Jan van Heest is eerst wijkmeester in de vrije koloniën, daarna schrijver der fabriek bij het tweede gesticht te Veenhuizen. Hij en echtgenote Catharina Giebe komen 1823 aan en blijven de rest van hun leven

Van familieonderzoekers heb ik begrepen dat de volledige naam van Jan van Heest is Jan Corstiaans van Heest. Verder dat hij het in het leger tot sergeant-majoor heeft geschopt en is gedecoreerd met het 'Kruis van Waterloo', zodat aangenomen mag worden dat hij een rol in die slag gespeeld heeft.


Aankomst

Maar hier van belang is dat hij op zondag 11 mei 1823 met vrouw en twee kinderen aankomt in de koloniën en wordt aangesteld als wijkmeester te Willemsoord. De officiële bekrachting van die aanstelling, na een proefperiode, is in het designatieregister 1823 te vinden bij designatie 56 dd 13 augustus 1823. Hij komt in de plaats van de gepromoveerde Leendert Vogelsang, zie hier.

Wijkmeesterswoning

Er zijn uit die tijd nauwelijks stamboeken bewaard gebleven, Maar in een exemplaar dat in zo slechte staat verkeert dat het niet in de studiezaal is maar alleen bij de archivaris, staan ze als bewoners van hoeven 9B. De 'B' wil zeggen dat het een wijkmeesterswoning is, die ietsje verder van de weg afligt en die niet het lapje land eromheen heeft als bij normale kolonistenwoningen.

In dat boek staat aangetekend dat als de familie Kniesenburg, zie hier, op 1 november 1826 terugkeert van desertie, ze tijdelijk worden ondergebracht bij de familie Van Heest. Dat is totdat op de tuchtraad van 4 november 1826 de Kniesenburgs worden veroordeeld tot tijdelijke verbanning naar de strafkolonie op de Ommerschans.

Weinig ruzie

Bij diezelfde tuchtzitting speelt Jan van Heest ook nog een rol als getuige in de kwestie van de missende rogge van kolonist Pieter Staal (of Stahl).

Verder verloopt de periode als wijkmeester in Willemsoord in alle rust n dat is best bijzonder. De meeste wijkmeesters hebben regelmatig ruzie met hun wijk maar Jan van Heest blijkbaar niet.

Personeelsregisters

In het stamboek Willemsoord met invnr 1358 staan ze als bewoners van hoeve 9B op scan 58. Zie helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn. Maar daar staat ook bij dat ze 'op het register der ambtenaren overgeschreven' gaan worden en daarvan zijn geen scans.

Ze komen voor op folio 20 van het personeelsregister met invnr 1003, de folio's 8 en 12 van het register met invnr 997 en de folio's 19 en 66 van het register met invnr 998.

Voordat ik verder chronologisch ga, neem ik uit die inschrijvingen de gezinsgegevens over, gecheckt met de aantekeningen van de familieonderzoekers.

Gezinssamenstelling

Jan Corstiaans van Heest is geboren op 3 december 1793 te Ouddorp op Goeree-Overflakkee, als zoon van Corstiaan van Heest en Arendje Simons Wateman. Ze zijn Mennonieten, doopsgezinden, en hij wordt gedoopt op 23 maart 1818, ook te Ouddorp. Hij trouwt 7 mei 1820 met:

Catharina Giebe, die in de kolonieadminstratie als Gebe staat, geboren 13 juni 1793, ook te Ouddorp, als dochter van Abraham Gibe en Cornelia van der Werff. Zij is hervormd en bij sommige kinderen staat in de boeken 'Mennoniet' en bij sommige 'hervormd', maar dat heb ik niet bijgehouden. Bij aankomst heeft het echtpaar twee dochtertjes bij zich:

Arentje van Heest, geboren 8 juli 1820 te Ouddorp. en
Cornelia van Heest, geboren 10 juli 1822 (volgens de kolonieadministratie 10 juni) te Ouddorp.

Op de kolonie komen daar bij:

Leendert van Heest, geboren 22 juli 1824 te Willemsoord,
● Christina Elisabeth van Heest, geboren 31 oktober 1826 te Willemsoord,
● Geertrui van Heest, geboren 28 juli 1828 te Wilhelminaoord,
● Dina Jakoba van Heest, geboren 4 mei 1831 te Frederiksoord,
● Catharina Margaretha van Heest, geboren 20 december 1837 te Veenhuizen.

Doldersum

Aan het bestaan als wijkmeester te Willemsoord komt een einde als de wijkmsster Michael Schnell de laan uitvliegt, zie deze pagina.

Op 17 maart 1828 besluit de permanente commissie van de Maatschappij van Weldadigheid dat Jan van Heest de opvolger van Schnell wordt, zie het besluit.

Ze komen nu in een uithoek van de kolonie terecht, waar niet meer dan twintig huisjes staan. Het wordt meestal aangeduid als Doldersum omdat het daar in de buurt ligt. Veel later zal het gebied bekend raken als Boschoord.

Hoewel Schnell hier zeven gulden per week verdiende, blijft Jan van Heest staan op het lagere wijkmeestersloon van vijf gulden per week.

De Vries

Een van de kolonisten met wie hij in zijn nieuwe wijk te maken krijgt, is Willem de Vries, die de gewoonte heeft te trouwen met bij hem ingedeelde jonge vrouwen, zie het onderste gedeelte van deze pagina.

Op de zitting van de kleine raad van 22 januari 1831 wordt er een briefje geschreven dat Jan van Heest de vrede moet gaan herstellen tussen de nieuwe echtgenote van De Vries en zijn kinderen uit een eerder huwelijk.


Mestrapporten

Op grond van dit besluit moeten wijkmeesters vanaf 1831 wekelijks een rapport inleveren hoeveel mest de kolonisten in hun wijkje gemaakt hebben.

Op de zitting van de kleine raad van 9 april 1831 moet Jan van Heest zich daar volgens de onderdirecteur bij vergist hebben.

Op de zitting van 22 oktober 1831 is 'het rapport van den Wijkmeester van Heest niet ingekomen, waarover genoemde wijkmeester zal worden onderhouden'.

Hetzelfde is het geval op de zitting van 24 november 1832 en misschien komt het vaker voor, maar dat weet ik niet, want ik heb van lang niet alle kleine raadzittingen transcriptie.


Stompen op de borst

Een van de andere kolonisten in zijn wijk is Johann Friedrich Adolph Schnoor, zie deze pagina.

Op 28 november 1831 schrijft Jan van Heest een verklaring met 'Klagten wegens een gehouden gedrag van den Kolonist Schnoor, Wonende op hoeve n° 85 van de Kolonie N° 2 Wijk n° 3. Wegens dronkenschap en verregaande Brutaliteit tegen den Wijkmeester.'

In schoonschrift, een klein stukje ervan staat op deze pagina, evenals de transcriptie, gemaakt door familieonderzoeker Jacobus van Heest. De wijkmeester verklaart stompen op de borst te hebben gehad van de kolonist die volgens hem dronken was.

Het wordt behandeld op de zitting van de raad van toezicht van Wilhelminaoord, een stukje lager op dezelfde pagina, waarin de kolonist verklaart dat het was omdat zijn koe ‘tot aan de hakken in de mest stond'. De mooie uitspraak van de kolonist tegen zijn zoontje wordt geciteerd in De strafkolonie pagina 53.


Nieuwe baan

Per 1 maart 1834 verandert Jan van Heest van baan, hij wordt schrijver der fabriek bij het tweede of bedelaarsgesticht te Veenhuizen. Nog steeds op vijf gulden per week.

Het is de vraag of die nieuwe functie op zijn eigen verzoek is of niet. Het is ook mogelijk dat zijn weinige conflicten in vergelijking tot andere wijkmeesters door de directie wordt opgevat als laksheid. Maar dat weet ik niet, zekerheid zou verkregen kunnen worden door het besluit dat op 27 februari 1834 N1 over de functiewisseling genomen wordt. Dat heb ik niet gezien, maar moet voor belangstellenden op het archief in invnr 421 te vinden zijn.

Over zijn activiteiten en belevenissen te Veenhuizen heb ik geen notities. Dus beperk ik mij tot het langzaam leeglopen van het huis:

Leegloop

Leendert van Heest gaat op 17 mei 1842 in militaire dienst. Hij zal nooit meer in de kolonie terugkomen. Hij zal een omvangrijk nageslacht leveren, met vertakkingen tot in Amerika

Cornelia van Heest vertrekt met ontslag uit de kolonie op 17 januari 1846.

Christina Elisabeth van Heest, Geertrui van Heest en Dina Jakoba van Heest verlaten gezamenlijk de kolonie met ontslag op 8 april 1848.

Arentje van Heest verlaat de kolonie met ontslag op 27 augustus 1849. Dat is vier dagen voor ze bevalt, want ze heeft te Veenhuizen iemand leren kennen. Die woont er niet meer, maar zal bij zijn vader op bezoek komen. Arentje trouwt anderhalf jaar later, met erkenning van haar kind, te Amsterdam met een zoon van de arbeiderskolonist Mook. Met haar echtgenoot keert ze nog terug op de kolonie, maar ik zal voor de overzichtelijkheid de hele familie Mook hieronder op de pagina doen.

De laatsten

Er wordt ook teruggekeerd:

■ Geertrui van Heest komt op 29 november 1850 weer in het ouderlijk nest en vertrekt pas weer op 8 februari 1856.

■ En de laatste die vertrekt is Catharina Margaretha van Heest op 15 oktober 1859, en dan zijn alleen de inmiddels bejaarde ouders nog in huis.

Tot slot:

De rest van hun geschiedenis neem ik over van familieonderzoeker Frans van Heest:

In 1861 wordt Jan van Heest bevorderd tot magazijnmeester op een jaarwedde van ƒ 312,‑. 'Bij resolutie van Z.E. den M.v.BZ den 20 Juny 1862 no 187, 10 afd, werd het tractement verhoogd met 1,02 's weeks en alzoo gebragt op ƒ 365,‑'. Ingevolge res. van 2 Nov. 1863 no 287 10 afd teruggesteld tot schrijver op een jaarwedde van ƒ 208,‑Bij res. van 20 Dec. 1867 no 229 10 afd werd de jaarwedde verhoogd tot ƒ 260.

Catharina Giebe overlijdt te Veenhuizen op 5 oktober 1870 op 77-jarige leeftijd. En eveneens 77 jaar oud overlijdt Jan van Heest op 3 augustus 1871.

Dan volgt nog zoals beloofd

Het arbeidershuisgezin van Willem Hendrik Mook en Petronella Nep en de korte koloniale carrière van hun gelijknamige zoon


De subcommissie van weldadigheid te 's Gravenhage mag in 1828 een plek vullen van een arbeidershuisgezin in Veenhuizen. Zie algemene opmerkingen over arbeidershuisgezinnen en vandaar kun je doorklikken naar pagina's met de eerste arbeidersgezinnen.


Ze dragen het gezin voor van Willem Hendrik Mook en Petronella Nep en op 19 juni 1828 komt het gezin in Veenhuizen aan. Ze staan geadministreerd op scan 21 van het stamboek van arbeidershuisgezinnen met invnr 1573.

Van die inschrijving neem ik de gezinsgegevens over, met de kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen zijn van een particuliere organisatie en dus GEEN officiële bron waarop blindgevaren mag worden.

Gezinssamenstelling

Willem Hendrik Mook is volgens dit stamboek geboren op 4 augustus 1784. Hij is net als de rest van het gezin 'gereformeerd'. Hij is getrouwd met:

Petronella Nep, geboren 9 september 1783. Het echtpaar heeft twee kinderen bij zich:

● Jacobus Mook, geboren 13 of 9 september 1814 of 1815,
Willem Hendrik Mook, geboren 12 of 5 december 1818 of 1819.

De klerken hebben nogal een zootje gemaakt van de inschrijving. Volgens dit stamboek wonen ze eerst in woning 52 en daarna in woning 79 van het derde gesticht. De inschrijving loopt door in de stamboeken met invnrs 1574 en 1575 (inhoudsopgaven voorin).

Mutaties

Jacobus Mook keert 4 januari 1836 niet terug van verlof.

Willem Hendrik Mook, de zoon, gaat in militaire dienst op 1 mei 1838. Keert daarvan terug op 1 februari 1840. Gaat opnieuw in dienst op 31 juli 1841. Keert terug op 8 oktober 1843. Gaat ten derde male in militaire dienst op 20 augustus 1844 en keert terug op 8 oktober 1844. Tenslotte vertrekt hij met ontslag op 24 december 1844.

Daarna is er nog een akkefietje, maar ik weet niet wat. Ik heb alleen de aantekening dat in de post van 18 maart 1845, invnr 563, een brief zit 'Over diefstal door W.H. Mook, zoon van arbhuisgezin van Mook'.

Echtgenote Petronella Nep overlijdt 11 augustus 1846, zodat alleen Willem Hendrik Mook, de vader, nog in huis is. Maar er komt gezelschap.

Vrije koloniën

De subcommissie van weldadigheid Amsterdam mag in 1852 een opengevallen plek in de vrije koloniën opvullen 'uit de contributie' (zie een uitleg van dat begrip). Zoals hiervoor gemeld is Wilem Hendrik Mook, de zoon, te Amsterdam getrouwd met Arentje van Heest en dit echtpaar wordt door Amsterdam voor de plek voorgedragen.

Gezinssamenstelling

De voordracht wordt geaccepteerd en op 16 september 1852 arriveren te Willemsoord:

Willem Hendrik Mook, de zoon, gegevens zie boven. Met echtgenote

Arentje van Heest, gegevens zie boven. Met de kinderen:

● Petronella Christina Mook, geboren 31 augustus 1849, en
● Catharina Margaretha Mook, geboren 18 september 1851.

Van Willemsoord naar Veenhuizen

Ze staan geadministreerd op scan 166 van het stamboek Willemsoord met invnr 1362. Ze wonen in hoeve 159, zie de locatie op dit kaartje, waarbij het mij onduidelijk is of ze nu een eigen hoeve hebben of bij een ander gezin in huis gepropt zijn.

Hoe dan ook duurt het niet lang. Volgens een aantekening in het stamboek gaan ze 8 oktober 1852, dus binnen een maand na aankomst, over naar Veenhuizen. In de kantlijn staat dat er 21 oktober 1852 een besluit genomen is (niet gezien, maar moet in invnr 737 zitten): 'Overplaatsen bij zijne vader te Veenhuizen'.

Arbeidershuisgezin

Dan is het weer te volgen in het stamboek van arbeidershuisgezinnen met invnr 1575 scan 45.

Eerst wonen ze allemaal - vader Mook, zoon Mook met echtgenote Arentje en hun twee kinderen - in woning 79 van het derde gesticht te Veenhuizen.

Maar al op 6 januari 1853 blijft Hendrik Willem Mook, de vader, alleen in die woning achter en gaan zoon en gezin naar woning 53.

Daar is gezinsuitbreiding:

● Cornelia Geertruida Jacoba Mook, geboren 7 september 1853.

Dan vertrekt het gezin van Willem Hendrik Mook, de zoon, Arentje van Heest en de drie dochters op 26 oktober 1854 met ontslag van de kolonie.

En tenslotte overlijdt Willem Hendrik Mook, de vader, op 31 december 1854. Waarmee de laatste Mook van de kolonie verdwenen is.