De vrije kolonist Pieter van der Hulst uit Haarlem met een lastige achternaam

Met het boekstaven van de koloniale belevenissen van de vrije kolonist Pieter van der Hulst heb ik een serieus probleem. Zoekacties door mijn gegevens leveren duizenden hits met de adjunct-directeur van de vrije koloniën, want die (Coenraad) heet ook Hulst. Diens jongere broer Adrianus is als adjunct-directeur van de Ommerschans minder prominent aanwezig, maar toch ook vaak genoeg om bij te dragen aan een ernstige vervuiling van de zoekactie.


Dus kan ik geen systematisch opgezette pagina maken. Het wordt een verzameling van toevalstreffers, waarbij ik dingen opneem die ik toevallig tegenkom en waarbij uit de context duidelijk is dat het de kolonist betreft. Gevolg van een en ander is ook dat van de hits op de naam 'Hulst' in de post tot 1834 slechts een gedeelte over de kolonist Pieter van der Hulst zal gaan, een hele uitzoekerij maar voor liefhebbers hier de lijst.

Provinciale commandant

Maar om bij het begin te beginnen. Ook provinciale commandanten hebben een subcommissie van weldadigheid en dat betekent dat ook zij af en toe een gezin mogen plaatsen 'uit de contributie' (zie hier voor een uitleg van dat begrip). Najaar 1823 mag de provinciale commandant van Noord-Holland een koloniewoning vullen en draagt hij het gezin van Pieter van der Hulst voor.

Het wordt allemaal bijgehouden in het designatieregister, zie deze pagina en dan bij nummer 62. Het gezin Van der Hulst komt dus op 14 september 1823 in de kolonie aan en wordt gehuisvest in kolonie 6 (Willemsoord-Steggerda) op hoeve 44. Uit die tijd zijn geen stamboeken bewaard gebleven, maar in 1825 wordt alles hernummerd en heringedeeld (zie het besluit daarover) en daarna bestaat kolonie 6 niet meer en maken ze deel uit van Willemsoord en zijn er stamboeken bewaard gebleven.

Stamboeken

We vinden het gezin bij:
- hoeve 147 in het stamboek Willemsoord 1825-1828 met invnr 1358 (zie helemaal bovenaan de pagina hoe dit en andere invnrs te bereiken); zie voor de locatie van hoeve 147 deze pagina;
- hoeve 147 in het stamboek Willemsoord 1828-1830 met invnr 1359;
- hoeve 147 in het stamboek Willemsoord 1830-1834 met invnr 1360;
- hoeve 147 in het stamboek Willemsoord 1835-1840 met invnr 1361; ze verhuizen dan op 7 april 1838;
- hoeve 156 in datzelfde stamboek met invnr 1361; zie voor de locatie van hoeve 156 deze pagina;
- hoeve 156 in het stamboek Willemsoord 1841-1847 met invnr 1362.

Gezinssamenstelling

Uit deze stamboeken neem ik de gegevens van de kinderen over. LET OP: alle geboortedata komen uit de kolonieadministratie en die is ALLEEN betrouwbaar als het gaat om geboortes TIJDENS het verblijf op de kolonie en ten aanzien van vroegere geboortedata notoir ONBETROUWBAAR.

Pieter van der Hulst is volgens de kolonieadministratie geboren op 14 september 1770. Hij is hervormd, zijn vrouw is rooms-katholiek en de kinderen zijn weer hervormd. Die echtgenote is:

Cornelia Post, geboren 22 september 1795. Zij heeft een kind bij zich uit een eerdere relatie:

● Simon Lo(o)kerman, geboren 11 januari 1819. Hij gaat 28 mei 1838 in militaire dienst, keert op 25 augustus 1838 daaruit terug en overlijdt te Willemsoord op 21 juli 1839.

Pieter van der Hulst en Cornelia Post hebben één eigen kind bij zich:

Evert van der Hulst, geboren 23 maart 1823. Hij gaat 1 mei 1842 in militaire dienst, keert daarvan terug op 4 juni 1842 en deserteert van de kolonie op 24 december 1842.

Op de kolonie komen daar nog bij:

Gerrit van der Hulst, geboren 21 september 1825. Hij overlijdt te Willemsoord op 31 maart 1846,

Nicolaas van der Hulst, geboren 5 september 1829 (foutief bij de burgerlijke stand ingeschreven als Klaasje van der Hulst wat later gecorrigeerd moest worden),

Keetje van der Hulst, geboren 3 september 1832,

Pieter van der Hulst, geboren 15 oktober 1835.


Bij de kleine raad

Zoals alle kolonisten verschijnt de familie regelmatig bij de kleine raad. Ik heb van lang niet al die zittingen transcripties, maar tref ze bij de volgende gelegenheden (het voordeel is dat die adjunct-directeur Hulst daar niets te zoeken heeft):

● Op de zitting van 27 mei 1826, zie het verslag, wil Pieter van der Hulst 'naar Haarlem, in wier nabijheid hij met zijne familie een stuk land te verkoopen had'; Maar dat mag niet.

● Op de zitting van 24 juni 1826, zie het verslag, probeert hij het weer en dan mag het.

● Op de zitting van 21 february 1829, zie het verslag, komt 'vrouw van der Hulst' vragen om extra kledingstukken voor de kinderen. Daar zal voor worden gezorgd.

● Op de zitting van 5 maart 1831, zie het verslag, komt ze opnieuw kleding vragen, dit keer voor een bij het gezin ingedeeld weesmeisje. Waarschijnlijk komt dat wel goed.

● Een maand later, 2 april 1831, zie het verslag, wordt geconstateerd dat het gezin de afgelopen week geen mest gemaakt heeft.

● De maand daarop,  21 Mei 1831, zie het verslag, komt vrouw van der Hulst geld vragen voor een bij het gezin ingedeeld weesmeisje. Dat zit er niet in.

● En tenslotte, op 28 januari 1832, zie het verslag, is het 'aschhok' van de familie, waarin de haardas bewaard wordt die later over het klaverland moet worden gestrooid, niet in orde.

Maar als gezegd heb ik van lang niet alle zittingen de transcripties.


Bij de Raad van Politie en Tucht

Van veel zittingen van de Raad van Politie en Tucht heb ik wel transcripties, maar ook weer net niet genoeg (zie verderop). Uit wat ik wel heb blijkt dat zoon Evert van der Hulst zo rond zijn veertiende behoorlijk aan de weg timmert:

● Op de zitting van 27 mei 1837 moet hij voorkomen omdat hij met twee kompanen turf bij een kolonistenweduwe gestolen heeft. Zie het zittingsverslag, helaas heb ik geen transcriptie van de voorbereidende zitting van de raad van toezicht van Willemsoord.

● Op de zitting van 19 augustus 1837 verschijnt Pieter van der Hulst, maar van dat stukje van de zitting heb ik geen transcriptie. Wel van de voorbereidende raad van toezicht van Willemsoord, bijlage 2 op deze pagina, waar het gaat over stiekem aardappels rooien door hetzij Pieter van der Hulst zelf of zijn zoons.

● Dat krijgt een staartje op de zitting van 7 oktober 1837: 'Eindelijk komen nog binnen Evert en Sijmen van der Hulst van Kolonie No3, welk beide in den Raad van den 19 Augustus JL, niet zijn verschenen, maar in plaats van hen de Ouders.'
Sijmen?? Sijmen?? Ik ken geen Sijmen van der Hulst. Zouden ze bedoelen Simon Lokerman? Misschien levert de voorbereidende raad van toezicht Willemsoord meer informatie, maar daarvan heb ik geen transcriptie.
Hoe dan ook worden ze vrijgesproken, zie het zittingsverslag.

● Een jaar later, op 27 oktober 1838, staat Evert terecht wegens vechten, waarbij hij als 'de meest schuldige' wordt beschouwd. Zie het zittingsverslag, en ook bijlage 1, waarin zelfs sprake is van een 'steek met een mes'.

● Op de zitting van 16 mei 1840 tenslotte treedt de 'kolonistenvrouw Van der Hulst', dus Cornelia Post, op als een van twee aanklaagsters van een wijkmeester. In bijlage 5 wordt uit de doeken gedaan dat het waarschijnlijk een wraakactie is omdat de man van de andere aanklaagster een keer door die wijkmeester is aangegeven, zie deze pagina.

Naar Veenhuizen

In het stamboek Willemsoord 1841-1847 met invnr 1362 bij hoeve 156 is te zien dat de familie Van der Hulst een huis vol ingedeelden krijgt. Dat is al een aanwijzing dat de directie vindt dat er te weinig geproduceerd wordt en dat er meer werkkracht in het huis nodig is.

Ze worden per 29 mei 1847 gedegradeerd tot arbeidershuisgezin te Veenhuizen en bewonen dus een van de woninkjes aan de buitenkant van de drie gestichten. Meestal gaat aan zoiets een tuchtzitting vooraf, maar zoals te zien op deze overzichtspagina kan ik die niet vinden.

Ze staan nu in het register van arbeidershuisgezinnen 1834-1847 met invnr 1574, met de kinderen Nicolaas, Keetje en Pieter. Derde gesticht woning 74.  Gezinshoofd Pieter van der Hulst overlijdt een paar maanden na de verhuizing, op 9 augustus 1847.

De inschrijving loopt door in het register van arbeidershuisgezinnen 1848-1859 met invnr 1575. Nu staat er derde gesticht woning 56. De weduwe Van der Hulst met drie kinderen. Maar: Nicolaas van der Hulst overlijdt op 22 september 1849 en Keetje van der Hulst overlijdt op 30 juni 1850.

Vertrek

Per 1859 neemt de Staat de gestichten te Veenhuizen en Ommerschans over van de Maatschappij van Weldadigheid en de Maatschappij heeft dan twee jaar de tijd om de mensen die vanuit haar in die gestichten zitten te verwijderen.

Als gevolg daarvan moeten Cornelia Post weduwe Van der Hulst en zoon Pieter van der Hulst per 1 juli 1861 vertrekken.

Maar drie weken later is Cornelia er al weer. Op 24 juli 1861 wordt ze vanuit Zwolle het bedelaarsgesticht op de Ommerschans binnengebracht. Ze staat in het bedelaarsregister toegang 0137.01 invnr 439 met bedelaarsnummer 5288. Zij is dan 1.57 meter lang, heeft een smal 'aangezigt', grijs haar en 'blaauwe' ogen, een 'groote' mond en spitse kin en zij is pokdalig. Ze wordt 5 september 1861 overgeplaatst naar Veenhuizen, waar zij op 26 februari 1862 overlijdt.

Het weesmeisje

Pieter van der Hulst heeft wel wat opgedaan tijdens zijn verblijf in Veenhuizen: Petronella Petius. Zij is een vondelinge uit Amsterdam, bij wie als geboortedatum 21 december 1838 wordt aangehouden. Zij staat met het weesnummer 907 in het wezenregister van het kindergesticht te Veenhuizen met invnr 1412 en in het wezenregister toegang 0137.01 invnr 652. Volgens die inschrijvingen is zij op 26 mei 1845 vanuit Amsterdam het kindergesticht binnengebracht. Designatienummer 661/25.

Zij wordt 1 mei 1866 uit dat gesticht ontslagen, op vrij hoge leeftijd 27 jaar, voor een wees. Pieter van der Hulst en Petronella Petius trouwen te Almelo augustus 1866 en op 21 september 1866 worden ze het bedelaarsgesticht op de Ommerschans binnengebracht na een veroordeling te Leeuwarden. Wat een omzwervingen.

Bedelaars

Ze staan in het register toegang 0137.01 invnr 291, Petronella met bedelaarsnummer 2069 en Pieter met bedelaarsnummer 2068. Omdat ze getrouwd zijn worden ze gehuisvest in een van de woninkjes voor bedelaarshuisgezinnen in Veenhuizen, wat dezelfde woningen zijn als waar Pieter eerder als lid van een arbeidershuisgezin gewoond heeft. Ze worden op 15 juli 1869 ontslagen.

Later volgen nog drie opnames in het bedelaarsgesticht van Petronella Petrius, maar die heb ik niet nagekeken; toegang 0137.01 invnr 293 met bedelaarsnummer 4683, toegang 0137.01 invnr 292 met bedelaarsnummer 3375 en in hetzelfde register met bedelaarsnummer 4026. Of Pieter daarbij was weet ik niet, maar die zou dan met een enigszins in de buurt liggend bedelaarsnummer erin moeten staan.