Adrianus Geurtse blijft, eerst met Maria Janken, later met Eke Toornstra, iets meer dan twintig jaar op de kolonie en doet in 1846 iets fout, maar ik weet niet wat

Veel aantekeningen over het gezin van Adrianus Geurtse heb ik niet, want mijn meeste transcripties zijn uit de eerste twintig jaar kolonisatie en hij komt pas in de kolonie in 1839. Maar wat ik heb staat hier.


De subcommissie van weldadigheid Amersfoort heeft recht op twee plaatsen in de vrije koloniën 'uit de contributie'. Zie een uitleg van dat begrip.

De ene plek wordt bezet door het gezin van Jan van der Hoeff, zie deze pagina, de andere - na de gruwelijke mislukking met kolonist Metz, beschreven in De proefkolonie - door het gezin Hopman, zie deze pagina.

Vacature

Het hoofd van dat laatste huisgezin is in 1828 overleden, maar zijn weduwe blijft nog een tijd in de koonie. Tot ze op 9 mei 1838 met ontslag gaat. Er is dus een vacature en dan komt het gezin van Adrianus Geurtse en Maria Janken in het vizier.

Zie het schriftje waarin wordt bijgehouden welke subcommissie wie 'uit de contributie' op de kolonie heeft rondlopen met invnr 1344:


De voordracht van het gezin wordt volgens het designatieregister met invnr 1395 door de permanente commissie van de Maatschappij van Weldadigheid geaccepteerd op 14 januari 1839, en op 28 januari 1839 komt het gezin aan in de vrije kolonie Frederiksoord. Ze worden gehuisvest in hoeve 15 van die kolonie, zie de locatie op dit kaartje. Dat is in het hartje van wat oorspronkelijk de proefkolonie was.

Stamboeken

Ze staan geadministreerd als bewoners van die hoeve in de stamboeken van Frederiksoord met de invnrs 1349 en 1350. Daar zijn scans van, zie helemaal bovenaan de pagina hoe die scans te bereiken zijn.

Uit die inschrijvingen neem ik de gegevens over, met de kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen zijn van een particuliere organisatie en GEEN officiële bron waarop blindgevaren mag worden:

Gezinssamenstelling

● Adrianus Geurtse is volgens die kolonieadministratie geboren op 6 december 1791. Hij is net als de rest van het gezin rooms-katholiek. Hij is getrouwd met:

Maria Janken, wier achternaam ook wel voorkomt als Janka, geboren in 1801. Zij heeft een zoon bij zich die ze ooit in ongehuwde staat heeft gekregen:

● Nicolaas Janken, geboren 14 juli 1821. Adrianus Geurtse en Maria Janken hebben de volgende eigen kinderen bij zich:

● Gerardus Geurtse, geboren 20 november 1832,
● Hendrika Geurtse, geboren 20 mei 1835,
● Hendrina Geurtse, geboren 30 juni 1836, en
● Johanna Geurtse, geboren 5 november 1838.

Op de kolonie komt daar bij:

● Naatje Geurtse, geboren 30 december 1840.


Uithuisplaatsing

De zoon van Maria, Nicolaas Janken, verdwijnt al in het jaar van aankomst uit het gezin. Hij wordt per 30 november 1839 overgeplaatst naar een ander koloniaal gezin. Waarom dat is weet ik niet. Hij wordt nog een keer overgeplaatst en keert dan op 16 april 1840 terug in het gezin van zijn moeder en Adrianus Geurtse.

Daarna wordt hij 29 oktober 1840 weer uit huis geplaatst. Ook hiet weet ik de reden niet van. Onderzoekers kunnen kijken of het een keer is  behandeld bij de kleine raad (de invnrs 1615 en 1616, geen scans).

Dronkenschap

Eind december van dat jaar gaat Adrianus Geurtse een avond stappen. Hij komt stomdronken thuis, waar hij volgens buurman Pieter van der Wind: 'twist met zijnen vrouw heeft gemaakt, zoodanig dat de vrouw, bij hem, van der Windt, als naaste buur zijne bemiddeling is komen inroepen'. Zie bijlage 1 op deze pagina.

Echtgenote Maria Janken is op dat moment hoogzwaner en schenkt op 30 december 1840 het leven aan dochter Naatje. Maar blijkbaar was dat een te zware bevalling, want op 1 januari 1841 overlijdt Maria Janken.

Als Adrianus Geurtse de dag erna bij de raad van policie en tucht moet komen, hoger op diezelfde pagina, besluit de tuchtraad de gebruikelijke opsluiting voor enkele dagen in de strafkamer achterwege te laten, 'in aanmerking nemende het overlijden van zijne vrouw op gisteren, waardoor hij moeijlijk uit het huisgezin zoude kunne worden gemist om in de strafkamer te worden opgesloten'.

Hertrouwen

Om te zorgen voor het huishouden en andere activiteiten die als vrouwenwerk worden gezien, doet de directie per 12 januari 1841 een volwassen vrouwelijke ingedeelde in huis. Dat is:

Eke Toornstra, geboren 6 november 1798. Zij is afkomstig uit Dokkum en zij is door het gemeentebestuur van die plaats op 23 maart 1836 in de kolonie geplaatst op grond van de tweede helft van het contract van 16/19 juni 1826, zie een uitleg.

Dergelijke indelingen komen op de kolonie vaker voor en leiden vaker tot hetzelfde resultaat. Adrianus Geurtse en Eke Toornstra trouwen op 26 december 1841.


Nicolaas

Nicolaas Janken is inmiddels van de kolonie verdwenen. Hij is eerst naar Wilhelminaoord overgeplaatst en gaat dan in militaire dienst. Een paar jaar later zal hij te Norg trouwen met een kolonistendochter die hij misschien in de kolonie heeft leren kennen, Johanna van der Korst, zie op deze pagina.


1846

In 1846 gaat er iets helemaal mis. Maar wat weet ik niet. Er moet op 5 maart 1846 een zitting van de raad van policie en tucht geweest zijn, maar het verslag daarvan is nog niet teruggevonden. Liefhebbers zullen het vermoedelijk vinden in invnr 578 (geen scans). Op 16 maart 1846 bekrachtigt de permanente commissie de veroordeling van de familie Geurtse naar de strafkolonie op de Ommerschans.

Strafkolonie

Blijkens dit overzicht komen ze daar op 14 apri 1846 aan. Ze worden drieënhalf jaar vastgehouden en dan mogen ze weer terug naar de vrije koloniën. Maar niet naar Frederiksoord, op 20 november 1849 gaat het gezelschap, bestaande uit man, vrouw en vijf kinderen naar Willemsoord.

Ze komen in hoeve 100 van die kolonie, zie de locatie op dit kaartje. Ze staan als bewoners van die hoeve, die in 1853 wordt omgenummerd tot hoeve 115, in het stamboek van Willemsoord met invnr 1363 op scan 106.

1854

In 1854 wordt zoon Gerardus Geurtse recalcitrant. Dat begint met een tuchtzitting waar ik geen transcriptie van heb op 7 februari 1854. Liefhebbers kunnen het vinden bij de post van 21 februari 1854 in invnr 772 (geen scans). Bekend is niet wat Gerardus gedaan heeft, maar bekend is wel dat de tuchtraad hem wil verbannen naar de strafkolonie op de Ommerschans. Daar is de permanente commissie het niet mee eens, ze wijzigt de straf in acht dagen opsluiting in de strafkamer op de kolonie.

Pijpjes katoen

Van de daaropvolgende tuchtraad, van 20 april 1854 heb ik wel een transcriptie en daar ligt Gerardus wederom onder vuur. Met name bijlage 3 bij dat verslag is interessant, want daar wordt uit de doeken gedaan hoe een aantal jongens die werken in een weefschuur pijpjes katoen hebben verruild voor pekelharing en appelen. Ze staan bovendien onder verdenking ook pijpjes katoen verkocht te hebben.

Gerardus is een van de oudsten onder de katoenverkopers en daarom wordt er opnieuw een verbanning naar de strafkolonie gevonnist. En dit keer gaat de permanente commissie er bij de bespreking mee akkoord, zie bijlage 4.

Vertrek Gerardus

Blijkens dit overzicht komen Gerardus Geurtse en de andere jongens op 23 mei 1854 in de strafkolonie aan. Voor Gerardus dus de tweede keer dat hij daar woont, maar de lengte van hun verblijf is wel in overeenstemming met de ernst van hun vergrijp. Want al op 24 augustus 1854 mogen ze terug naar hun respectieve ouderlijke nesten.

Vervolgens, op 23 februari 1856, verlaat Gerardus Geurtse de kolonie met ontslag..Hij trouwt een paar jaar later de kolonistendochter Helena Kok, dochter van het kolonistenechtpaar Henricus Kok en Geertruida Pieters Boensma, die op deze pagina staan.

Tot slot

Op 14 januari 1859 overlijdt Eke Toornstra en is Adrianus Geurtse voor de tweede keer weduwnaar.

Dochter Johanna Geurtse vertret op 23 januari 1859 om 'te gaan dienen', maar ze is op 5 februari 1859 al weer terug.

Op 15 maart 1860 overlijdt dochter Hendrina Geurtse, 23 jaar oud.

En Adrianus Geurtse heeft blijkbaar geen zin meer in de kolonie. Ze staan nog in de invnrs 3013 en 3014 als bewoners van hoeve 115, maar het ontslag is aangevraagd en in afwachting daarvan verlaten op 25 september 1861 vader Adrianus Geurtse en de dochters Hendrika, Johanna en Naatje voorgoed de kolonie.