De precieze familierelatie tussen Gerrit Harms van Buiten en Jan
van Buiten is mij niet bekend. Mevrouw Kloosterhuis, die jarenlang
de administratie van de koloniën heeft bestudeerd en de
grondlegster is van de kolonistendatabase, schrijft: 'Jan van
Buiten is waarschijnlijk een broer van Gerrit Harms van Buiten?'
Maar verder mogen anderen dat uitzoeken, ik beperk me hier tot de
dingen die ik wél weet.
Energiek
Johannes van den Bosch heeft al snel genoeg van de lusteloze
onderofficieren die het ministerie van Oorlog ter beschiking van
de koloniën stelt en gaat in de wijde omgeving op zoek naar
energieke boerenzonen die hij als opzichters in de kolonie
aanstelt. Helemaal uit Oosterhesselen (tussen Hoogeveen en Emmen)
komt Willem Klaassen, uit Vledder plukt hij Ale Jans Keizer en in
Steenwijkerwold ronselt hij Gerrit Harms van Buiten. Volgens de
kolonieadministratie op 16 februari 1820.
Wijkmeester
Als het
besluit genomen is om de functie wijkmeester in het leven te
roepen, krijgen al deze jongemannen als wijkmeester een wijkje van
zo'n veertig koloniale hoeves in Frederiksoord, Wilhelminaoord of
Willemsoord onder hun hoede. Gerrit Harms werkt in die
laatste kolonie.
Uit die beginperiode zijn geen personeelsregisters bewaard
gebleven, maar in het register 1828-1834, invnr 997, staat hij op
folio 12. Die vermelding loopt door op folio 26 van het
personeelsregister 1834 en verder, invnr 998. Van die
personeelsregisters zijn geen scans.
Gegevens
Volgens die vermeldingen is Gerrit Harms van Buiten
geboren op 16 december 1794 en is hij getrouwd met Lute
Egberts Veenen, geboren 23 december 1782 (maar let
op: de kolonieadministratie is lang niet altijd correct waar het
geboortedata betreft).
Ze hebben één zoon, Egbert van Buiten, geboren 25
december 1819. Gerrit Harms staat daar als 'wijkmeester op f
5.- s weeks' en bijgeschreven is '29 april 1826', wat zal inhouden
dat op die datum een besluit door de permanente commissie over hem
is genomen. Dat heb ik niet nagekeken, maar voor liefhebbers:
notulen permanente commissie invnr 40.
Gehoorzaamheid
Alle koloniale reglementen verlangen absolute gehoorzaamheid van
minderen aan meerderen en dus zijn kolonisten die ongehoorzaam
zijn tegenover de wijkmeester strafbaar. Zie bijvoorbeeld artikel 2 van het
reglement van 1829.
Het gevolg daarvan is dat ruzies tussen wijkmeester Gerrit Harms
van Buiten en kolonisten voor de raad van politie en tucht in de
gewone koloniën komen.
Op gevaar af dat ik er een paar vergeet, komt dat voor op:
● de tuchtraad van 17 augustus 1833, kolonist Van Emden, ongehoorzaamheid, brutaliteit en werkelijke belediging van wijkmeester van Buiten. Bijgevoegd is een verklaring van Van Buiten zelf, maar die is onleesbaar.
● de tuchtraad van 8 april 1834, de vrouw van de kolonist Tymen Visser, belediging des wijkmeesters Van Buiten.
● de tuchtraad
van 1 september 1834, kolonist Dorenbos heeft
wijkmeester Van Buiten beledigd.
Opvolging
Op 29 maart 1835 overlijdt Gerrit Harms van Buiten. Zijn weduwe en hun zoon blijven op de kolonie wonen en volgens het personeelsregister 1834 en verder, invnr 998, trekt de helemaal in het begin genoemde Jan van Buiten dan bij hun in. In dat register staat dat hij is geboren 16 januari 1805 en staat achter zijn naam 'wijkmeester', dus blijkbaar neemt hij ook de functie van Gerrit Harms over.
Zodat het voortaan wijkmeester Jan van Buiten is die ruzie heeft met kolonisten en bij de raad van politie en tucht komt. Zoals op:
● de tuchtraad
van 31 oktober 1836, kolonisten Bolletje, Bremer, Arne
Antoons Smal en Lodewijks, verregaande brutaliteit tegen de
onderdirecteur en wijkmeester van Buiten.
Huwelijk
Op 9 februari 1837 treedt Jan van Buiten in het huwelijk. In de huwelijksakte, Historisch Centrum Overijssel toegang 123 invnr 11802 Steenwijkerwold huwelijksakte 5, staat zijn naam als Jan Harms van Buiten, wat pleit voor het idee dat hij en Gerrit broers zijn. Verder staat er dat hij een zoon is van Harm Geerts van Buiten en Aaltje Jans, arbeidster.
Zijn bruid is Antje Klasen Smit. Zij is geboren 7 januari 1815 te Texel en een dochter van kolonist Klaas Smit en Rempje Tekes van Grouw. Dat gezin is op 13 september 1821 als kolonisten in Willemsoord aangekomen. En... Antje is op de huwelijksdatum al behoorlijk zwanger! Dat mag helemaal niet binnen de koloniën en enkele jongens die voor de raad van politie en tucht terecht moeten staan omdat ze hun toekomstige bruiden bezwangerd hebben, verwijzen daar ook naar op:
● de tuchtraad
van 11 februari 1837. Deze schrijnende rechtsongelijkheid
wordt vermeld in De strafkolonie pagine 222.
Tuchtraad na tuchtraad
Maar Jan van Buiten mag blijven en heeft veel, heel veel ruzie met de onder hem geplaatste kolonisten. Het komt aan de orde op de volgende zittingen:
● de tuchtraad
van 29 april 1837, Jan en Willem Jansen, brutaliteit en
belediging wijkmeester van Buiten. Hij krijgt ook een klap,
vermeld in De strafkolonie p 90-91.
● de tuchtraad van 28 april 1838, Hendrik en Andries Johannes Hoomoedt, de wijkmeester Van Buiten mishandeld en beledigd.
● de tuchtraad van 21 juli 1838, Johannes van Lanthem, heeft adjunct- en onderdirecteur uitgescholden in bijzijn van wijkmeester van Buiten.
● de tuchtraad van 27 oktober 1838, Willemina de Wolff huisvrouw van J.G. Pennink, verzet tegen de wijkmeester J. van Buiten. Zelfde tuchtraad: kolonist Jacob J. Smit, die wijkmeester van Buiten door scheldwoorden zoude hebben beledigd.
● de tuchtraad
van 27 april 1839, Jan Jaspers zou turf en aardappelen
gestolen hebben buiten medeweten van wijkmeester J van Buiten.
Nageslacht
Inmiddels is Egbert, de zoon van Gerrit Harms van Buiten, op 28 december 1838 overleden, invnr 998 folio 26. Dus de familielijn van Gerrit Harms van Buiten loopt helemaal dood. Die van Jan van Buiten niet, Zelf overlijdt hij op 23 november 1839, maar hij heeft twee zoons:
● Gerrit van Buiten, geboren 22 juni 1837 (dus vier maanden na het huwelijk) en
● Klaas van Buiten, geboren 20 april 1839.
Eerstgenoemde zal als hij volwassen is de kolonie verlaten, maar
Klaas van Buiten keert na een kort verblijf in de gewone
maatschappij terug in de kolonie. Hij trouwt de kolonistendochter
Anna Marthe Kors en wordt kolonist op de hoeve van zijn
schoonouders. Het stel krijgt negen kinderen en zorgt daarmee voor
een sterke aanwezigheid van Van Buitens in Willemsoord.