Over de Rotterdammer Dirk van Jeveren in de kolonie Willemsoord, zijn huwelijk met het buurmeisje dat een 'ware stiefmoeder' schijnt te zijn, het verschil tussen Cornelia en Cornelis, en matige arbeidsproductiviteit

De Commissie van Oppertoezigt over 't Algemeene Armbestuur te Rotterdam sluit in januari en februari 1820 twee zogenaamde A-contracten met de Maatschappij van Weldadigheid. Zie een uitleg over A-contracten op deze pagina.


Dankzij die contracten mogen ze een heleboel weeskinderen en gezinnen naar de kolonie sturen en in dat kader dragen ze op 29 april 1820 het gezin Van Jeveren voor: invnr 55 scan 228, zie helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn, de scannummers kunnen ingevuld in een vakje rechtsonder.

Hoewel ik niet zo'n vertrouwen heb in de accuraatheid van de Rotterdamse notabelen, neem ik hier de door hen verstrekte gegevens over, aangevuld met data uit de (ook niet zo betrouwbare) kolonieadministratie:

Gezinssamenstelling

Dirk van Jeveren is volgens Rotterdam dan 40 jaar oud, volgens de kolonieadministratie is hij geboren 19 maart 1780 te Delft. Hij is 'gereformeerd maar geen lidmaat' en 'sjouwer van beroep'. Hij is op 1 februari 1807 getrouwd met:

Maria van der Pol, oud 47 jaar, geboren 23 februari 1772 te Rotterdam. Ook zij is 'gereformeerd, maar mede geen lidmaat'. Ze komen naar de kolonie met de volgende kinderen:

Johannes van Jeveren, volgens Rotterdam geboren 20 september 1807, maar dat moet 19 september zijn,
Cornelia van Jeveren, geboren 15 maart 1811,
Julianus Andreas van Jeveren, geboren 10 oktober 1812, en
Gerrit van Jeveren, geboren 8 oktober 1815.

Aan die gegevens wordt op 2 juni 1820, invnr 55 scan 532, toegevoegd dat 'Dirk van Jeveren zegt mede iets van de landbouw te verstaan'.

Willemsoord

Drie dagen later, invnr 55 scan 569, laat de kassier van de Maatschappij van Weldadigheid, Petrus Ameshoff, weten dat hem te Amsterdam niet was verteld dat Van Jeveren en drie andere Rotterdamse gezinnen op weg naar de kolonie waren. Maar hij helpt ze toch verder, want op 7 juni 1820 arriveert het gezin van Dirk van Jeveren in Willemsoord. Dat is nog maar net opgericht en de eerste gezinnen zijn er pas vanaf 1 juni, dus ze behoren tot de eersten die als woonplaats Willemsoord kunnen opgeven.

De subcommissie van weldadigheid te Rotterdam is zo trots op de hoeveelheid mensen die ze naar de kolonie kan sturen, dat ze er een krantenbericht aan wijdt dat bestaat uit één zin met 1 punt-komma en 33 (!!!) komma's. Die zin staat op deze pagina.

Hoeve 23

In een stamboek dat verkeerd in de inventaris staat, maar dat ik heb beschreven op deze pagina, staan ze ingeschreven als bewoners van hoeve 23 van Willemsoord.
Zie dit plaatje:



Als je goed kijkt kun je zien dat de klerken van de kolonie er weer een zootje van maken: dochter Cornelia staat ingeschreven als Cornelis !!

Bovendien zie je dat bij hun in huis is ingedeeld de wees:

Carel van Kampen, geboren in 1803, afkomstig uit Dordrecht en van beroep 'zadelmakersknegt'.
 

Lidmaat

In het maandblad de Star van augustus 1820 zit tegenover pagina 616 een schema waarop te zien is wat het gezin van 21 juni tot en met 2 juli 1820 verdiend heeft (zie hier hoe de Stars op delpher.nl op te halen zijn). Ze noemen hem daar 'Jever' en dat komt vaker voor.

Aan het lidmaat zijn van de gereformeerde kerk wordt door Dirk van Jeveren gewerkt. In een overzichtje gedateerd 1 mei 1821, invnr 57 scan 192, meldt de dominee van Steenwijkerwold, Jentink, dat Dirk als lidmaat is aangenomen.
Dat lijstje wordt ook afgedrukt in de Star van september 1821 op pagina 686, zie hier:




Hoeve 23 wordt hernummerd tot hoeve 10 en ze zijn honkvast, want ze gaan nooit meer weg uit die hoeve, ze blijven altijd op die plek wonen. Zie de locatie op dit kaartje.


Ontslag?

Op 22 juni 1823 overlijdt echtgenote Maria van der Pol. Dan heeft Dirk van Jeveren er ook geen zin meer in, hij vraagt voor hem en zijn gezin ontslag van de kolonie. Maar hij krijgt geen toestemming. Op 11 november 1823, invnr 67 scan 351, deelt de subcommissie Rotterdam mee dat het Rotterdamse Armbestuur heeft besloten 'het verzochte ontslag uit de koloniën van 't huisgezin van Dirk van Jeveren buiten effect te stellen, vermits de schuld derzelve, door hun (= het Armbestuur) te voldoen, te bezwarend zoude zijn'.

Volgens het brievenboek met invnr 20 (daarvan zijn geen scans) besluit de permanente commissie op 20 november 1823 'om aan den Heer Direkteur te melden de weigering van het Alg Armbestuur te Rotterdam in het verzoek om ontslag van D. van Jeveren'.
Dus ze moeten blijven.


Trouwplannen-1

Dan maar hertrouwen. De keus valt op de weduwe Goblé die van zichzelf Johanna Woortman heet en die is geboren op 5 mei 1792. Als ze elkaar hebben gevonden gaan ze dat melden aan de directeur en die schrijft op 3 augustus 1824, invnr 70 scan 247, aan de permanente commissie: 'Eindelijk heb ik eer ter kennis van de Permanente Kom­missie te brengen, het verlangen van de kolonist Dirk van Jeveren, kol. N3 en de kolonisten wed. Goblé kol. N6 tot het aangaan van een wettig huwelijk, met verzoek mij te informeren of dat van onzen zijde kan worden toegestaan.'

Wispelturig

De permanente commissie geeft toestemming, maar... ze trouwen niet. Een half jaar later, op 30 januari 1825, invnr 72 scan 300, meldt de directeur: 'Eindelijk heb ik de eer de Permanente Kommissie te berigten dat de wed. Goblé kol. N6 van de aan haar verleende permissie tot het aangaan van een huwelijk dd. 19 aug. 1824 N437 geen gebruik heeft gemaakt, en nu met en benevens Arie, zoon van den kolonist Kuiters kol. N3 verlangd te trouwen, waartoe beide de toestemming hebben gevraagd.'

Ik heb daar ooit een verhaaltje van gemaakt voor de dorpsgemeenschap Frederiksoord-Wilhelminaoord, zie hier.

Trouwplannen-2

De volgende kandidaat is het buurmeisje op hoeve 12.

Hendrika Christina Stahl of Staal is volgens de kolonieadministratie geboren te Enkhuizen op 11 november 1803, maar volgens familieonderzoekers op 21 oktober 1803. Zij heeft een kind:

Willem van Gelderen, geboren op 13 november 1825, dus blijkbaar is Hendrika Christina getrouwd geweest met ene Van Gelderen. Al zegt de kleine raad later dat het kind in onecht is geboren en ik kan ook nergens een huwelijk met ene Van Gelderen vinden, maar hoe komt Willem dan aan die achternaam?

Op de zitting van de kleine raad van 28 januari 1826 komt Dirk vragen om met Hendrika Christina te mogen trouwen. Maar 'de zamenvoeging dezer lieden tot een huwelijk' komt 'den raad zoo ongeschikt voor', dat ze geen toestemming geeft. En de directeur sluit zich daar bij aan.

Toch trouwen

Als de permanente commissie vraagt waarom ze geen toestemming geven, heeft de kleine raad in dit stuk niet zoveel te zeggen, 'alleenlijk dat hare ouders er tegen zijn'. Waarop de permanente commissie, lager op diezelfde pagina, vindt dat ze het huwelijk niet moet tegenhouden, 'kunnende hem evenwel duidelijker de gevolgen die daarvan te vrezen zijn, ernstig worden voorgehouden'.

Dat laatste helpt ook niet, op 20 april 1826 treden Dirk van Jeveren en Hendrika Christina Staal te Steenwijkerwold in het huwelijk. Het gedoe rond het weigeren van toestemming staat beschreven in De strafkolonie pagina 72.

Stamboeken

Er zijn, vanaf midden 1825, stamboeken bewaard gebleven en in invnr 1358 vinden we de familie op hoeve 10 op scan 7. De Dordtse wees Carel van Kampen is inmiddels vertrokken (om precies te zijn op 27 april 1825), Hendrika Christina en haar zoontje Willem van Gelderen zijn er bij in getrokken.

Na het huwelijk wil Dirk van Jeveren met verlof naar Rotterdam. Op de zitting van de kleine raad van 10 juni 1826 komt hij verlof vragen. Maar dat verzoek wordt afgewezen.


Kinderen

Op 28 september 1826, exact negen maanden na de dag dat Dirk van Jeveren bij de kleine raad toestemming kwam vragen om te mogen trouwen, wordt het eerste kind uit dit huwelijk geboren. Er zullen er meerdere volgen, in totaal:

Pieter Meinderd van Jeveren, geboren 28 september 1826,
● Johanna Maria van Jeveren, geboren 11 oktober 1828,
● Theodora van Jeveren, geboren 6 december 1830,
● Theodorus Jacobus van Jeveren, geboren 17 april 1833, maar hij overlijdt 27 november 1839,
● Margaretha Theodora van Jeveren, geboren 12 december 1834,
● Johannes Bernardus van Jeveren, geboren 12 juni 1837,
● Theodora Wilhelmina van Jeveren, geboren 30 september 1839, en
● Theodorus Jacobus van Jeveren, geboren 25 maart 1842, maar hij overlijdt 4 augustus 1842.

1827, zoon Johannes verbannen

In het stamboek wordt aangetekend dat zoon Johannes van Jeveren wordt verbannen naar de strafkolonie op de Ommerschans, waar hij blijkens dit overzicht op 10 juni 1827 aankomt. Ook hij staat ingeschreven met de achternaam Jever.

Maar... er valt niet achter te komen wat hij misdaan heeft. Er is geen tuchtverslag bewaard gebleven en in brieven komt het besluit tot verbanning ook niet voor. Het zal vermoedelijk altijd een raadsel blijven.


De Oost

Op de zitting van de kleine raad van 10 november 1827 komt vader Dirk van Jeveren vragen om 'twee dagen verlof Ommerschans, om zijnen zoon te zien, die dienst genomen zoude hebben voor de Oostindiën'. Het mag van de kleine raad.

En inderdaad heeft Johannes van Jeveren zich aangemeld voor de Oost. Daarover gaan op 16 november 1827 de scans 246, 249 en 252 van invnr 88. Hij staat daar op overzichten tussen de bedelaarskolonisten, hoewel hij dat dus niet is.

Maar het duurt allemaal best lang. Pas op 13 april 1829 wordt gemeld, invnr 96 scan 528, dat hij bij geneeskundig onderzoek geschikt is bevonden en hij vertrekt uiteindelijk naar de Oost op 7 mei 1829.


1828, Cornelia deserteert

Uit een overzichtje op 12 januari 1828, invnr 89 scan 118, blijkt dat de familie Van Jeveren behoort tot de drie minst verdienende gezinnen in Willemsoord. Dat is van belang om door de kleine raad te laten bepalen welk gezin het meeste spinwerk krijgt toegewezen, maar ze worden dus wel voornamelijk door de Maatschappij onderhouden.

Op 7 mei 1828 deserteert Cornelia van Jeveren, ingeschreven als Cornelis van Jeveren, van de kolonie. Een reden voor die desertie wordt niet gegeven, maar het zou te maken kunnen hebben met de houding van Hendrika Christina, want 11 april 1829,  invnr 96 scan 500, schrijft de directeur dat 'de stiefmoeder ten aanzien der voorkinderen eene ware stiefmoeder schijnt te zijn'.


1829, vertrek Cornelia en Julianus Andreas

Uit het stamboek met invnr 1359 op scan 3 blijkt dat zij 30 december 1828 weer terugkeert en dan stijgt de verwarring over Cornelia/Cornelis ten top. In een brief op 26 januari 1829, invnr 95 scan 679, maakt de directeur voor eens en voor altijd duidelijk dat er nooit een Cornelis in huize van Jeveren heeft gewoond. Ze staat nu correct ingeschreven als Cornelia, maar niet voor lang: op 1 augustus 1829 vertrekt ze om 'te gaan dienen'.

Op een onbekende, want niet genoteerde datum gaat ook Julianus Andreas van Jeveren er vandoor en ook hij keert na een tijdje terug. Daarna gaat hij met officieel ontslag op 7 november 1829. Hij is dan pas 17 jaar en dat is jong om van de kolonie te vertrekken, maar de directie heeft wel vertrouwen in zijn vermogen om zelf de kost te verdienen.


Brood ingehouden

Omdat de directie denkt dat vader Dirk medeplichtig is aan zowel de desertie van zijn dochter als die van zijn zoon, sterker nog: dat hij ze heeft gezegd dat ze van de kolonie af moeten gaan, volgen er strafmaatregelen: er wordt brood ingehouden. In een niet bewaard gebleven brief protesteert Dirk van Jeveren daartegen en dan legt de directeur op 11 april 1829, invnr 96 de scans 500 en 501, uit hoe het allemaal zit.

Volgens hem heeft Dirk van Jeveren zijn dochter naar Rotterdam gestuurd en ook zoon Juliuanus Andreas weggezonden. Pas na het inhouden van brood en 'na Van Jeveren het verkeerde zijner handelwijs te hebben doen opmerken' (dus een donderpreek van de directie) waren ze teruggekeerd. De directie vindt het geen doen dat de als 'zwak' omschreven Dirk gezonde jonge arbeidskrachten aan de koloniale arbeid onttrekt.


Het geloof

Er speelt nog iets rond het gezin. Als dominee Jentink van Steenwijkerwold op 13 oktober 1828, invnr 94 scan 150 en 153, meldt wie in Willemsoord tot zijn gemeente behoren, noemt hij ook de in 1826 geboren Pieter Meinderd van Jeveren. Het is de vraag of dat geen misvatting is en de dominee schrijft er ook bij: 'De vrouw is roomsch'.

En dat klopt, want Hendrika Christina is rooms-katholiek en het gevolg van de twee geloven op één kussen is dat de kinderen van haar en Dirk van Jeveren in de boeken van de Maatschappij ook meestal als rooms-katholiek staan. In een tijd waarin dominees en pastoors elkaar bevechten voor elk zieltje telt dat zwaar.


Meer stamboeken

Vanaf midden 1829 wordt een apart stamboek aangelegd voor alle op contract in de kolonie geplaatste personen en daar staat het gezin ook op. Ze staan met het nummer 104 op scan 40 van Invnr 1389. De laatste kolom levert  soms aanvullende informatie, zoals de ontslagdatum van Julianus Andreas.

Ondertussen staan ze ook gewoon in de stamboeken van Willemsoord, waarbij we inmiddels aangekomen zijn bij invnr 1360 scan 11. Daarna gaat het verder in invnr 1361 scan 11, invnr 1362 scan 12 en invnr 1363 scan 13.

1830-1833

Een overzicht in invnr 102 scan 568 bepaalt wat er in 1830 op het landje van de familie Van Jeveren zal bebouwd worden aan klaver, rogge, aardappelen, brem en tuingroenten.

Als er door de Maatschappij bezuinigd wordt en nieuwe strengere regels zijn vastgesteld behoort Dirk van Jeveren tot de massale delegatie uit Willemsoord die daartegen komt protesteren op de drukste zitting ooit van de kleine raad op 12 maart 1831, beschreven in De strafkolonie pagina 123.

Het laatste nog thuis wonende kind uit het eerste huwelijk van Dirk, Gerrit van Jeveren, vertrekt op 18 april 1832 om zijn militaire dienstplicht te vervullen.

In oktober 1833 wordt bepaald, invnr 141 scan 169, dat het gezin voortaan niet meer 21 pond brood per week krijgt maar 19.


1834

Op de zitting van de kleine raad van 7 juni 1834 wordt genoteerd: 'Vrouw van Jeveren van kolonie 1, verzoekt verlof naar Rotterdam voor den tijd van 14 dagen. Is niet toegestaan.'
LET OP: Verzoeken om verlof waarin al dan niet toegestemd wordt, kunnen veel vaker gedaan zijn, maar ik heb van lang niet alle kleine raadzittingen transcripties !!

Kort hierop moet Hendrika Christina zich verantwoorden voor de tuchtraad. Dat begint bij de Raad van Toezicht van Willemsoord op 14 juni 1834, bijlage 1 op deze pagina, als ze 'in drift tegen den Doctor is uitgevallen, om dat hij hulp weigerde aan haar kind'. Ze heeft berouw en als het 18 juni 1834 bij de Raad van politie en tucht komt, hoger op diezelfde pagina, komt ze er met een vermaning van af.

Op 10 augustus 1834 keert zoon Gerrit van Jeveren terug van zijn militaire diensttijd.


1835, vertrek Gerrit

Op 25 maart 1835 gaat Gerrit van Jeveren met drie maanden groot verlof om een betrekking te zoeken in de gewone maatschappij. Zie de regeling voor koloniejongeren waar dat groot verlof op gebaseerd is.

Als hij niet terugkeert en dus blijkbaar geslaagd is in zijn opzet, wordt hij formeel ontslagen en dan zijn alle kinderen uit het eerste huwelijk van Dirk van Jeveren het huis uit en is er een einde gekomen aan de rol als stiefmoeder van Hendrika Christina.

Uit de stukken wordt steeds duidelijk dat ze behoren tot de minst productieve gezinnen op de kolonie. In 'den staat van verdiensten van den 17 tot en met den 23 mei 1835', invnr 159 scan 462, blijkt het gezin slechts minimaal aan werk verzet te hebben. En in een lijstje uit juni 1836, invnr 172 scan 315, wordt het gezin gerekend tot de 'invaliden'.


1837

Dat beeld zet zich door. Ze komen voor op een lijst van 'uitbetaling aan kolonisten op voorschot van af den 1 tot en met den 7 January 1837', invnr 179 scan 107.
En op een dito lijst van 8 tot en met 14 januari 1837, invnr 179 scan 276.
En ook op de lijst van 22 tot 28 januari 1837, invnr 179 scan 488.
Idem dito 29 januari tot 4 februari 1837, invnr 180 scan 91

Idem dito 26 februari tot en met 4 maart 1837, invnr 181 scan 225
En 26 maart tot 1 april 1837, invnr 182 scan 182
En 2 tot 8 april 1837, invnr 182 scan 256
En 14 tot 20 april 1837, invnr 182 scan 533


Verder met 1837

Zelfs in de zomer hebben ze ondersteuning nodig, van 11 tot 17 juni 1837, invnr 184 scan 391.

Over de eerste vier maanden van 1837 blijken ze koploper te zijn, aan geen ander koloniaal gezin is zoveel meer voorgeschoten dan er daadwerkelijk verdiend is, invnr 186 scan 58.

Ook de periode 6 augustus tot en met 2 september 1837 levert geen vrolijk beeld, invnr 188 scan 547. Volgens het overzicht op invnr 188 scan 577 zijn ze dan 'invalide in de 3e graad', maar ik weet niet wat daar precies mee bedoeld wordt.

Op het overzicht op invnr 189 scan 90 van 11 november 1837 hebben ze met de andere buren in de sectie gemeen dat ze op de Dankdag voor het gewas niet hebben gewerkt, dat er sprake was van 'ongunstig weder' en dat er met het aardappel rooien maar weinig verdiend kon worden.


1837, uitgescholden

En dan ook nog brutaal !!

Op de zitting van de Raad van Toezicht van Willemsoord van 24 oktober 1837, bijlage 4 op deze pagina, moet Hendrika Christina verschijnen omdat ze Pieter van der Veen heeft uitgescholden. Hij woont aan de overkant van de weg en is de sectiebaas van de eerste sectie van de eerste wijk van Willemsoord. Zij verklaart dat het schelden van beide kanten kwam.

Bij de behandeling in de tuchtraad van 25 november 1837, hoger op diezelfde pagina, zegt Van Veen dat de aanleiding voor de scheldpartij was dat hij twee zoons uit het gezin 'welke op het land oneenig waren van elkander had gehaald'. In principe kan Hendrika Christina een zware douw krijgen, want artikel 2a van het tuchtreglement, zie hier, verbiedt ongehoorzaam gedrag jegens superieuren, maar omdat ze excuses wil aanbieden en ze 'drie kleine kinderen heeft, welke de dagelijkse hulp van de moeder noodig hebben', krijgt ze geen straf.


1837-1838

Het wordt een tikje eentonig, maar we moeten nog even doorbijten. Als vanaf 2 december 1837 kolonisten bij de kleine raad vragen om extra geld, zijn ze daar eerst niet bij, invnr 192 de scans 164 tot en met 166, maar op 30 december, een paar scans verder, melden zij zich ook en krijgen zij vanwege het ongunstige weer iets extra.

Op 6 januari 1838, invnr 191 scan 175-176, staan ze op een lijst van 'kolonisten die verzoeken om eene toelage uit hunne reserve daar het aan hun uitbetaalde niet toereikende is tot de noodigste behoeften in het huisgezin'. Tegen die tijd vragen trouwens de meeste kolonisten om ondersteuning.

Idem dito op 13 januari 1838, invnr 191 scan 315-316.
En 3 februari 1838, invnr 192 scan 33 en 36
En 10 februari 1838, invnr 192 scan 38 en 41.
En 17 februari 1838, invnr 192 scan 47
En 24 februari 1838, invnr 192 scan 54.


Enzovoort

Zo gaat het nog een tijdje door. Op 3 maart 1838, invnr 193 scan 53, krijgen ze ƒ 4, 05 toegelegd, op 10 maart 1838, invnr 193 scan 59, ƒ 3,25, op 17 maart 1838, invnr 193 scan 65, ƒ 0,22½ en op 24 maart 1838, invnr 193 scan 69, ƒ 0,49. In april is er alleen op 28 april 1838, invnr 194 scan 167, hulp nodig: ƒ 0,65. Of het wordt verder niet bijgehouden of het gaat daarna beter.

1839, eerste helft

Op 18 maart 1839, invnr 206 scan 602, meldt de adjunct-directeur voor het onderwijs dat de oudste zoon, Pieter van Jeveren, heeft kunnen worden bevorderd tot de avondschool. Dat houdt in dat hij overdag net als de volwassenen gaat werken en drie avonden per week naar school moet.

Op 30 mei 1839 is een schema, invnr 212 scan 83, waarop bij vader Dirk van Jeveren staat: 'ongeschikt voor eenig werk' en bij Willem van Gelderen en Pieter van Jeveren wordt gemeld dat zij in de katoenweverij werkzaam zijn.

1839, tweede helft

Bij de oogst van 1839, meldt de directeur op 29 augustus 1839, invnr 216 scan 215, behoort de familie Van Jeveren tot diegenen bij wie zoveel rogge tekort komt, dan niet volstaan kan worden met een inhouding van brood van 6 pond per week, maar de inhouding op 12 pond bepaald wordt.

1839 was weer geen best jaar, volgens invnr 223 scan 276. Had het gezin op 1 januari 1839 nog een tekort van ƒ 104,- (dat wil zeggen wat ze méér hebben gekregen dan ze met werken hebben verdiend), op 1 januari 1840 was dat opgelopen tot ƒ 388,60.

1841-1842

Een aanvullend bewijs dat Pieter van Jeveren katholiek is, komt op 27 januari 1841, invnr 239 scan 675, als de pastoor van Steenwijkerwold meldt dat hij behoort tot diegenen die 'in den loop des gepasseerden jaars tot de eerste H. Communie zijn toegelaten'.

Bij het begin van 1842 worden geboorteaktes aangevraagd voor kolonistenkinderen die hun 16e jaar ingaan. Dus ook voor Pieter van Jeveren, invnr 256 scan 88. Het is wel fijn dat zijn ouders en het stamboek het eens zijn over zijn exacte geboortedatum.


1842-1843

Op de zitting van de kleine raad van 20 augustus 1842 wordt bij de familie dertig cent ingehouden omdat een of meer kinderen niet naar school zijn geweest. Ook hierbij geldt dat het vaker voorgekomen kan zijn, maar ik niet van alle kleine raad-zittingen transcriptie heb.

Op 4 februari 1843, invnr 292 scan 487 en scan 494 en scan 501, treedt ene Jan van Jeveren uit Rotterdam bij een notaris op als getuige, maar of dat familie is weet ik niet.

Vertrekkers-1

In het jaar dat een jongen negentien wordt moet hij meeloten voor de Nationale Militie. Voor Pieter Meinderd van Jeveren is dat 1845 en op invnr 308 scan 501 valt te zien dat hij heeft geloot in Steenwijk. Vermeld wordt: 'Ingelijfd bij het 4 Regiment Infanterie - heeft voor 6 jaren geëngageerd.' Op invnr 322 scan 90 wordt dat nog eens bevestigd. Hij vertrekt 28 april 1845 en keert niet meer in de kolonie terug.

Op 16 december 1847 overlijdt de man des huizes Dirk van Jeveren. Hendrika Christina staat op de kolonie verder bekend als de weduwe Van Jeveren.


Vertrekkers-2

Haar voorkind Willem van Gelderen verlaat 15 mei 1849 de kolonie met ontslag. In de kantlijn van het stamboek is bijgeschreven 'Ontslaan zoo hij daarop blijft aandringen' en volgens de kolonistendatabase wordt bepaald dat hij niet meer opgenomen mag worden.

De oudste dochter Johanna Maria van Jeveren gaat 23 juli 1849 met groot verlof, maar slaagt er niet in een baantje te vinden en keert 18 oktober 1849 weer terug.

Van de Raad van Politie en Tucht in de Gewone Kolonien van 14 januari 1850 heb ik geen transcriptie maar alleen een samenvatting. Drie kolonistenzonen hebben baldadigheid gepleegd in de schuur van de weduwe van Jeveren.


Tot slot

En dan gaan ze weg. Volgens het stamboek wordt daar op 14 januari 1852 bij agendapunt 2 een besluit overgenomen. Dat is invnr 716 (geen scans) en daar zullen alle betreffende stukken bij zitten, maar dat heb ik niet bekeken. In ieder geval verlaat Hendrika ChristinaStaal weduwe Van Jeveren op 27 januari 1852 voorgoed de koloniën, met medeneming van Johanna Maria, Theodora, Johannes Bernardus en Theodora Wilhelmina van Jeveren. Doei.