● Hendrik Roelof Bultman arriveert in de kolonie op 1
januari 1822. Volgens de wat dit betreft niet altijd
betrouwbare kolonieadministratie is hij geboren op onbekende datum
in 1764 en bij aankomst dus 58 of 57 jaar oud. Zijn echtgenote is
● Carolina Sanders, geboren op onbekende datum in 1766.
Ze komen te wonen op hoeve 1 van kolone 1. Zie voor de
lokatie van die hoeve deze pagina. Blijkbaar hoort dat in
1822 bij de kolonie Frederiksoord-2, want Bultman staat op een
lijst met ingeleverde landbouwprodukten, zie bij hoeve 31,
maar later is het gewoon Frederiksoord.
De op hen wachtende wezen
Er wonen daar dan nog de wezen die tegelijk met de vorige huisverzorger zijn aangekomen. Te weten:
● Gerritdina Krans, geboren 1 april 1809.
● Willemina Brem, geboren 7 augustus 1809.
Opgemerkt moet worden dat ze in deze
brief geprezen wordt voor haar vorderingen op school in
1822..
● Hendrik Koenraad Kimmel, geboren op onbekende datum in
1811.
● Hendrik Brummelink, geboren op onbekende datum in 1811.
● Jan Brem, geboren 13 februari 1813.
● Albertus Jansen, geboren 26 september 1814.
Vertrekkers
De eerste uit dit gezelschap die weggaat is Hendrik Koenraad
Kimmel. Uit
deze brief, klik hier voor de scan, blijkt dat hij in 1823
de kolonie heeft verlaten, waarbij ook duidelijk wordt dat hij
geen wees is maar het kind van de weduwe Kimmel.
Blijkens die brief komt in zijn plaats:
● Everhardus Roebers of Everhardus Hageman,
geboren 21 mei 1816, Hij komt op 28 mei 1824, dus acht
jaar oud, in de kolonie aan. Er is onduidelijkheid over zijn
precieze achternaam, die onduidelijkheid is er al in het
designatieregister waarmee hem een plek op de
kolonie wordt toegewezen, zie hier bij nummer 7.
Uit de scan
van deze latere brief blijkt dat Gerritdina Krans in
1825 van de kolonie is weggegaan. Haar plek wordt niet meteen
opgevuld en daarvan maakt de kolonieleiding gebruik door er
stiekem een wees uit Delft bij te stoppen, Gerrit van
Oosterhout. Volgens
de kleine raad van 3 juni 1826, zie hier, is hij wel een
'goede jongen'.
Als dat Zwolle niet opvalt doet de leiding er op 24 oktober 1826
ook nog eentje uit Utrecht bij, Maria Cornelia van Straten.
De motivatie daarvoor wordt gegeven in de kleine raad van 16
september 1826, zie hier. Het maakt wel duidelijk dat de
kolonieleiding vindt dat er in huize Bultman goed voor wezen
gezorgd wordt.
Stamboek
Af en toe mogen de wezen met verlof. Zie bijvoorbeeld hier bij de kleine raad op 29 juli 1826.
Vanaf 1825 valt het huishouden te volgen via het oudst bewaard
gebleven stamboek
van Frederiksoord, invnr 1346, klik hier en dan dus naar
hoeve 1. Daar zien we dat op 16 juli 1827, na een kleine
zeven jaar in de Zwolse wezenhoeve, Willemina Brem met
verlof in Zwolle een goede betrekking gevonden heeft en niet naar
de kolonie terugkeert.
De Armbestuurders zijn inmiddels bij de les. In deze brief melden ze dat ze twee vacatures hebben en dus ook twee kinderen mogen plaatsen. Het betreft kinderen van wijlen Antonij Vos en Jennigje Fransen Schreur. De twee kinderen komen op 10 januari 1828 aan:
● Berendina Vos, geboren in 1813 te Blokzijl, en
● Klaas Vos, geboren in 1815 te Oldemarkt.
In 1828
De volgende mutatie is in 1828. Hoewel pas vijftien jaar verlaat Jan Brem op 30 april 1828 na een kleine acht jaar de kolonie. De opvolging vanuit Zwolle komt nu snel:
● Helena Roebers of Helena Schurink, geboren in 1820 komt op 3 mei 1828 het huishouden van Bultman versterken. Net als bij haar halfbroer is er onduidelijkheid over haar achternaam, de twee hebben blijkbaar een moeder met wat we tegenwoordig 'wisselende contacten' noemen.
Ietsje later in het jaar, op 23 augustus 1828, gaan de
twee 'vreemde', dat wil zeggen niet-Zwolse kinderen weg. Gerrit
van Oosterhout en Maria Cornelia van Straten gaan dan met ontslag.
Voortaan is de hoeve weer helemaal voor Zwolle.
Raad van Tucht
Vervolgens komt Everhardus Roebers alias Everhardus
Hageman voor de eerste keer voor de Raad van Tucht. Zijn naam
wordt verbasterd tot Haverman maar het is hem wel en hij bekent de
kolonistenzoon Johannes Götz mishandeld te hebben. Omdat hij 'in
twist met hem en de anderen' was, zie het verslag van
de raad van tucht van 24 augustus 1829.
In het stamboek
Frederiksoord 1828-1830, invnr 1347, zie hier. gebeurt er
helemaal niets. In het daaropvolgende stamboek
Frederiksoord 1830-1835, invnr 1348, klik hier, is er wel
wat beweging. Op 18 april 1832 gaat Hendrik Brummelink
weg. Hij heeft dan een kleine twaalf jaar op de hoeve gewoond. Het
Armbestuur vult de vacature niet meteen op.
Weer Raad van Tucht
Dan is er weer een zaak bij de Raad van Tucht en dit keer ziet het er ernstiger uit. Er staan maar liefst drie van Bultmans pupillen terecht: Evert Hageman alias Evert Roebers, Klaas Vos en Albert Jansen. Respectieve leeftijd 17, 16 en 19 en volgens de tuchtraad 'zeer kwade en ondeugende jongens'. Zie hier het verslag van de raad met meer uitgebreide informatie in bijlage 2.
Er zijn twee opvallende dingen in dit verslag. Er is sprake van
dat zij zich 'wederom' aan vechterij, schelden en
verregaande brutaliteit hebben schuldig gemaakt. Die eerdere
kwesties hebben de tuchtraad niet gehaald.
En er is in de bijlage melding van 'ongehoorzaamheid aan hunne
huisvader'. Dus Hendrik Roelof Bultman heeft het blijkbaar ook
moeilijk met ze.
Stamboek-notities
Het zal wat rustiger worden als het jaar erop Albertus Jansen vertrekt. Hij gaat op 30 april 1833 weg. Hij heeft dertien jaar in de kolonie gewoond, waarvan elf bij Bultman in huis. Daarna volgt Berendina Vos die op 8 juni 1833 weggaat. Het Armbestuur reageert met een driedubbele opzending. Op 15 juni 1833 arriveren:
● Klasina Roetink, geboren 30 september 1816 en
dus meteen een van de oudsten in huis.
● Jannette Henriette de Ruiter, geboren 24 augustus 1823.
● Tiemen Meenhorst, geboren 2 mei 1825.
Plaats wordt er gemaakt doordat men een speciale oplossing heeft
verzonnen voor Evert Roebers alias Hageman. Hij hing al op het
randje, zie de laatste tuchtzitting, en de leiding denkt dat een
tijdje hard werken hem goed zal doen. Hij wordt per 2 november
1833 overgeplaatst naar een van de grote hoeves rond de
Ommerschans.
We vinden hem terug in het stamboek van hoevenaars bij de
Ommerschans, invnr 1584, op hoeve 10 bij Willem van de Bosch.
Daar wordt Everhardus anderhalf jaar aan het werk gezet tot hij op
16 mei 1835 in militaire dienst gaat.
Het Eind
Het slot van het verhaal vinden we in het stamboek Frederiksoord 1835-1841, invnr 1349, klik hier. Klaas Vos gaat ook in militaire dienst, op 3 april 1835. Er volgt opvolging voor hem en Evert Roebers op 27 juni 1835 met de aankomst van:
● Johannes Willemsen Vree, geboren 12 februari 1823. In
de administratie komt hij ook voor als Johannes Willemsen.
● Dina Gustavus, geboren op onbekende datum in 1821. Soms
staat haar voornaam als Diena.
Op 24 mei 1837 wordt Klasina Roetink na vier jaartjes kolonie ontslagen. De nieuweling komt twee dagen later:
● Petrus van Coevorden, geboren 13 juli 1827, komt 26 mei 1837 in de kolonie.
En dan, op 4 september 1837, overlijdt Hendrik Roelof Bultman, volgens de overlijdens- akte 73 jaar daarvoor geboren in Zutphen. Hij is vijftien jaar huisverzorger geweest en heeft in die tijd 13 Zwolse kinderen en enkele andere onder zijn hoede gehad. Klachten over de manier waarop hij die behandelde zijn niet vernomen en afgezien van die ene opmerking over de onhandelbare jongens lijkt alles in pais en vree te zijn verlopen.
Het Armbestuur gaat op zoek naar een nieuwe huisverzorger. Op de dag dat die arriveert, 25 november 1837, verlaat ook Bultmans echtgenote Carolina Sanders de kolonie. Of dat vrijwillig was of niet weet ik niet. Diezelfde 25 november 1837 wordt ook Helena Roebers alias Helena Schurinkvan de kolonie ontslagen.
Het vervolg van de Zwolse wezenenclave staat op de pagina van de volgende huisverzorger Jan
Dunnink.