De subcommissie heeft begin 1825 het aanbod gekregen om - geheel
gratis - zulke gezinnen te plaatsen in het dan gereedgekomen
tweede gesticht te Veenhuizen. Op 15 maart 1825 schrijft
de subcommissie, invnr 72 scan 734 en verder (zie helemaal
bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn; op scan 737
staat een overzichtje hoe de familie er volgens de subcommissie
uitziet):
(...) hebben wij de eer de ingesloten staten van vier huisgezinnen onzer stad voor Veenhuizen UEds toetezenden, en daar bij de volgende nodige inlichting en sollicitatie te voegen, dat:
alhoewel de huisgezinnen Jaspers en van der Heijden twee kinderen boven het zoo gunstig verleend ultimatum van vijf kinderen bevatten, het der Perm. Kommissie moge goed dunken dezelve aantemerken als kinderen van Hubertus Warreman, die daardoor mede vijf bekomt;
zoodat dezelve bij het huisgezin van den laatstgenoemden worden ingeschreven, even als ons het zenden van huisgezinnen naar de vrije kolonien, welke te weinig kinderen hadden, herhaalde reizen vergund is geworden.
Wil men hebben dat daartoe de staten veranderd en aan elk ouderenpaar vijf kinderen gegeven worden, wij zijn bereid dezelve aldus overtezenden; en zoo het ons vergund is, te anticiperen op de keus der kinderen welke van Jasper aan Warreman zullen gegeven worden,
voegen wij hierbij dat vrouw Jasper liefst de beide middelbaarsten in jaren, Corn. Joh. Georgius en Martinus Pieter zoude willen missen; Van der Heijden heeft geen verschil, wie hij missen wilde, zoo het slechts het kraamkind van 4 dagen niet zij, waarmede zijn huisgezin vermeerderd is.
Men zal opmerken dat van der Wallen nu een kind minder heeft, dan in den staat, op 24 febr. gezonden; maar het zelve zal eene andere destinatie erlangen.
Buiten het gereformeerde armbestuur heefd geen ander bestuur alhier op ons aanschrijven huisgezinnen verlangen optegeven; en de bovenstaande geref: zijn slechts met vele moeite zoo ver gebragt.
De Perm. Komm. moge thans onzen voorslag goedkeuren, wij wenschen zulks ten sterksten; kan men er echter volstrekt niet in treden, dan blijft echter Jo. van der Wallen geldig, waarbij wij alsdan een huisgezin van billijke grootte uit Lisse zouden voegen, welks staat ik reeds onder mij hebbe.
Bijgevoegd zijn gezinsstaten van Crijn Nicoos Jasper en Matthijs van der Heijden:
de ouders
Crijn Nicoos Jasper 1784 verwer en glazenmakersknegt en
Francina Post 1782 schoonmaakster
de kinderen
Johanna Josina 12 july 1807 dienen
Jan Hendrik Jacob 1 nov. 1809 timmeren
Johannes 11 mrt. 1812 bezemmaker
Corn. Joh. Georgius 2 mey 1815
Martinus Pieter 11 december 1817
Christiaan Obus 8 oct. 1820
Jacobus 25 juny 1823
Gereformeerde godsdienst
te Leyden op de agtergragt aan de Rhijnburgsche Poort
de ouders
Matthijs vd Heijden 1784 grijnwever en
Rosa Cath. Grissé 1788 spinster
kinderen
Naatje 6 nov. 1807 spinnen
Kaatje Ao 1810 idem
Mietje 13 oct. 1812 idem
Grietje 7 febr. 1815
Antje 25 jan. 1818
Rosa 26 febr. 1823
Matthijs 11 mrt. 1825
Gereformeerde godsdienst
te Leijden in de Grote straat
Het gaat niet door
Het is een constructie waar de permanente commissie van de
Maatschappij van Weldadigheid niets voor voelt. Op 20 maart
1825 trekt Leiden de gezinnen terug, invnr 72, scan 823:
Onze subkommissie de redenen billijkende, op welke de Permanente Kommissie onze te talrijke huisgezinnen genoodzaakt is, afteslaan, en voor de ontwikkeling derzelve dankzeggende, verblijdt zich in staat te zijn, den staat van twee andere gezinnen te kunnen inzenden, van Jacob Garst c.s. zijnde het Lissische reeds vermelde, en dat van Andries van den Berg uit Leijden, welke zich slechts voor een paar dagen bij ons heeft aangemeld; het eerste zes en het andere zeven hoofden sterk; wier goedkeuring wij verlangen te gemoetzien.
Zie over het gezin van Andries van den Berg deze pagina. Voor de familie Jasper
betekent het dat een carrière als arbeidershuisgezin niet
doorgaat. NB: In de kolonistendatabase staat dat het gezin
wél een tijdje arbeidershuisgezin in Veenhuizen is geweest, maar
dat is NIET juist, want de voordracht hierboven is afgewezen en in
de registers van arbeidersgezinnen zijn ze nergens te vinden.
Uit de contributie
Later in 1825 mag Leiden een gezin plaatsen in de vrije koloniën
'uit de contributie' (zie een
uitleg van dat begrip). Ze dragen het gezin voor van
Matthijs van der Heijde en die lijkt naar de kolonie te
vertrekken, maar op het laatste moment haakt die af, zie daarover
op deze pagina onder het
tussenkopje 'Derde poging'.
En dan draagt Leiden de familie Jasper voor. Op 11 augustus
1825, invnr 75, schrijft de subcommissie:
Het huisgezin van M. van der Heijden is weinige dagen geleden achteruit getreden tot ons leedwezen.
Ofschoon in groote haast, melde ik dus, dat van Crijn Nicool. Jaspers mede in maart ll. door ons voor Veenhuizen aan UEds. voorgedragen, thans wordt voorgesteld in de vacature van Bodri.
Het zelve heeft wel is waar 7 kind:, de oudste 18, de jongste 2 jaren, maar wij vertrouwen dat de Perm. Komm. hier in geene zwarigheid zal maken en bevelen haar hetzelve als zeer geschikt aan.
Aan vrije kolonnistengezinnen worden niet dezelfde eisen gesteld
qua gezinsgrootte als aan arbeidersgezinnen (die in erg kleine
woninkjes gehuisvest worden) en de voordracht wordt 17
augustus 1825 geaccepteerd, zie designatie 23 in het designatieregister
1825.
Aankomst
Op 6 september 1825, invnr 75, schrijft de subcommissie
Leiden:
Wij hebben de eer UEds. medetedeelen dat het huisgezin van Jasper, sterk man, vrouw en 7 kinderen, den 2den dezer van hier naar de kol. vertrokken is, gaande de verlangde stamlijst daarvan hiernevens.
Dat is een beetje mosterd na de maaltijd, want ze zijn al op 4
september 1825 aangekomen. Er is een aankomststaat in invnr
1370, waarvan geen scans zijn zodat we het moeten doen met mijn
amateuristische fotootje:
Het op dezelfde dag aankomende kolonistengezin Slebe heeft er
verder niks mee te maken, die gaan op 28 mei 1827 op eigen verzoek
al weer weg uit de kolonie en daar heb ik verder geen
aantekeningen over.
Hoeve 69
De in het designatieregister en op dit fotootje genoemde hoeve 56
klopt niet, want als ze aankomen in kolonie 3, Willemsoord, worden
ze gehuisvest in hoeve 69 van die kolonie, zie de locatie
op dit
kaartje,
Ze staan nu ingeschreven in het stamboek van Willemsoord met
invnr 1358 op scan 26. En daarna als bewoners van hoeve 69 in de
stamboeken met de invnrs 1359, 1360, 1361 en 1362.
Van die inschrijvingen neem ik de gezinsgegevens over, met de
kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen
zijn van een particuliere instantie en GEEN officiële bron (met
als gevolg dat heel veel geboortedata niet kloppen):
Gezinsgegevens
● Crijn Cornelis Jasper zou zijn geboren in 1784. De
kolonistendatabase geeft als geboortedatum 23 maart 1783. NB:
In die kolonistendatabase staan hij en de kinderen als Jaspers,
dus met een 's' erachter. Hij komt in de stukken vaak voor met de
voornaam Nicolaas in plaats van Cornelis. Hij is getrouwd met:
● Francina Post, geboren in 1782. De kolonistendatabase
geeft als geboortedatum 13 mei 1781. Het echtpaar komt aan met de
volgende kinderen:
● Johanna Josina staat als Johanna Josina Jasper in het
stamboek, maar ze heet Johanna Josina Dubbis en is een
kind uit een eerder huwelijk van Francina Post, geboren 12 juli
1807,
● Jan Hendrik Jacob Jasper, geboren 1 november 1809,
● Johannes Jasper, geboren 11 maart 1812,
● Cornelis Johannes Georgius Jasper, geboren 2 mei 1815,
● Martinus Pieter Jasper, geboren 11 december 1817,
● Christiaan Obus Jasper, geboren 8 oktober 1820, en
● Jacobus Jasper, geboren 25 juni 1823.
Ongeschikt
■ Op de zitting van de
kleine raad van 25 februari 1826 komt 'Nicolaas Jasper,
kolonist in kolonie 3' vragen om met verlof naar Leiden te mogen.
De raad geeft toestemming en 'hierbij is in aanmerking genomen,
dat Jaspers, als ongeschikt voor alle veldarbeid, voor eenige
dagen wel gemist kan worden'.
Als die zo ongeschikt is, vraag je je af waarom Leiden het gezin
als 'zeer geschikt' heeft aanbevolen.
Ze weten blijkbaar wel hoe het hoort: als je van de kolonie af
wil moet je bij de kleine raad toestemming vragen. Maar:
■ Op 14 juni 1826 vertrekt de enige dochter in het gezin
Johanna Josina Dubbis zonder toestemming te hebben. Ze komt dus in
de boeken als 'gedeserteerd'. Dat zal met meer van de kinderen het
geval zijn.
Niet zindelijk
■ Op de zitting van de
kleine raad van 14 juli 1827 probeert de vrouw des huizes
Francina Post het op de nette manier en vraagt ze verlof naar
Leiden te gaan. Maar dat verlof krijgt ze niet en het oordeel van
de raad over het gezin is vrij vernietigend. 'Hier wordt weinig
verdiend, en doorgaans is het er niet zindelijk in huis.'
NB: Er kunnen veel meer verlofaanvragen geweest zijn, maar
ik heb van lang niet alle kleine raadzittingen transcripties.
■ Op 7 mei 1830 is in het stamboek genoteerd dat
Crijn Cornelis Jasper is gedeserteerd. Hij is op 11 september
1830 weer terug. Waarom hij voor die ongeoorloofde
afwezigheid geen straf krijgt is mij een raadsel.
Schutterij
We leven in de tijd dat de Zuidelijke Nederlanden oftewel België
zich los wil maken van de Verenigde Noordelijke en Zuidelijke
Nederlanden. De Maatschappij van Weldadigheid stimuleert het
deelnemen aan de 'algemene wapening' om daartegen op te treden,
zie de besluiten op deze
pagina.
Johannes Jasper heeft de goede leeftijd en geeft gehoor aan die
oproep. Hij gaat 22 november 1830 in dienst bij de
schutterij en zal daar bijna drie jaar blijven. In een overzicht
van de Drentse Schutterij dat ik heb staat hij niet dus hij zal
met de Overijsselse schutters meegetrokken zijn.
Stijntje
Op hoeve 72 van Willemsoord, dus vlakbij de familie Jasper, zie de
locatie, woont de familie Van Welsum. Daar moet nog een
pagina over komen, maar voorlopig staan ze alleen bij hoeve 59
(het oude hoevenummer) op de pagina Willemsoord.
Van belang in dit verband is dat ze een dochter Christina,
roepnaam Stijntje, hebben en dat die zwanger raakt van Jan Hendrik
Jacob Jasper.
Dat 'op eene onzedelijke wijze geleefd hebben' komt aan de orde
op de zitting
van de Raad van policie en tucht voor de gewone Koloniën van 22
januari 1831.
'De raad heeft hierop zoo wel Stijntje van Welsum als Hendrik
Jaspers gehoord, welke beide de waarheid dezer aanklagte belijden,
te kennen gevende voornemens te zijn, zoo spoedig mogelijk, een
wettig huwelijk met elkanderen aan te gaan.'
Strafkolonie-1
Het vonnis is verbanning voor onbepaalde tijd naar de
strafkolonie op de Ommerschans. Gelukkig mogen ze eerst nog
trouwen, 3 maart 1831 te Steenwijkerwold. Als ze daarna
blijkens dit
overzicht op 15 maart 1831 in de stafkolonie
aankomen mogen ze daardoor samen een woning in het gebouwtje van
de strafkolonie betrekken. Daar wordt geboren:
● Francina Jaspers, geboren 23 april 1831, vernoemd dus
naar de moeder van Jan Hendrik Jacob.
NB: Het hele verhaal van Christina van Welsum en eerst
Jan Hendrik Jacob Jasper en later Jacobus Jasper wordt kort ook
verteld op de pagina's 287-289 van De strafkolonie.
Terug in Willemsoord
Ze worden twee jaar vastgehouden en mogen op 12 april 1833
terug. In de tussentijd is Christina's moeder overleden en het
echtpaar Jan Hendrik Jacob Jasper-Christina van Welsum wordt als
nieuwe kolonisten op hoeve 72 aangesteld. Christina's bejaarde
vader blijft er wonen en wordt beschouwd als ingedeelde bij dit
huishouden. Hij zal zeven jaar later, 30 september 1840,
overlijden. Daarentegen komen er bij:
● Arie Johannes Evert Jasper, geboren 23 augustus 1833,
● Cornelis Johannes Gregorgius Jasper, geboren 23 augustus
1835 (dus twee verjaardagen op één dag),
● Maria Barbera Jasper, geboren 14 oktober 1836,
● Christiaan Jasper, geboren 20 november 1837, en
● Martinus Pieter Jasper, geboren 21 oktober 1839.
Verwarring-1
Vanaf april 1833 zijn er dus twee - vlak bij elkaar wonende -
kolonistenfamilies met de naam Jasper en dat maakt het allemaal
wat verwarrend.
■ Op de zitting van de
kleine raad van 16 juni 1832 is het nog duidelijk, want
dan zit zoon Jan Hendrik Jacob nog in de strafkolonie, dus dan is
het de oude Jasper die vermaand wordt omdat hij de afgelopen week
geen mest gemaakt heeft.
■ Maar op de zitting
van 14 december 1833 is onduidelijk bij wie één brood
wordt ingehouden omdat er aan de oogst '11 kop' rogge' ontbrak!
In de tussentijd - op 30 juni 1833 - is Johannes Jasper
teruggekeerd van zijn schuttersdienst. Maar eind van het jaar, 21
december 1833, deserteert hij van de kolonie en we zien hem
niet meer terug.
Verwarring-2
■ Op de zitting van de
kleine raad van 25 januari 1834 wordt 'Jasper' vermaand
omdat 'de greppen om het huis niet schoon' zijn, maar onduidelijk
is welke Jasper ze bedoelen.
■ Bij de Raad van
toezicht van Willemsoord van 8 april 1834 wordt wel
de voornaam genoemd van de getuige die de belediging van
wijkmeester Van Buiten heeft bijgewoond: Hendrik Jasper. Daarmee
zal bedoeld zijn Jan Hendrik Jacob, want dat is de enige met
'Hendrik' in zijn naam.
Martinus Pieter
In het stamboek is genoteerd dat zoon Martinus Pieter op 20
mei 1837 van verlof is achtergebleven en pas op 14
september 1837 weer in de kolonie is. Van de raad van
toezicht van Wiilemsoord waar dit behandeld is heb ik helaas geen
transcriptie. Wel van de tuchtraad van
7 oktober 1837, waar Martinus Pieter de niet geheel te
begrijpen verklaring aflegt 'dat zijne moeder gedurende den
verloftijd ziek was geworden en daar hij haar niet ziek wilde
achterlaten, en het ledig loopende hem vervelende had hij zich
aldaar verhuurd, waarvan hij niet weder was terug gekomen op het
schrijven van zijn moeder uit hoofde zijn moeder ongesteld was
geworden'.
Dubbel gebroken
Het maakt niet uit, hij wordt veroordeeld tot verbanning naar de
strafkolonie. Daarop grijpt vader Crijn Jasper op 10 oktober
1837 de pen, invnr 188 scans 154 & 155. Die brief heb
ik niet helemaal gelezen, maar het komt er op neer dat het gezin
in nood verkeert omdat zoon Cornelis bij het werken met mest
geblesseerd is geraakt, ten bewijze waarvan een briefje wordt
bijgevoegd, scan 157, van de geneesheer:
De ondergeteekende, Geneesheer in de vrije kolonie verklaart door dezen dat de Persoon van Cornelis Jasper dubbel gebroken is en daardoor voor zware arbeid ongeschikt. Frederiksoord den 10 october 1837
De Geneesheer voornoemd
C.D. v.d.Velde.
En omdat er anders niemand is om voor de bejaarde ouders te
zorgen, smeekt vader Krijn Jasper om Martinus Pieter niet naar de
strafkolonie te sturen. Dergelijke smeekbedes hebben over het
algemeen weinig effect en Martinus Pieter wacht niet op de
verbanning: op 4 november 1837 deserteert hij van de
kolonie.
Leegloop
Blijkbaar valt de blessure op de duur mee, want op 28 april
1838 gaat Cornelis Johannes Georgius Jasper in militaire
dienst.
Een jaar later, op 1 mei 1839, gaat ook Christiaan Obus
Jasper zijn militaire dienstplicht vervullen. Dan is alleen nog de
zestienjarige Jacobus Jasper in huis.
Turf en aardappelen
Rond de tijd van het vertrek van Christiaan Obus is zijn oudere
broer Jan Hendrik Jacob Jasper, wonend dus op hoeve 72 en getrouwd
met Christina van Welsum, in de problemen gekomen. Bij de Raad van
toezicht van Willemsoord van 25 april 1839, bijlage 1 op deze pagina,
wordt hij verlinkt door een 'onnozele' vrouw die bij hem ingedeeld
is geweest. Die verklaart dat hij 'meer dan eens des nachts bij de
wijkmeester J van Buiten turf en aardappelen van de bulten gehaald
heeft'.
Bij de behandeling bij de Raad van Policie en Tucht van 27
april 1839, hoger op die pagina, komt hij er met een
vermaning van af. Maar er volgt wel een verhuizing naar aanleiding
van de suggestie van de Raad van toezicht dat 'het wenschelijk is,
dat Jaspers die naast den wijkmeester woont op eene andere verder
afgelegene hoeve mag verplaatst worden'.
Op 7 mei 1839 gaat het gezin Jasper-Van Welsum over naar
hoeve 96 van Willemsoord, zie de locatie op dit
kaartje. Niet zo vreselijk ver uit de buurt maar wel niet
meer naast de wijkmeester.
Overlijden Francina Post
Op 25 augustus 1840 overlijdt de vrouw des huizes in het
oude gezin Jasper, Francina Post, bijna 60 jaar oud. De directie
neemt meteen maatregelen, want met alleen de oude Krijn Jasper en
de jonge Jacobus Jasper in huis krijg je de huishouding natuurlijk
niet voor mekaar. Dus er wordt per 2 september 1840 een
kolonistenweduwe in huis geplaatst. Maria Christina Jeannetje
Sleicher, geboren 24 juli 1780 of 28 juni 1779, dus zo'n 60 jaar
oud, weduwe van Philip Christiaan Pracht, zie over dit echtpaar deze pagina.
Blijkbaar denkt men dat er meer vrouwelijke ondersteuning nodig
is, want op 12 september 1840 wordt ook Grietje of Geertje
Starrenberg bij het gezin ingedeeld. Zij is geboren 22 februari
1777 dus er zitten nu drie ouwetjes rond de zestig in huis. Een
klein beetje meer over haar staat bij hoeve 80 op de pagina Willemsoord.
Zij blijft niet zo lang, op 1 april 1841 wordt zij bij een
ander gezin ingedeeld.
Een voer stroo
Ook in zijn nieuwe onderkomen en bij een nieuwe wijkmeester raakt
Jan Hendrik Jacob Jasper in de problemen. Het begint met de Raad
van toezicht van Willemsoord van 30 december 1840, bijlage
3 op deze pagina.
Hij had aan iemand van buiten de kolonie '125 bossen stroo
verkocht', bij de tuchtraad omschreven als 'een voer stroo'. Maar
vermeld wordt dat hij 'op het ogenblik toen het stroo op den wagen
geladen werd door den wijkmeester J. Kleijzing is tegengehouden,
waardoor hetzelve dadelijk weer afgeladen en op die Hoeve gebleven
is'.
Hij had die verkoop gedaan 'omdat den winkelier J. Kientz geld
van hem hebben moest en daarom zijn horologie ten pand had'. De
Raad geeft tegelijkertijd wel als haar mening Jasper en zijn gezin
'zeer knap en geschikt' te vinden.
Overlijden Jan Hendrik Jacob
Jasper
Bij de behandeling in de tuchtraad op 2 januari 1841,
hoger op dezelfde pagina, besluit de raad 'H.Jaspers de straf op
te leggen van acht dagen opsluiting in de strafkamer benevens eene
vergoeding van f 2,00 en hem van de betrekking als opziener (welk
hij thans bekleed) te ontslaan'.
Later in datzelfde jaar, op 9 oktober 1841, overlijdt Jan
Hendrik Jacob Jasper. Echtgenote Christina van Welsum blijft
achter met zes kinderen.
Herschikking
Enkele maanden later, in februari 1842, besluit de koloniedirectie het anders te gaan regelen. Christina en haar zes kinderen verhuizen op 12 februari 1842 vanuit hoeve 72 naar de hoeve nummer 69 van de oude Krijn en diens zoon Jacobus. Christina wordt hoofdbewoonster, Krijn en Jacobus worden beschouwd als ingedeelden.
De huishoudelijke hulp Maria Christina Jeannetje Sleicher weduwe
Pracht, is dan niet meer nodig en wordt 17 februari 1842
overgeplaatst naar Veenhuizen.
Er gaan dingen mis
Misschien als gevolg van de drukte van de verhuizig gaat er even
iets mis met de schoolgang. Op de zitting van de kleine
raad van 26 februari 1842 krijgt het gezin twintig cent
boete wegens schoolverzuim. (Nogmaals: ik heb van lang niet alle
kleine raadzittingen transcripties, dus dit kan vaker voorgekomen
zijn.)
Maar er gaat meer mis. Nog in hetzelfde jaar is Christina van
Welsum, weduwe van JHJ Jaspers en inmiddels ongeveer 34 jaar,
zwanger van 'hare mans broeder Jacob Jaspers, oud 19 jaren'. Aldus
de Raad van toezicht van Willemsoord van 2 september 1842,
bijlage 1 op deze
pagina.
Strafkolonie-2
Bij de tuchtraad van 3 september 1842, hoger op diezelfde
pagina, wordt daarom Jacobus voor onbepaalde tijd verbannen naar
de dependance van de strafkolonie in Veenhuizen en de rest van het
gezin naar de strafkolonie op de Ommerschans. Blijkbaar bevalt die
regeling Jacobus niet, want hij deserteert op 16 september
1842, maar hij is op 24 september al weer terug.
Blijkens dit overzicht komen ze op 29 oktober 1842 in hun respectieve strafkolonies aan. Omdat men niet weet wat men met hem aanmoet wordt de oude Crijn Jasper maar gelijk met zijn schoondochter en kleinkinderen naar de strafkolonie op de Ommerschans gebracht. Daar wordt geboren:
● Jacobus van Welsum, geboren 11 januari 1843, maar hij
overlijdt al weer 13 maart 1845.
Mutaties
Ook de oude Crijn Cornelis Jasper overlijdt in de strafkolonie,
op 28 februari 1844.
Met dochter Maria Barbera Jasper is ook iets, maar ik weet niet
wat. Haar naam is doorgestreept en er bij is geschreven 'zie 21
januari 1845 (of 1843) N7'. Dat moet zich bevinden in invnr 561.
Dat is op het archief in te zien (er zijn geen scans van), maar
dat heb ik niet gedaan.
Blijkbaar lukt het Jacobus Jasper vanuit Veenhuizen het nodige te
regelen om te kunnen trouwen, want op 5 juni 1844 treden
Jacobus Jasper en Christina van Welsum te Stad Ommen in het
huwelijk. In het stamboek wordt (foutief) genoteerd dat ze 8 juni
getrouwd zijn en Jacobus bij Christina en de kinderen kan
intrekken.
Als gevolg daarvan komt er bij:
● Jacobus Jaspers, geboren 18 augustus 1845.
Terug in Willemsoord
Pas in 1847 mogen ze terug naar Willemsoord. Op 11 maart 1847
gaan ze naar hoeve 130 van die kolonie, zie de locatie op dit
kaartje. Ze staan in het stamboek met invnr 1362 als
bewoners van die hoeve, scan 181. Jacobus, Christina en zeven
kinderen waarvan Maria Barbera weer is doorgestreept.
Dat duurt maar ontzettend kort. Op 9 april 1847
deserteert Jacobus Jasper, de vader. Op 1 mei is hij weer
terug, maar ja, deserteren is deserteren. Voor de raad van
toezicht van Willemsoord van 20 juli 1847, bijlage 4 op deze pagina,
verklaart Jacobus 'te geloven in zinsverbijstering te hebben
verkeerd, daar hij ook dadelijk toen hij zijnen verkeerden stap
inzag, terug gekomen is'. Welke uitspraak wordt geciteerd op
pagina 289 van De strafkolonie.
Strafkolonie-3
Voor de tuchtraad, hoger op die pagina, is deserteren gewoon
deserteren waarop verbanning naar de strafkolonie op de
Ommerschans volgt. De directeur voegt daar aan toe: 'Daar het
huisgezin bovendien slordig is, is zijn overplaatsing naar de
Ommerschans noodzakelijk.'
Dus daar gaan ze weer, voor Christina is het de derde keer.
Blijkens dit
overzicht komen ze 15 september 1847 in de
strafkolonie aan. Daar wordt geboren:
● Johanna Christina Jaspers, geboren 1 april 1849.
De oudste dochter Francina Jaspers is inmiddels op de leeftijd
dat ze met Groot Verlof mag om een baantje te zoeken, zie de
regeling waar dat op gebaseerd is. Ze vertrekt op 24
april 1851, maar ze keert onverrichter zake op 18 mei
terug.
Wilhelminaoord
Twee maanden later mogen ze weer naar de vrije koloniën. Ze komen
nu terecht in Wilhelminaoord, op hoeve 95, zie de locatie
op dit
kaartje. Een uithoek van de kolonie die later Boschoord zal
gaan heten. Ze staan geadministreerd in het stamboek met invnr
1357.
■ Het is een familiegewoonte dus Francina Jasper deserteert van
de kolonie op 2 september 1852.
■ Volgens het stamboek gaat daarna vader Jacobus Jasper er weer
vandoor. Misschien zinsverbijstering? Op 1 juni 1853
vertrekt hij en op 16 juli 1853 is hij weer terug. Van die
periode heb ik nauwelijks transcripties, zie hier, dus ik heb
geen idee hoe dit tuchtrechtelijk is afgehandeld.
De volgende leegloop
■ Cornelis Johannes Gregorgius Jasper gaat op 3 mei 1854
vrijwillig in militaire dienst.
Datzelfde jaar komt er ook nog eentje bij. Maar dat is wel de
laatste:
● Jan Hendrik Jacob Jasper, geboren 20 september 1854.
■ Arie Johannes Evert Jasper gaat, en daarmee is hij een
uitzondering, op 17 februari 1856 netjes met officieel
ontslag.
■ Christiaan Jasper tenslotte deserteert 5 maart 1857,
keert terug op 15 maart 1857 en deserteert dan opnieuw, en
nu voorgoed, op 20 april 1857.
Na 1859
In 1859 neemt de Staat de gestichten te Ommerschans en Veenhuizen
over en trekt de Maatschappij van Weldadigheid zich terug in de
vrije koloniën Frederiksoord, Wilhelminaoord en Willemsoord. Ze
moet voortaan haar eigen broek ophouden en de touwtjes worden
aangetrokken.
De kolonisten worden verdeeld in arbeiders, die je beter niks op
het land kan laten doen zonder streng toezicht, en vrijboeren.
Jacobus behoort in eerste instantie tot de laatste categorie. Het
gezin bestaat naast hem en Christina nog uit Martinus Pieter van
1839, Jacobus van 1845, Johanna Christina van 1849 en Jan Hendrik
Jacob van 1854.
Tenslotte
Ze staan eerst als bewoners van hoeve 95 in het stamboek met
invnr 3006 en daarna in invnr 3007. Daarvan zijn gelukkig ook
scans.
Het zal Martinus Pieter zijn die bedoeld wordt bij de tuchtraad
van 31 augustus 1860, zie hier. Een
kolonistenzoon heeft onderwijzer Albertsma mishandeld (in diens
eigen huis) en de raad besluit 'M. Jasper te straffen met 1 dag
opsluiting in de strafkamer'.
Op 17 februari 1862 overlijdt de man des huizes Jacobus
Jasper.
Op 26 april 1862 verlaat Christina met de vier kinderen
met officieel ontslag Wilhelminaoord en dan zijn alle Jaspers van
de kolonie verdwenen.
Tot... dat in 1880 Christiaan Jasper, geboren 20 november 1837 en
inmiddels weduwnaar, in 1880 trouwt met de kolonistenweduwe
Johanna Maria Lössing, weduwe van Johan Christiaan de Munter. Ze
wonen op hoeve 263 van Wilhelminaoord, een tussen 1859 en 1862
nieuw gebouwde hoeve. Later is die afgebroken, maar hij stond op
de Schoollaan te Boschoord, kadastraal Vledder A 401, met de
coördinaten 52.890461 en 6.207397.
Ze staan in het stamboek met invnr 3011 op scan 47 en het
stamboek met invnr 3012 op scan 143. Christiaan Jasper overlijdt
op de kolonie op 8 november 1896.