Louis van den Berg, de eerste huisverzorger uit Zwolle. Maar zijn weduwe doet het liever niet

Het Armenbestuur der Hervormde Gemeente te Zwolle sluit in mei 1820 met de Maatschappij van Weldadigheid het contract B2 (zie voor uitleg over contracten deze pagina en voor een lijstje van B-contracten deze pagina). Zie onder voor een afbeelding van de aanhef van dat contract zoals het zich bevindt in inventarisnummer 1393:

Het armbestuur wil een gezin vormen van zes weeskinderen met daarbij een 'Huisvader & moeder'. In de termen van de Maatschappij heten die laatste twee 'huisverzorgers'. In De proefkolonie pagina 253 wordt geciteerd dat men daarbij denkt aan '‘bejaarde echte lieden
zonder kinderen'. Die heeft Zwolle voor deze functie gevonden:

Louis van den Berg, geboortedatum onbekend maar volgens zijn overlijdensakte ongeveer 1763. En zijn echtgenote
Grietie Vreede, geboortedatum onbekend, maar naar zal blijken niet de jongste en sterkste.

De weeskinderen

Welke kinderen er in dat samengestelde gezin komen te wonen heeft het armbestuur in dit contract ook al op een rijtje gezet. De bij de kinderen vermelde geboortedata komen uit de in dit opzicht lang niet altijd betrouwbare kolonieadministratie:

Gerritdina Krans, geboren 1 april 1809.
Willemina Brem, geboren 7 augustus 1809.
Hendrik Koenraad Kimmel, soms ook Kummel, geboren op onbekende datum in 1811.
Hendrik Brummelink, geboren op onbekende datum in 1811.
Jan Brem, geboren 13 februari 1813, ongetwijfeld een broertje van Willemina.
Alberd Jans, die later in de boeken zal komen als Albertus Jansen, geboren 26 september 1814.

Ze staan ook nog als lijstje op deze scan. Het gaat door en op 8 oktober 1820 arriveert dit gezelschap in de kolonie. Ze betrekken hoeve nummer 1 in Frederiksoord, tegenover het Logement dat later Hotel Frederiksoord gaat heten en vlakbij waar tegenwoordig de rotonde ligt.

Overlijden Louis van den Berg

Het duurt niet zo vreselijk lang, want een overlijdensakte van de gemeente Vledder, datum 6 juli 1821, aktenummer 13, meldt dat op 4 juli 1821 is overleden in Frederiksoord Louis van den Berg, oud 58 jaren, zoon van Jan van den Berg en NN NN. Dan wordt het moeilijk in het huishouden. De directeur der koloniėn schrijft op 30 juli 1821 aan de permanente commissie in Den Haag, invnr 58:

Der Permanente Kommissie de ontvangst harer missive van den 27 dezer no. 81/7 accuserende, heb ik de eer op het daar bij verlangde nader advijs, aangaande de huisverzorgster wed. van den Bergh in kolonie no.2 te melden, dat zij zelve zeer zwak en de kinderen alle beneden de 12 jaar oud zijnde, dit huisgezin niet kan blijven bestaan.
Ik stel dus voor, gen. weduwe te renvoijeren - waar zij zelve niets tegen heeft - en over de kinde­ren als huisverzorgers aan te stellen, Hendrik Roelofs en Lubbigje Harms, getrouwde lieden uit deze environs, dienende als schaapherder in de kolonie.

En op 8 augustus 1821, ook invnr 58, meldt de directeur het vertrek van de weduwe Van den Berg per eerste scheepsgelegenheid naar Zwolle. Maar vervolgens blijkt dat Zwolle hier helemaal niet blij mee is. Het is hun hoeve! Wat doet een vreemde schaapherder daar?!?
Blijkbaar protesteren ze schriftelijk bij de permanente commissie en stuurt die de brief door naar de directeur, want die moet in zijn brief van 6 november 1821, invnr 59, in de verdediging:

Voorts op de van de sub-kommissie te Zwolle aangaande voorziening van huisverzorgers, over hare bestedelingen van wegen de Direktie; dat na de dood van den huisverzorger van den Berg en het vertrek van deszelfs op haar verzoek ontslagen vrouw het noodzakelijk was, om over de bewuste kinderen andere huisverzorgers te stellen;
doch zoo de sub-kommissie te Zwolle, vermeent door het met de Permanente Kommissie gesloten kontrakt regt te hebben, om zelve daar toe geschikte personen te designeren, zij zulks als nog zoude kunnen doen,
zijnde Zijn Hoog Ed Gest de Heer 2e adsessor van gevoelen, dat in het aangaan van een nader kontrakt niet kan worden getreden, dan alleen in geval, dat ook voor ieder der huisverzorgers ƒ25- wordt betaalt en de sub-kommissie geen ander huisverzorgers zendt; zij daar voor ƒ50- minder zoude kunnen betalen.

De door hem genoemde 'Heer 2e adsessor' is Johannes van den Bosch en die heeft eigenlijk wel gelijk: het armbestuur betaalt voor zes personen en wil er acht sturen. Anderzijds zijn in de A-contracten de huisverzorgers gratis, dus de verwarring valt te begrijpen. Hoe het wordt opgelost weet ik niet, maar men komt er uit en het armbestuur gaat op zoek naar een nieuw huisverzorgersechtpaar.

Per 1 januari 1822 hebben ze er een, zie verder de pagina van Hendrik Roelof Bultman.