Willem Lammerts Heidema: vreemde arbeider, oppasser bij de paarden, hoevenaar, wijkmeester en onderdirecteur

Bij Willem Lammerts Heidema heb ik de post niet bekeken - voor mensen die dat wel willen doen is hier een lijstje - dus voor het begin van zijn carrière in de koloniën ben ik afhankelijk van de kolonistendatabase. Die meldt dat hij eerst als vreemde arbeider werkzaam is bij Veenhuizen II Buiten. Dat zal dan zijn vanaf 1 mei 1826, want dat is de datum die in latere registers is vermeld als zijn eerste aanwezigheid in de koloniën.

Zwager van de onderdirecteur

Er kan met redelijke zekerheid vastgesteld worden hoe hij in Veenhuizen terecht is gekomen. Hij is namelijk getrouwd met Matje Harms Kuipers en dat is een zus van de op 19 mei 1825 aangestelde onderdirecteur-buiten van het eerste gesticht te Veenhuizen, Gerrit Harms Kuipers, zie deze pagina.

Volgens de kolonistendatabase wordt Willem Lammerts Heidema per 1 mei 1828 aangesteld als opzichter bij de paarden en op 12 maart 1831 als hoevenaar of bouwboer bij Veenhuizen. Bij die laatste datum heb ik twijfels, want hij staat al als bouwboer op de begroting van de hervormde gemeente voor 1829.


Stamboek

Als hoevenaar kan ik hem wel oppikken. Hij staat als bewoner van hoeve 8 bij het derde gesticht op folio 7 van het stamboek van hoevenaars bij het tweede en derde gesticht van 1830 tot 1835 met invnr 1581.

Van die inschrijving neem ik de gezinsgegevens over, met de kanttekening dat de kolonieadministratie de aantekeningen zijn van een particuliere organisatie en dus geen officiële bron waarop blindgevaren mag worden.

Gezinssamenstelling

Willem Lammerts Heidema is volgens die inschrijving geboren 4 februari 1785. Hij is afkomstig uit Scharmer in Groningen, waar wel meer in de landbouw actieve employés vandaan komen. Hij is net als de rest van het gezin hervormd en getrouwd met:

Matje Harms Kuipers, geboren 10 maart 1788. Het echtpaar heeft de volgende kinderen in huis, waarvan sommige op de kolonie geboren zijn:

Margien Heidema, geboren op 8 november 1811,
Lammert Heidema, geboren op 7 augustus 1816,
Jantje Heidema, geboren op 6 oktober 1819,
Trijntje Heidema, geboren op 11 januari 1822,
Harm Heidema, geboren op 22 juni 1824,
Ida Heidema, geboren op 1 maart 1828, en
Fenna Heidema, geboren op 16 juli 1832.

Wijkmeester

Bijgeschreven in het stamboek is dat Willem Lammerts Heidema per 1 mei 1833 is bevorderd tot wijkmeester bij het derde gesticht. Volgens het personeelsoverzicht met invnr 1007 is die aanstelling geschiedt bij besluit van 1 april 1833. Hij staat nu ook in het stamboek van personeel 1828-1834 op folio 58 als wijkmeester voor zes gulden per week.

De inschrijving als wijkmeester loopt door in het stamboek van personeel 1834-1859 met invnr 998 op folio 88. Daar vinden de volgende mutaties plaats:

■ Op 21 juni 1834 treedt dochter Margien in het huwelijk met een van de zoons van de weduwe Haarman, zie voor het vervolg van dit gezin op deze pagina.

■ Op 1 mei 1835 gaat Lammert Heidema in militaire dienst (volgens de kolonistendatabase bij de 7e afd. infanterie, maar dat staat niet in het stamboek), maar hij is op 7 september 1835 al weer terug.

■ Op 14 december 1835 overlijdt Fenna Heidema, 3 jaar oud.

Onderdirecteur

Per 1 januari 1843 wordt Willem Lammerts Heidema overgeplaatst naar Veenhuizen 2-buiten.

Volgens folio 95 van invnr 988 is dat besluit genomen op 26 oktober 1842 N1. Heidema is nu onderdirecteur-buiten voor het tweede en derde gesticht en verdient als alle onderdirecteurs vijfhonderd gulden per jaar. Dat is heel wat meer dan de zes gulden per week als wijkmeester. Tijdens deze periode komt Heidema heel even ter sprake als een ex-bedelaar roddels verspreidt.

■ Lammert Heidema verlaat het gezin op 1 juli 1844. Hij trouwt later die maand Maria Braxhoofden, dochter van een militaire veteraan in het derde gesticht.

Harm Heidema vertrekt volgens invnr 998 op 7 februari 1846, maar dat zal niet kloppen want hij trouwt al 1 november 1845 met Matje Huisman, dochter van de wijkmeester bij het eerste gesticht Meerten Cornelis Huisman. Zie bij Huisman op deze pagina.

Trijntje Heidema wordt 'gehuwd ontslagen' op 6 juni 1847. Ze trouwt met Otto van Muijlwijk, die ooit als lid van een arbeidersgezin vanuit Gorinchem in Veenhuizen was gekomen en inmiddels tweede onderwijzer bij het eerste gesticht is, zie deze pagina.

Echtgenote Matje Harms Kuipers overlijdt op 28 juni 1849.

Naar Veenhuizen-1

De volgende overplaatsing van Willem Lammerts Heidema is op 1 oktober 1852. Hij ruilt van positie met zijn zwager Gerrit Harms Kuipers. Die laatste wordt nu onderdirecteur-buiten bij het tweede en derde gesticht en Willem Lammerts Heidema wordt onderdirecteur-buiten bij het eerste gesticht. Waarom die ruil plaatsvindt weet ik niet.

Het nog maar heel kleine gezinnetje, bestaande uit de weduwnaar Willem Lammerts Heidema en zijn dochters Jantje Heidema en Ida Heidema staat nu op folio 58 van invnr 998.

Om mij onbekende redenen wordt Jantje op 8 maart 1855 'de kolonie ontzegd'.

Ontslag

Dan wordt Willem Lammerts Heiden 'eervol uit zijne betrekking als onderdirecteur ontslagen en met zijne dochter uit de sterkte afgevoerd 10 september 1859'. Het is dezelfde dag dat zijn zwager Gerrit Harms Kuiper, en bijvoorbeeld ook schoonfamilie van de koude kant Meerten Cornelis Huisman, ontslagen worden, vermoedelijk om de weg vrij te maken voor de overname door de Staat van de gestichten.

Waar ze daarna precies wonen kan ik niet achterhalen, maar het is wel in Veenhuizen, want daar trouwt Ida Heidema op 22 juni 1861 met Gerrit Egbertus Flierman, zoon van de hoofdonderwijzer van het tweede gesticht en zelf ook onderwijzer. De dochters hebben iets met onderwijzers blijkbaar.

Vader Willem Lammerts Heidema maakt dat net niet meer mee, hij is op 30 april 1861, 76 jaar oud, te Veenhuizen overleden.