Jans Aukes is vanaf 1821 een succesvolle vrije kolonist en wijkmeester in de kolonie Frederiksoord en het merendeel van zijn gezin gaat nooit meer uit de koloniën weg

De subcommissie van weldadigheid te Den Haag sluit met de Maatschappij van Weldadigheid het contract C10. Een uitleg over C-contracten staat op deze pagina en vandaar kun je doorklikken naar alle afgesloten C-contracten. Al lang voor het contract getekend is heeft de subcommissie de Haagse bevolking doorgespit en komt ze met gezinnen die voor plaatsing in de kolonie in aanmerking komen.


Die brief is gedateerd 20 maart 1820 en bevindt zich in invnr 54 scan 808. Zie helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn. Op scan 809 noemen ze het gezin van 'J. Aukes, verwer oud acht en dertig jaren, benevens zijne huisvrouw oud twee en dertig jaren, en vier kinderen, respectivelijk oud 8, 4, 2 en ¼ jaar.'

Aankomst

Eerst wordt november 1820 het bewuste contract getekend en dan duurt het nog een paar maanden eer op 8 maart 1821 enkele Haagse gezinnen aankomen waaronder dat van Jans Aukes. De familie wordt gehuisvest op hoeve 44 van Frederiksoord, zie de locatie op dit kaartje. Dat is nu Wilhelminaoord, maar werd toen tot Frederiksoord gerekend.

Het gezin staat in een stamboek van Frederiksoord van ± 1823 tot juni 1825 dat in te slechte conditie verkeert om in de studiezaal te raadplegen, maar dat ik wel een keer op foto heb kunnen zetten:



Blijkbaar heeft het kind dat maart 1820 volgens de subcommissie ¼ jaar oud was, het uiteindelijk niet gered. Er zijn enkele weeskinderen uit Bolsward bij het gezin ingedeeld. Uit deze en latere inschrijvingen (zie verderop) neem ik de gezinsgegevens over:

Gezinssamenstelling

Jans (of Jannes) Aukes is geboren 20 augustus 1780 in de provincie Groningen. Naar ik begrijp is hij geboren te Scheemda en later met zijn ouders verhuisd naar het 20 kilometer verderop gelegen Bellingwolde. Hij is net als de rest van het gezin hervormd. Hij is getrouwd met:

Frederika Maria Reuscher, geboren 1 januari 1786 te Winschoten, 10 kilometer van Bellingwolde, gedoopt 7 januari 1786. Het echtpaar komt in de kolonie aan met de volgende kinderen:

Johan Diederik Aukes, geboren 12 juni 1811 te Amsterdam, gedoopt 19 juni 1811,
Jacob Aukes, geboren 24 maart 1815 te Amsterdam,
Frederik Johannes Aukes, geboren 25 februari 1817 te Den Haag (staat in het stamboek eerst als Frederika, maar gaat 1836 in militaire dienst dus is een jongen),

Op de kolonie komen daar bij:

Frederika Maria Aukes, geboren 5 april 1821 (in het stamboek staat abusievelijk 30 oktober 1821),
Martinus Johannes Aukes, geboren 18 oktober 1823, en
Antonie Theodorus Aukes, geboren 29 november 1824.

Medaille & stamboeken

Bij de medaille-uitreiking ('Bij velen waren zachte tranen de tolken van het getroffen hart') op 31 augustus 1824, zie hier, krijgt het gezin een koperen medaille.

Als per 1 juni 1825 op grond van dit besluit alles wordt herschikt en opnieuw wordt ingedeeld, worden nieuwe stamboeken aangelegd die bewaard zijn gebleven. De familie staat in het stamboek Frederiksoord met
▪ invnr 1346 op scan 17,
▪ invnr 1347 op scan 19,
▪ invnr 1348 op scan 74,
▪ invnr 1349 op scan 73,
▪ invnr 1350 op scan 78, en
▪ invnr 1351 op scan 80.

Wijkmeester

Volgens het boek van mevrouw Kloosterhuis, De bevolking van de vrije koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid, pagina 189 noot 23, is Jans Aukes de eerste kolonist die, in 1827, wordt bevorderd tot wijkmeester. Ik weet niet waar dat op gebaseerd is, maar het zou heel goed waar kunnen zijn.

Hoogstwaarschijnlijk is die benoeming ook het moment dat de familie verhuist naar hoeve 72, zie de locatie op dit kaartje. Het is de bedoeling dat een wijkmeester woont in het buurtje (gemiddeld heeft een wijkmeester veertig woningen onder zich) dat hij bestiert, dus dat zou de aanleiding voor de verhuizing kunnen zijn.

Geene klok hebbende en alzoo den tijd niet wetende

Maar als wijkmeester heb je natuurlijk wel altijd gedoe. Op de zitting van de kleine raad van 8 december 1827 verschijnt de kolonist Heinsbergen, 'te kennen gevende dat hij heden morgen door den wijkmeester Aukes op eenen harden toon was behandeld geworden, wegens eene klok, die hem in bewaring was gegeven voor de overledene wed Kruishoeks kinderen. Aukes geene klok hebbende en alzoo den tijd niet wetende, had deze klok willen hebben.'
De zaak wordt door de kleine raad onderzocht en daarna in de minne geschikt.

In het personeelsregister met invnr 997 (daarvan zijn geen scans) staat ook aangetekend dat Jans Aukes wijkmeester is en daar blijkt dat hij voor dit werk drie gulden per week krijgt.


Adsistent

Eenzelfde loon wacht zijn oudste zoon Johan Diederik. Hij heeft als ondermeester in de school gewerkt en is de winter van 1828-1829 in Wapse geweest om daar les te geven, zie bovenaan zijn eigen pagina. Daarna heeft hij gewerkt als 'adsistent bij de Algemeene Boekhouder' en daarbij heeft hij zich volgens de directeur 'doen kennen, als een goed schrijver en een ijverig en braaf jongeling'.

Dit staat in een brief van de directeur dd 20 november 1829, invnr 101 scan 378-379. In die brief draagt hij Johan Diederik (die hij trouwens hardnekkig Johannes noemt) voor als 'adsistent bij de boekhouder-binnen' van het tweede gesticht te Veenhuizen. De permanente commissie neemt 11 december 1829 een besluit daarover en stelt Johan Diederik per 1 januari 1830 aan 'voor ƒ 3.= 's weeks'. Het staat aangetekend op folio 42 van het personeelsregister met invnr 997.


Overlijden

Maar dan, op 19 december 1829 overlijdt de man des huizes Jans Aukes, 49 jaar oud.

Het maandblad van de Maatschappij, de Vriend des Vaderlands, meldt in het nummer van januari 1830: 'Wij hebben het verlies te betreuren van den wijkmeester Jan Aukes van kolonie No 1, welke aan eene longtering is overleden.'

De directeur schrijft hierover aan de permanente commissie op 28 december 1829, invnr 101 scans 734-735. Daarin meldt hij ook...

... dat des overledenen oudste zoon, die kortlings tot adsistent van den boekhouder van het 2e Gesticht binnen is benoemd, en met den 1e January zijne betrekking zou aanvaarden, verzocht heeft, zijne vader te mogen opvolgen, en een aantal kolonisten uit de wijk dat verzoek hebben aangedrongen. -
Hoe oppassend en bekwaam in schrijfwerk deze jongeling anders ook is, mist hij daartoe, naar mijn inzien geheel en al de kennis van den landbouw en de hebbelijkheid om enig gezag uit te oefenen, zoo dat ik denzelve niet aan UWEdG kan voordragen.

Schoolmeester

De directeur draagt dus een andere kolonist voor als nieuwe wijkmeester en ten aanzien van de familie schrijft hij verderop in dezelfde brief

Wat nu aangaat het huisgezin der weduwe Aukes, voor wie haar zoon alles wil aanwenden, heb ik denzelve voorgesteld in zijne betrekking van adsistent, met zijne moeder en zusters en broeders, naar Veenhuizen te vertrekken, om op die wijze grootendeels in het onderhoud van het huisgezin te voorzien;
dan daar de moeder hier toe niet wel schijnt te bewegen te wezen, zou men het huisgezin met den oudsten zoon, wien genoegelijk bij voorkomende gelegenheid eene opzieners plaats kan worden toevertrouwd, met uitzigt op de bevordering tot wijkmeester, hier in de kolonien kunnen laten.

Ze blijven dus in Frederiksoord (en in dezelfde hoeve). De aanstelling tot assistent bij het tweede gesticht wordt 'buiten effect gesteld' op 16 januari 1830. Maar Johan Diederik Aukes wordt geen opziener of wijkmeester, hij gaat zich verder richten op het onderwijs en daarom staat zijn verdere geschiedenis op een onderwijspagina.

Kijven en schelden

Op de zitting van de 'Raad van Policie en Tucht in de vrije kolonien van zaturdag den 3 July 1830' is er sprake van bonje met een van de buren:

Verschenen voor den Raad na daartoe door den raad va Toezigt van kol 1, te zijn verwezen, de kolonisten Smallenburg en de wed. Aukes, ter oorzake van kleine oneenigheden onder elkanderen, die kijven en schelden hadden te weeg gebragt.
Na een voor een gehoord en de zaak overwogen te hebben is besloten, beiden tot onderlinge vrede te vermanen en Smallenburg, wiens huisvrouw de voornaamste oorzaak der oneenigheid is, de onbetamelijkheid dezer handelwijze onder het oog te brengen; hetgene staande de vergadering door den President geschied is.

Er volgt dus geen straf, hoewel kijven volgens het reglement verboden is, zie bij artikel 2b.


Verlof en mest

■ Op de zitting van de kleine raad van 23 april 1831 komt de weduwe Aukes vragen om 14 dagen met verlof naar Amsterdam te mogen. Het wordt goedgevonden.
NB: Verlofaanvragen door familieleden kunnen vaker hebben plaatsgevonden, maar ik heb van lang niet alle zittingen transcripties. Dat het vaker kan gebeurd zijn, geldt ook voor het volgende, de mestrapporten:

■ Op de zitting van de kleine raad van 6 augustus 1831 wordt vastgesteld dat de weduwe Aukes nog 'twee voer' te weinig mest heeft gemaakt. Maar op de zitting van een week later, een stukje lager op diezelfde pagina, heeft zij 'het achterstallige bijgewerkt'.

■ Op de zitting van 14 januari 1832 heeft het gezin dan weer geen mest gemaakt. Maar als gezegd, ik heb slechts af en toe transcriptie van de kleine raad.

In and out & in and out

De volgende jaren is het voor de weduwe een opeenvolging van uitvliegen en op het nest terugkeren:

■ Op 1 mei 1834 vertrekt zoon Jacob Aukes om zijn militaire dienstplicht te vervullen. Hij zal al snel in dienst overlijden.

■ Volgens het jaarverslag over het koloniale onderwijs in 1836 werkt zoon Frederik Johannes Aukes als ondermeester bij zijn oudste broer Johan Diederik Aukes, zie diens pagina, maar hij gaat in militaire dienst op 29 april 1836.

■ Op 3 oktober 1837 gaat dochter Frederika Maria Aules met drie à zes maanden groot verlof om te proberen in de gewone maatschappij een baan te vinden. Zie de regeling waar dat op gebaseerd is. Het lukt de eerste keer niet, ze keert op 16 december 1837 weer terug

■ Op 21 januari 1839 keert Frederik Johannes Aukes terug uit militaire dienst.

Out en out

■ Na een mislukt groot verlof moet je een tijdje wachten voor je weer mag. Op 2 juni 1839 gaat Frederika Maria Aukes voor de tweede keer proberen een baan te vinden. Volgens het stamboek is zij 20 oktober 1839 terug, maar ze moet tussentijds ook al eens terug geweest zijn.
Want zowel bij de raad van toezicht van Frederiksoord van 10 september 1839, bijlage 1 op deze pagina, als bij de tuchtraad van 11 september, hoger op die pagina, is sprake van de getuigenis van 'Rika Aukes'. En ik denk toch echt dat dat de roepnaam van Frederika Maria is...

■ Frederik Johannes Aukes gaat 17 december 1839 met groot verlof en keert niet meer terug.

■ Frederika Maria Aukes verlaat op 19 juli 1840 met ontslag de kolonie. Ze trouwt die dag met de kolonistenzoon Willem Frederik George van Cleef, van hoeve 71 dus de buurjongen. Ze blijft in de buurt van de kolonie (maar niet op de kolonie) want haar echtgenoot overlijdt in 1855 te Vledder.


Timmerman Toon

Dan zijn er nog twee in huis, Martinus Johannes Aukes en Antonie Theodorus Aukes. En dan komen we nog een roepnaam te weten.

■ Op de zitting van de raad van toezicht van Frederiksoord van 1 juli 1841, bijlage 1 op deze pagina, blijkt dat 'Toon Aukes', dus Antonie Theodorus Aukes, werkt als timmerman bij de timmermansbaas Knol. De kwestie draait verder om de vraag of er bruikbaar hout van de Maatschappij ontvreemd is, maar daarbij wast Toon zijn handen in onschuld.

■ Het is wel erg brutaal om bij je eigen baas appels uit de tuin te jatten. Toch is dat precies wat Antonie Theodorus Aukes doet, blijkens de raad van toezicht van Frederiksoord 24 september 1841, bijlage 3 op deze pagina. Als het voor de tuchtraad komt, hoger op diezelfde pagina, krijgt hij acht dagen opsluiting in de strafkamer aan zijn broek.

In 1842 werkt Martinus Johannes Aukes als ondermeester op de school van Frederiksoord bij zijn oudere broer Johan Diederik Aukes, zie diens pagina.

Nog meer Aukes

Op de zitting van de kleine raad van 19 maart 1842 komt vrouw Aukes vragen of zij met verlof naar Alkmaar mag.

Een jaar later, op de zitting van de kleine raad van 18 maart 1843 komt vrouw Aukes vragen of zij met verlof naar Alkmaar mag.

Blijkbaar wil ze elk jaar een keer naar Alkmaar. Zit er dan familie in Alkmaar?? Hoogstwaarschijnlijk wel. Want in mei 1841 is in de kolonie Willemsoord vanuit Alkmaar gearriveerd het gezin van ene Willem Aukes. Dat is vast en zeker familie, maar hoe dat precies zit wil ik niet weten. Om het niet al te ingewikkeld te maken bewaar ik deze Aukessen uit Willemsoord voor onderaan de pagina.


Zwemmen als en vischje

■ Antonie Theodorus zal nog één keer voor de tuchtraad komen voordat hij zijn leven betert. Als een jongejuffer uit het nabij de kolonie gelegen Nijensleek op een zondagavond naar de kerkdienst in de school van Wilhelminaoord is geweest, besluiten Antonie Theodorus en nog drie opgeschoten kolonistenzonen een potje met haar te gaan dollen.

'Zij hadden haar dan gegrepen en tegen den grond gegooid.' Een van de jongens zou gezegd hebben: 'Laten wij haar in de vaart smijten, dan kan zij zwemmen als een vischje.' Dat gebeurt niet, dit staaltje zinloos straatgeweld eindigt zonder lichamelijk letsel. Er is alleen materiële schade: 'Haren zakdoek is bij die gelegenheid te zoek geraakt en haar oorijzer beschadigd.'

Dit verhaal staat ook in De strafkolonie pagina 181 en het komt uit de raad van toezicht van Frederiksoord van 11 januari 1844, bijlage 1 op deze pagina. Bij de behandeling bij de tuchtraad, hoger op die pagina, wordt Antonie Theodorus aangewezen als een van de meest schuldigen en moet hij, behalve opnieuw acht dagen in de strafkamer, ook de schade vergoeden.

Antonie als opvolger

■ Dan doet Antonie Theodorus het verder zoals het hoort. Hij vraagt toestemming aan de permanente commissie om in het huwelijk te treden. Daarover wordt een besluit genomen op 15 oktober 1850 bij agendapunt N2 (dat moet in invnr 680 zitten, daarvan zijn geen scans maar er zal zeker bijzitten het gemotiveerde advies van de directeur), welk besluit in het stamboek staat als: 'kan huwen met de dogter van v.d. Wulp en de hoeve op zijnen naam worden overgeschreven'.

Er is een pagina over de diverse kolonistenfamilies Van der Wulp en met driftig zoeken kan Cornelia van der Wulp daar wel op gevonden worden. Ze heeft vanaf 1831 (toen ze twee jaar was) tot 1849 op hoeve 80 van Frederiksoord gewoond, dus zij en Antonie Theodorus zullen elkaar al lang kennen.

■ Ze treden 24 november 1850 in het huwelijk en staan vanaf dat moment als hoofdbewoners van hoeve 72 in het stamboek met invnr 1351. Moeder Frederika Maria Reuscher weduwe Aukes en broer Martinus Johannes Aukes staan nu te boek als ingedeelden. Voorafgaand aan de verdere gebeurtenissen in dit samengestelde huishouden handel ik eerst Anthonie Theodorus helemaal af.


Het gezin van Antonie Theodorus

Antonie Theodorus Aukes, zie boven (hij zal in 1885 op de kolonie overlijden). Hij is getrouwd met:

Cornelia van der Wulp, geboren 13 februari 1829 (voorafgaand aan het huwelijk van haar ouders, maar dit terzijde; zij zal in 1871 op de kolonie overlijden). In de kolonieadministratie staan de volgende kinderen van het echtpaar:

Maria Frederika Aukes, geboren 20 september 1851 (zij zal 1872 met ontslag de kolonie verlaten, ze trouwt een paar jaar later te Vledder),
Henderika Maria Aukes, geboren 3 november 1853 (zij trouwt 1874 met een kolonistenzoon Hensbergen, welk kolonistengeslacht we eerder op de pagina tegenkwamen bij een ruzie over een klok; na dat huwelijk is ze een klein jaar kolonistenvrouw, daarna trekt het gezin weg),
Geesje Aukes, geboren 28 september 1856 (zij trouwt 1883 een kolonistenzoon Zeilmaker; ze gaan twee jaar weg en worden daarna een tijd kolonisten),
Jannes Aukes, geboren 20 maart 1859 (hij trouwt 1885 een kolonistendochter Haakmeester en trekt weg),
Cornelia Aukes, geboren 19 februari 1862 (zij trouwt 1886 een kolonistenzoon Haakmeester en trekt dan weg),
Thomas Aukes, geboren 24 maart 1864 (hij trouwt 1887 met een vrouw van buiten de kolonie en trekt weg),
Johanna Aukes, geboren 16 december 1866, maar zij overlijdt al 13 mei 1872.


Vanaf 1850

■ Bij besluit van de permanente commissie van 22 oktober 1853 N7 (niet gezien, maar moet in invnr 764 zitten) wordt broer Martinus Johannes Aukes aangesteld tot 'adsistent van den boekhouder van kol 2 en belast met de boekhouding van den fabrijk' voor een loon van vier gulden per week. Kol 2 is Wilhelminaoord en hou die fabriek even vast, want daar leert hij iemand kennen.

Het staat genoteerd op folio 20 van het personeelsregister met invnr 998 (geen scans). Blijkbaar woont hij dan in Wilhelminaoord (maar ik weet niet waar) en uit het personeelsregister wordt duidelijk dat zijn zuster Frederika Maria Aukes na de dood van haar man in 1855 bij hem inwoont.

Naar Willemsoord

■ Bij besluit van de permanente commissie van 23 februari 1856 N11 (moet in invnr 825 zitten) wordt Martinus Johannes gepromoveerd tot boekhouder bij kolonie 3, Willemsoord. Zus Frederika Maria verhuist mee. Hij staat nu op folio 24 van invnr 998, zijn loon staat er niet bij, maar normaliter verdient de boekhouder van een kolonie zeven gulden per week.

■ Op 1 april 1856 wordt Martinus Johannes ontslagen als kolonist en opgenomen in 'de sterkte der ambtenaren'. Als boekhouder zit hij ook bij de raad van toezicht van Willemsoord en maakt hij de notulen daarvan, zie bijvoorbeeld bijlage 1 op deze pagina.

Overlijden moeder en huwelijken

Op 19 september 1857 overlijdt moeder Frederika Maria Reuscher, weduwe Aukes, 71 jaar oud. Rond die tijd wonen haar kinderen Johan Diederik, Frederika Maria, Martinus Johannes en Antonie Theodorus in de koloniën en zijn er twaalf kleinkinderen op de kolonie.

Ze loopt wel in 1858 twee trouwerijen mis. Frederika Maria Aukes hertrouwt en verlaat dan het huis van haar broer en de kolonie. En Martinus Johannes Aukes trouwt op 12 september 1858 met Jannegje ten Broek, dochter van de 'onderdirecteur voor de fabriekmatigen arbeid', meestal aangeduid als 'de fabrijksbaas' Loog ten Broek. Ik zal nog een keer een pagina maken over de gebroeders Ten Broek, want ook zijn broer is fabrieksbaas geweest.

Carrière Martinus Johannes

De verder carrière van Martinus Johannes is te volgen in de personeelsregisters (geen scans) met invnr 1675 op folio 11, met invnr 1676 waar hij staat als bewoner van woning 326, vermoedelijk op deze plek, met invnr 1677 op folio 5, met invnr 1678 op de folio's 2 & 4 en met invnr 1679 op de folio's 2, 5 & 10.

In het kort: op 6 april 1864 wordt hij overgeplaatst naar Frederiksoord als schrijver bij de algemene inspectie en op 15 januari 1867 wordt hij winkelier te Frederiksoord en tevens ambtenaar bij het algemeen beheer. Tenslotte doe ik zijn gezin en dan ben ik klaar met deze tak van de Aukes:

Gezin Martinus Johannes

Martinus Johannes Aukes, zie boven (hij zal in 1878 in de kolonie overlijden). Hij is getrouwd met

Jannigje ten Broek, geboren 3 juni 1828 te Willemsoord (na de dood van Martinus Johannes gaat zij in Nijensleek in een woning van de Maatschappij wonen). In de stamboeken staan de volgende kinderen:

Johannes Louis Aukes, geboren 20 augustus 1859 (hij wordt in 1888 ook winkelier te Frederiksoord),
Johanna Frederika Maria Aukes, geboren 2 november 1861 (zij en haar jongere zuster vertrekken in 1888 naar Nijensleek),
Frederika Maria Louisa Aukes, geboren 6 juli 1865.




Zoals hiervoor aangekondigd: kolonist Willem Aukes uit Willemsoord, minder succesvol en als hij na vijfentwintig jaar vertrekt, blijft er van zijn gezin niemand in de koloniën wonen


De subcommissie van weldadigheid te Alkmaar mag in 1841 een hoeve in de vrije koloniën vullen 'uit de contributie'. Uitleg over dat begrip staat op deze pagina. Het door Alkmaar voorgedragen gezin van Willem Aukes wordt door de permanente commissie geaccepteerd en op 24 mei 1841 komen ze aan in Willemsoord.

Mogelijk heeft Willem Aukes deze stap gezet naar aanleiding van positieve verhalen in de familie. Ze worden gehuisvest in hoeve 150 van Willemsoord, zie de locatie op dit kaartje. In Friesland dus, het gebied dat bekend staat als Willemsoord-Steggerda. Ze staan als bewoners van die hoeve in het stamboek Willemsoord met invnr 1362 op scan 154. Van daaruit en uit latere inschrijvingen neem ik de gezinsgegevens over.

Gezinssamenstelling

Willem Aukes is volgens de kolonieadministratie geboren 12 mei 1805. Hij is net als de rest van het gezin hervormd. Hij is getrouwd met

Neeltje Elles, geboren 10 juni 1811. Ze komen aan met de volgende kinderen:

Jan Aukes, geboren 23 januari 1831,
Alida Catharina Aukes, geboren 25 oktober 1833,
Katharina Aukes, geboren 6 mei 1837, en
Cornelis Aukes, geboren 14 februari 1840.

Op de kolonie komen daar bij:
Nicolaas Aukes, geboren 18 februari 1842 te Willemsoord
Jacomijntje Aukes, geboren 11 mei 1845 te Willemsoord, maar zij overlijdt 31 januari 1847,
Jacomijntje Aukes, geboren 6 november 1847 te Willemsoord,
Klazina Aukes, geboren 28 januari 1851 te Veenhuizen, en
Dieuwertje Aukes, geboren 21 augustus 1854 te Willemsoord, maar zij overlijdt 22 maart 1862.


Verlossing

■ Bij de raad van toezicht van Willemsoord  van 7 februari 1844, bijlage 8 op deze pagina,  speelt 'vrouw Aukes', dus Neeltje Elles, een rol. Een kolonistenvrouw heeft een verlossing gedaan terwijl het haar ten strengste verboden was en ze dat moest overlaten aan de officiële vroedvrouw van de Maatschappij. Maar die laatste was zoek en 'de vrouwen Aukes en Friskes getuigen indien er niet spoedig hulp verschaft was, beide vrouw en kind welligt zouden zijn gestorven'.


Verhuizingen

■ Op 20 maart 1845 wordt het gezin Aukes overgeplaatst naar hoeve 161, zie de locatie op dit kaartje. Ze staan nu op scan 165 van invnr 1362.

■ Al op 10 december 1846 worden ze opnieuw overgeplaatst, nu naar hoeve 152, zie de locatie op dit kaartje. Vlakbij hun eerste hoeve. Ze staan nu op scan 156 van invnr 1362.

Te weinig aardappelen

■ November 1847 raakt het gezin in de problemen. Bij de raad van toezicht van Willemsoord van 2 november 1847, bijlage 2 op deze pagina, wordt geconstateerd dat vooraf was 'getauxeerd', geschat, dat van het landje van Aukes 134,25 Mud aardappelen zou komen, maar hij heeft 31,94 Mud minder aardappelen ingeleverd.

Er zijn er meer in die situatie en

Zij zweeren allen bij Hemel en Aarde, dat zij onschuldig zijn aan het te kort, dat men om geene verkoopen behoeft te denken, dat zij daaromtrent zoo zuiver zijn als goud etc.
Doch niettegenstaande vermoed men wel, dat zij de te min ingeleverde aardappelen te veel gebruikt of verkocht hebben.


Naar Veenhuizen

Bij de behandeling bij de tuchtraad, hoger op die pagina, wordt de gebruikelijke straf in dit soort zaken uitgesproken: 'voor een onbepaalden tijd verwijzen onder de arbeiders te Veenhuizen'.

■ Op 30 november 1847 maakt het gezin de tocht van Willemsoord naar Veenhuizen. Ze zijn nu te vinden op scan 42 van het register van arbeidershuisgezinnen met invnr 1574. Ze wonen in woning 29 van het eerste of kindergesticht. De inschrijving loopt door op scan 82 van het register met invnr 1575.

Terug naar Willemsoord

Ze staan op een lijst dd 9 oktober 1849 van voormalige vrije kolonisten die naar Veenhuizen zijn overgebracht, waarbij uitgezocht wordt waarom ze daar eigenlijk zitten. Overbenging naar Veenhuizen voor onbepaalde tijd is inderdaad voor onbepaalde tijd, maar meestal komt er wel een einde aan:

■ Bij besluit van de permanente commissie van 28 oktober 1851 N4 (niet gezien, maar moet in invnr 711 zitten) wordt volgens de aantekening in het stamboek voor de familie Aukes bepaald: 'terugplaatsen naar de Gewone Koloniën'. Op 4 november 1851, na vier jaar Veenhuizen, keert het gezin terug naar Willemsoord.

Ze komen nu op hoeve 130, zie de locatie op dit kaartje. en staan op scan 136 van het stamboek met invnr 1363.

Op 8 mei 1854 gaat zoon Jan Aukes als milicien in dienst en op 16 november 1854 is hij daar van terug.


Terug naar de oude hoeve

Op 2 april 1855 wordt het gezin weer overgeplaatst, ze gaan naar hoeve 160. Dat is bekend terrein, want op die hoeve op deze plek hadden ze de eerste vier jaar van hun koloniale bestaan ook gewoond, maar toen had de hoeve nog nummer 150. Ze staan op scan 157 van invnr 1363. Daar staat aangetekend dat Willem Aukes van 8 juli 1856 tot 21 september 1856 in het tweede gesticht te Veenhuizen gedetacheerd is geweest, maar wat hij daar moest doen weet ik niet.

Deserteurs

Aan toestemming vragen of je de kolonie af mag doet het gezin niet:

■ Op 15 februari 1857 deserteert dochter Katharina van de kolonie.

■ Op 2 maart 1857 deserteert zoon Jan Aukes van de kolonie.

■ Op 17 maart 1859 deserteert dochter Alida Catharina van de kolonie.


Vertrek

Dat is het dan voorlopig wel even qua weglopen. Op 16 april 1860 gaat zoon Cornelis Aukes als nummerverwisselaar in militaire dienst, hij keert terug op 8 augustus 1861. De familie verlaat 7 april 1866 de kolonie en keert terug naar Alkmaar.