamans rijdt de ossewagen
Arie kan zijn moeder dragen
Aaldert heeft de os aan touw
En Grietje luid jij de bel eens
gauw.
Voor een deel begrijp ik het,
maar voor een ander deel kan ik er geen chocola van bakken. En
van dat soort dingen kan ik zóóóóó nieuwsgierig worden...
Het is wél duidelijk over welk kolonistengezin het gaat. Willem
Kamans bewoont een hoeve in kolonie III, Willemsoord. Hij is op
die hoeve de opvolger van zijn vader, Arie Kamans, die in 1820
vanuit Schiedam naar de kolonie kwam. In de voordrachtsbrief van
Schiedam van 11 oktober 1819 melden ze eerst dat de vorige
kandidaat-kolonist is overleden en dragen ze vervolgens 'Arie
Kammans' voor, maar die tweede 'm' verdwijnt verder. Bij die
voordracht noemen ze hem 'Timmermans knecht, bevorens bakker' (zie
hieronder een fragment uit die brief, Drents Archief, toegang
0186, invnr 53):
Arie Kamans was al in 1823 overleden, de weduwe en zes kinderen
werden overgeplaatst van Frederiksoord-2 naar Willemsoord. In
1847, als zoon Willem 33 jaar oud is, wordt de hoeve
overgeschreven op zijn naam.
Als zovele kolonistenzonen is Willem Kamans getrouwd met een
kolonistendochter. Hendrika Catharina Doornbos, dochter van een
Groninger die in 1821 in Wilhelminaoord geplaatst werd. Willem en
Hendrika hebben drie kinderen: dochter Margaretha Kamans, wat dan
de Grietje uit het rijmpje zal zijn, en de zonen Aaldert Kamans en
Arie Kamans. Daarmee zijn dan alle namen uit het rijmpje wel
afdoende ingevuld.
Met de namen bekend, kan ik ook proberen het wat nader te dateren.
Willem Kamans overlijdt in 1882, dus het is in ieder geval van
vóór die tijd. De zoon Arie, die verondersteld wordt zijn moeder
te dragen, is de jongste van het gezin en is geboren in 1854.
Zonder me te willen begeven in speculaties hoe zwaar zijn moeder
is, ga ik er van uit dat hij minstens 16 moet zijn om die
krachttoer te verrichten. Het rijmpje zou dus tussen 1870 en 1882
tot stand gekomen moeten zijn.
Dan de herkomst. De 'rode boeken van Kloosterhuis' ontlenen hun
naam aan ir. Cecilia Kloosterhuis die in de jaren zeventig van de
vorige eeuw baanbrekend onderzoek heeft gedaan in de archieven van
de Maatschappij van Weldadigheid. Zij schreef daarover het boek 'De bevolking van de vrije koloniën
der Maatschappij van Weldadigheid' en zij nam de gegevens
uit de bevolkingsadministratie van de Maatschappij over op
zelfgemaakte 'gezinsbladen'. Die gezinsbladen bevinden zich in De
Koloniehof, het museum van de Maatschappij van Weldadigheid in
Frederiksoord, en die zijn - met veel tikfouten - overgetypt en
opgenomen in die al genoemde 'rode boeken van Kloosterhuis' bij
het Drents Archief.
En daarin trof ik dit dus dit rijmpje.
Als gezegd zonder nadere bronvermelding.
Het kan afkomstig zijn uit de correspondentie tussen de directeur
van de kolonie en de landelijke leiding in Den Haag. Maar eerlijk
gezegd zou het mij verbazen als de directeur zo'n frivool rijmpje
had genoteerd.
Er is ook nog een andere mogelijkheid.
Mevrouw Kloosterhuis is geboren en getogen in Willemsoord.en ik
kan mij voorstellen dat dit rijmpje een stukje 'dorpshistorie' is
die zij overgeleverd heeft gekregen.
Nakomelingen van de koloniale Kamansen schreven dat de familie
Kloosterhuis inderdaad 'buren' (op 100 meter) van hun voorvader
waren.
Bert Mulder van de Dorpsgemeenschap Willemsoord wist mij te
vertellen dat Arie Kamans 'woonde schuin aan de overkant (richting
Steenwijk) van Hoeve Generaal van den Bosch in een koloniehuisje
waarin een winkeltje was gevestigd'.
Dat wekt de indruk dat ze met negotie langs de huizen gingen. Maae
dat is gissen. Mocht iemand in staat zijn meer duidelijkheid te
verschaffen, dan zou ik dat heel fijn vinden.
Naast onduidelijkheid over de herkomst van het geciteerde rijmpje,
vraag ik mij nog twee dingen af:
Waarom moest die moeder door Arie gedragen worden?
Waarom - ter aankondiging van 'wat'? - moet er door Grietje een
bel geluid worden??
Over de meespelenden:
Elders op de site staat een krantenberichtje uit september 1820
waarin die subcommissie van weldadigheid melding maakt van de
plaatsing van Arie Kamans op de kolonie, zie hier.
Hij staat ook bij de lijst van eerstaankomenden in
Frederiksoord-2, zie
deze pagina, en de familie komt even voor op de pagina Hille
Arie Kamans en zijn
nakomelingen staan in de Stamboom Hettema. Er
zijn héél veel Arie's in de familie, maar dit is de stamvader in
koloniale zin, dat wil zeggen degeen die zich in 1820 door de
subcommissie Schiedam in de kolonie geplaatst werd.