Hij heeft te Zwolle 'vier ongelukkige wezen' die hij graag in de
kolonie opgenomen zag. Het zijn kinderen van een 2e luitenant en
een vrouw met wie de luitenant niet getrouwd was maar blijkbaar
wel samenleefde. Die vrouw is anderhalf jaar geleden overleden.
Naar alle waarschijnlijkheid is dat Trijntje Wentelaar, op
36-jarige leeftijd overleden op 14 oktober 1821 te Zwolle.
Achternaam Kligge
Die 2e luitenant is 'nog korts' overleden. Dat zal zijn Georg(e)
Hendrik Kligge, die op 40-jarige leeftijd te Zwolle is
overleden op 29 augustus 1823. Hij en Trijntje Wendelaar
hebben te Deventer, waar hij in garnizoen lag, meerdere
kinderen gekregen die allemaal - hoe dat kan zonder dat ze
getrouwd zijn weet ik ook niet - de achternaam Kligge zouden
hebben gekregen.
Na de dood van de 2e luitenant had diens wettige vrouw aanspraak
gemaakt op 'het pensioen aan de weduwen van officieren toegestaan,
zonder zig eenigzints de kinderen aantetrekken'. Waardoor 'die
onmondige kinderen geheel zijn verlaten' en afhankelijk zijn van
de minimale steun die de stad hun toebedeelt.
De brief van de commandant bevindt zich in invnr 67 scan 160. Zie
bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn.
Uit de contributie
Voor de huisvesting in Frederiksoord is een oplossing want de
provinciale commandant heeft nog recht op een plaatsing 'uit de
contributie'. Zie een uitleg
van dat begrip. Er wordt een huishouden samengesteld bestaande uit
een gezin van man, vrouw en twee kinderen met de kinderen Kligge
als ingedeelden erbij.
Ze krijgen bij designatie 107 in het designatieregister
1823 een hoeve toegewezen.
Gezin
Eerst dat gezin. Dat komt op 31 januari 1824 in de kolonie
Wilhelminaoord aan en staat op een aankomststaat in invnr 1370,
waarvan geen scans zijn zodat we het moeten doen met mijn
gebrekkige fotootje:
Uit 1824 zijn geen stamboeken bewaard gebleven, maar vanaf midden
1825 staan ze in de stamboeken van Wilhelminaoord met de invnrs
1352 tot en met 1355 als bewoners van hoeve 10. Dat is
tegenwoordig Westvierdeparten 43 te Noordwolde, kadastraal
Noordwolde D 292, met de coördinaten 52.86090 en 6.13029.
Uit die stamboeken neem ik de gezinsgegevens over met de
kanttekening dat de kolonieadministratie slechts de aantekeningen
zijn van een particuliere organisatie en dus geen officiële bron
waarop blindgevaren mag worden.
Gezinssamenstelling
● Johannes Braun, die meestal wordt aangeduid als Johannes
Braun senior omdat hij ook een zoon Johannes heeft, is volgens die
inschrijvingen geboren 15 oktober 1767 en bij aankomst dus
56 jaar oud. Hij zou 'schoenmaker uit Deventer' zijn. Zijn
geloofsovertuiging is luthers, terwijl vrouw en kinderen hervormd
zijn. Hij is getrouwd met:
● Dirkje ten Bosch, geboren 18 januari 1785. Het
echtpaar heeft twee kinderen bij zich:
● Aaltje Braun, geboren 30 april 1814, en
● Johannes Braun, geboren 23 december 1817. Volgens
zijn trouwakte moet dat zijn 26 december 1816.
Kinderen Kligge
De kinderen Kligge komen anderhalve maand later. Op 23 maart
1824 arriveren er drie, dus of de provinciaal
commandant kan niet tellen of er is in de tussentijd eentje
overleden, zie de aankomststaat uit invnr 1370:
Ook hun gegevens haal ik uit de stamboeken, met dus hetzelfde
voorbehoud als gemaakt bij de familie Braun:
● Zacharias Kligge is geboren 7 augustus 1812,
● George Hendrik Kligge, geboren 13 april 1814, en
● Maria Catharina Kligge, geboren 24 januari 1818.
Kleding
De provinciaal commandant volgt het met argusogen en meldt op 21
juli 1824 een klacht van de huisvader. Hij schrijft aan de
directeur der koloniën maar die mag zelf niet met derden
corresponderen en stuurt het door naar de permanente commissie,
invnr 70:
Den kolonist Johannes Braun beklaagd zig dat de kleederen van de drie kinderen van den overledene aan hem gezonden niet wierden toevertrouwd,
daar wij tot dus verre geene reedenen van klagen tegen hem hebben zoo verzoeken dat dezelve ter hunne dispositie wierden gesteld en dezelven door en van de wijkmeesters van tijd tot tijd wierden nagezien en gesurveilleerd en wanneer daar aan iets mogt manqueren, dezelve als dan dadelijk wierden weggenomen.
Het zoude mij teffens bijzonder aangenaam zijn te verneemen hoedanig de conduites van J. Braun en deszelfs huisvrouw waren, waar in welke kolonie dezelve zijn, hoe veel land en koe aan hun is afgegeven of hem ook eenige kortingen geschieden en hoedanig de ƒ1429- welke reeds aan de Maatschappij zijn gecontribueerd met haar worden verrekend.
Het inwendige der huishouding
Zoals gebruikelijk vraagt de permanente commissie daarna aan de
directeur hoe het met bovenstaande zit en die meldt dat op 3
augustus 1824, invnr 70. Blijkbaar heeft de provinciaal
commandant de kinderen bij hun vertrek 'ruim' van kledingstukken
voorzien:
Betrekkelijk de missive van den Generaal Majoor Meyer
dat de bij het huisgezin van Braun gevoegde kinderen bij hunne aankomst ruim van kleederen waren voorzien, en een gedeelte derzelver ten gevolge schijnbaar der onger(?) van de Generaal Majoor bij den boekhouder dier kolonie werden gedeponeert, om telkens wanneer de kinderen een of ander stuk behoeften het aan hun te kunnen uitreiken, en zoo doende te zorgen dat dezelve alleen door de 3 bewuste kinderen wierden gedragen, waar aan gevolg is gegeven, ook overeenkomstig de missive der Permanente Kommissie dd. 24 maart ll. N 60/3.
Dat wij geen reden hebben op het gedrag van het gezin van Braun te roemen, voor al met betrekking tot het inwendige der huishouding, zelfs geloof ik dat de kinderen niet zodanig worden behandeld, als men bij goede huisvaders kan verwagten.
Intusschen verzekeren mij de kinderen telkens, dat zij zich over niets hebben te beklagen, niet tegenstaande ik het oudste zoontje door belofte op beterschap als andersints en in afwezigheid van Braun en zijne vrouw tot het inbrengen van klagten in de gelegenheid heb gesteld;
dat aan Braun dadelijk bij zijn aankomst een koe is gegeven.
Een half jaar later
Er zijn dus twijfels bij de directeur, maar ook als hij apart
genomen wordt, heeft Zacharias Kligge geen klachten. De
provinciaal commandant blijft alert. Een half jaar later, op 18
januari 1825, invnr 72, toont hij opnieuw zijn bijzondere
interesse:
Daar ik mij bijzonder laat geleegen leggen aan de huyshouding van J. Braun, door mij na Frederiksoord gezonden, waar bij, door mij zijn gevoegd drie ouderloose kinderen van den overleedene lieut. Kligge, zoo wenschte ik gaarne te weten hoedanig deeze zijne reekening stond, of dezelven ook schulden maakt, of zig goed conduiseerd, gelijk ook zijne vrouw, of de kinderen goed en wel door hem worden behandeld, daar reeds over de ƒ1700 door mij aan de Maatschappij zijn gefourneerd, in hoe verre en welke lasten nu en voor het vervolg aan dit huisgezin wordt opgelegd - en welk recht mij voor het vervolg, al kontribuerende, werd toegestaan.
Ik heb mij omtrent de reekening van voorm: J. Braun reeds aan den Heer Direkteur Fischer gemeld, doch deese renvoyeerde mij na de Permanente Kommissie.
Zeer te vreden
Met 'Fischer' bedoelt hij dus directeur Visser. Die krijgt de
brief weer van de permanente commissie om erop te reageren en
schrijft op 8 februari 1825, invnr 72:
Aangaande het huisgezin van den kolonist Braun, heb ik het genoegen de Permanente Kommissie te berigten, dat deszelfs toestand zeer voldoende is,
de man is schoenmaker en werkt voor de fabriek, de vrouw somtijds van een driftige en ontevredene aard, heeft mij nog voor weinige dagen hare tevredenheid in de kolonien betuigt,
bijde gedragen zich zodanig dat wij daar over geen reden van klagen hebben;
meermalen heb ik gevreesd dat de bij dat huisgezin ingedeelde kinderen niet zodanig werden behandelt als ik bij alle maar vooral met deeze kinderen zoude wenschen,
intusschen verzekeren ons de kinderen telkens dat zij eene goede behandeling ondervinden en zeer te vreden zijn.
Gunstige berigten
Die heugelijke boodschap geeft de permanente commissie door aan de
commandant. Die reageert weer op 23 februari 1825, ook
invnr 72:
Ik heb ontfangen Mijne Heeren, UWelEdGest. missive in dato den 13 deezer - alhoewel ongeteekend -, waarbij werd gemeld de gunstige berigten van het huisgezin van J. Braun, door mij na Frederiks oord gesonden.
Daar U Mijne Heeren de goedheid gelieve te hebben mij te informeeren omtrent de bevinding van mijne ingezondene verantwoordingsstaat, zoo zoude ik ook gaarne versoeken, dat aan mij tegelijk wierd toegesonden eene reekening kourant van het geene door mij is gefourneerd als mede die van de huijshouding van J. Braun, waar mede mij bijzonder zoude verpligten, en waar door ik in staat zal zijn gesteld te zien, welke betalingen door het huisgezin zelve aan de Maatschappij moeten worden betaald.
Schoolverlater
Even los van de administratieve beslommeringen is dus alles pais
en vree en tevredenheid. In het maandblad van de Maatschappij de Star
van 1826 staat op pagina 652 George Hendrik Kligge vermeld
op de 'Nominatieve lijst der leerlingen, in de onderscheidene
koloniën der Maatschappij van Weldadigheid, die in het voorjaar
van 1826 van de verpligting tot het ter school komen ontslagen
hebben kunnen worden.'
Af en toe gaat er iemand met verlof. Daarvan heb ik meestal geen
transcripties, maar bijvoorbeeld wel van de zitting van de kleine
raad van 12 mei 1827, waar vrouw Braun, dus Dirkje ten Bosch,
toestemming krijgt veertien dagen naar Deventer te gaan.
Een bloedverwant in de kolonie
Curieus is de zitting
van 8 december 1827. Vrouw Clinge verzoekt 'dat het
meisje, ingedeeld bij Braun in dezelfde kolonie, aan haar verwant,
bij haar geplaatst moge worden'. Vrouw Clinge, wier echtgenoot als
Klingen in de kolonistendatabase staat, heet van zichzelf
Petronella Wentelaar, dus zij zal familie zijn van de moeder van
de kinderen.
Maar de kleine raad is het niet met haar eens dat Maria Catharina
Kligge bij Braun 'geene opvoeding erlangde' en hoewel men belooft
er nog over na te denken, gaat het niet door.
Wateren
Er is in de koloniën een mogelijkheid om door te leren, het
Instituut voor Landbouwkundige Opvoeding te Wateren, zie hier voor meer over dat
Instituut. Op 27 november 1827 worden zowel Zacharias als
George Hendrik uitverkoren om te Wateren een vervolgopleiding te
krijgen.
Ze staan nu in het register van kwekelingen te Wateren met invnr
1610 (daarvan zijn nog geen scans). Zacharias Kligge met
kwekelingennummer 16 op folio 3 en George Hendrik Kligge pal
daaronder met kwekelingennummer 23.
Vreemd genoeg hebben de klerken de neiging om Zacharias aan te
duiden als Johannis. Dat gebeurt, maar wordt verbeterd, in het
kwekelingenregister en ook op de lijst van 21 oktober 1828, invnr
94 scan 255-en-verder wie er allemaal door de predikant van
Vledder in de hervormde godsdienst onderwezen worden.
Maria Catharina
Voor meisjes is er (niet alleen in de koloniën maar de negentiende
eeuw in de hele samenleving) geen mogelijkheid verder te leren.
Maar Maria Catharina Kligge wordt ook overgeplaatst. Zie besluit
nummer 2 op deze
lijst, waar staat dat zij 'ingevolge het daartoe gedaan
verzoek, naar het 1: gesticht te Veenhuizen wordt overgeplaatst'.
Wie dat verzoek heeft gedaan weet ik niet, ik kan geen brief van
de provinciaal commandant in deze periode vinden.
Per 21 september 1829 gaat Maria Catharina Kligge over
naar het kindergesticht te Veenhuizen. Ze staat met nummer 2 op een lijst van
op particulier contract ondergebrachte weeskinderen. Helaas houdt
daar haar spoor op. Er zit namelijk een gat in de registratie van
op contract geplaatste weeskinderen, zie de uitleg op deze pagina,
en daarom is nergens te vinden wanneer zij met ontslag het
kindergesticht verlaat. Het zal ergens rond 1838 zijn.
Daarna treedt ze in 1839 te Zwolle in het huwelijk met ene
Johannes Kamphoff en als weduwe in 1848 te Deventer met ene Willem
Hendrik van Ordel, maar dat is allemaal buiten de kolonie dus dat
volg ik niet.
Zacharias
Voor de twee jongens blijkt de landbouw toch niet de richting die
ze op willen. Op 26 november 1829, invnr 101 scan 426,
blijkt dat Zacharias Kligge zich heeft aangemeld om 'bij de armee
te worden geplaatst'. Hij komt door de keuring en verlaat 7
januari 1830 het Instituut te Wateren en de koloniën om zich
te Groningen te laten inlijven. Volgens invnr 114 scan 27 is dat
ook 'op verzoek van bloedverwanten', maar wie dat zouden moeten
zijn weet ik niet.
Hij trouwt later te Ommen in 1843, maar overlijdt te Deventer in
1849.
George Hendrik
Ook George Hendrik Kligge wil de militaire kant op, maar is nog te
jong. Hij probeert het dan bij de marine, want daar kun je jonger
terecht. Op 7 maart 1831, invnr 112 scan 116, staat dat
hij zich 'vrijwillig voor de zeedienst aangegeven' heeft. Bij die
gelegenheid verklaart de arts van de vrije koloniën dat George
Hendrik Kligge 1 meter 14 lang is en 'een gezond en sterk
ligchaamsgestel zonder gebreken' heeft.
Hij wordt volgens invnr 124 scan 346 op 31 mei 1831 voor de
militaire dienst ontslagen. Als de Instituteur te Wateren Jan
Hessels van Wolda in 1841 naloopt wat er in hun latere leven van
kwekelingen geworden is, zie hier, meldt
hij dat George Hendrik Kligge dan sergeant is.
Hij trouwt 1838 te 's Hertogenbosch.
Na het vertrek van de kinderen Kligge krijgt de familie Braun
wisselende ingedeelden in huis, zie de stamboeken. Dat gaat
meestal goed, behalve in 1838. Op de zitting van de
tuchtraad van 9 augustus 1838 moet de bij de familie
ingedeelde 48-jarige Cornelis Bode voorkomen omdat hij Johannes
Braun senior heeft mishandeld.
In bijlage 2 wordt minitieus uit de doeken gedaan wat zich op
vrijdag 3 en zaterdag 4 augustus in de hoeve heeft afgespeeld,
inclusief dreigementen aan de bedstee waarna 'de oude man in het
gezigt gestompt en geslagen' is. Het komt allemaal door
dronkenschap en bovendien toont Bode een 'waar berouw' zodat hij
er met enkele dagen opsluiting van af komt.
Tegen die tijd zijn de twee kinderen al een tijdje het huis uit:
Aaltje
Aaltje Braun is op 20 september 1834 met drie maanden
verlof gegaan om te proberen in de gewone maatschappij een baan te
vinden. Zie de
regeling waar dat op gebaseerd is. Het lukt haar en ze keert
niet meer terug.
Dat wil zeggen niet in het gezin Braun. Want ze trouwt 8
augustus 1837 te Weststellingwerf met de kolonistenzoon Gerrit
de Vroeg. Zijn vader speelt een trieste rol in De
proefkolonie en ik zal nog een pagina
over de familie De Vroeg maken.
Per de huwelijksdatum worden Gerrit de Vroeg en Aaltje Braun
kolonisten op de hoeve waar de familie De Vroeg woonde en nemen ze
Gerrits moeder als ingedeelde in huis. Ze beginnen aan een
koloniale carrière die hen nogal frequent bij de raad van tucht
brengt en die er uiteindelijk toe leidt dat Aaltje met de kinderen
in de strafkolonie op de Ommerschans terechtkomt, maar dat komt
nog op de pagina De Vroeg.
Johannes jr
Johannes Braun junior gaat 1 mei 1835 in militaire dienst.
Hij keert pas op 1 augustus 1839 terug.
Als gezegd wordt het huis na het vertrek van de kinderen geheel
gevuld met ingedeelden. Op 8 november 1838 wordt het gezin
overgeplaatst naar hoeve 17 van Wilhelminaoord. Dat is ook op de
Westvierdeparten, kadastraal Noordwolde D 278 en met de
coördinaten 52.86420 en 6.13833. Als bewoners van die hoeve staan
ze in het stamboek met invnr 1355. Maar ze worden oud.
Op 30 oktober 1840 trouwt Johannes Braun junior met de
kolonistendochter Gerardina Johanna Götz, zie voor de familie Götz
deze pagina. Per de huwelijksdatum
volgen zij Johannes Braun senior en Dirkje ten Bosch op als
kolonisten en nemen zij, zoals op de kolonie gebruikelijk, de
oudjes als ingedeelden in huis.
Ze staan als bewoners van hoeve 17 in de stamboeken van
Wilhelminaoord met de invnrs 1355, 1356 en 1357 (met dien
verstande dat de hoeve in 1853 wordt omgenummerd tot hoeve 14).
Nakomelingen
Uit het huwelijk van Johannes Braun en Gerardina Johanna Götz
komen de volgende kinderen, met erachter wat volgens de
kolonistendatabase (ik heb het zelf niet nagekeken) in de
stamboeken over hun toekomst staat:
● Johannes Braun, geboren 23 juli 1841,
waardoor er nu drie mensen met de naam Johannes Braun op de
kolonie lopen!! Hij zal 1863 vertrekken en wordt onderwijzer te
Nieuweroord,
● Willem Braun, geboren 8 oktober 1843,
vertrekt 1876, trouwt een kolonistendochter Van Hensbergen en is
later winkelier te Amsterdam,
● Dirkje Braun, geboren 3 augustus 1846,
vertrekt 1864, woont later gehuwd te Amsterdam,
● Adrianus Braun, geboren 10 juni 1849,
vertrekt 1880, is later werkzaam bij van Gent en Loos.,
● Ferdinand Albregt Braun, geboren 30 juli 1851,
vertrekt 1893,
● Johanna Braun, geboren 26 januari 1854,
trouwt 1879 kolonistenzoon Hoekstra en wordt koloniste,
● Johannes Christiaan Braun, geboren 5 mei 1857,
is leerling-onderwijzer, maar overlijdt op vijftienjarige leeftijd
in 1873.
● Adolph Braun, geboren 29 augustus 1859,
vertrekt 1880 en is later timmerman te 's Gravenhage,
● Maria Wilhelmina Braun, geboren 16 maart 1863,
vertrekt in 1895 met haar ouders.
In de tussentijd zijn de grootouders overleden. Op 13 januari
1848 overlijdt Johannes Braun senior, en Dirkje
ten Bosch volgt op 2 september 1849.
Over de koloniale carrière van Johannes Braun junior heb ik
verder geen aantekeningen. De kolonistendatabase meldt dat het
gezin op 10 december 1895 uit de kolonie vertrekt.