Om wat meer te weten te komen over Apolonia Cornelia Afterbag ga
ik naar het boek met inventarisnummer 1390, het alfabetisch
register op de op contract in de koloniën gevestigde personen. Zie
bovenaan de pagina hoe de scans van dit invnr te bereiken.
Achter haar naam vind ik dan haar B-nummer: 543. Alle op contract
geplaatste personen en gezinnen hebben een B-nummer en dan kan ik
naar het bevolkingsregister van de op contract geplaatsten, invnr
1389, want dat is ingericht op volgorde van B-nummer.
Ik vind haar op folio 212. Volgens die inschrijving is zij geboren op 24 april 1822, afkomstig uit Den Haag en op 12 april 1839, dus bijna zeventien jaar oud, geplaatst in de vrije koloniën op grond van het contract A37 (zie voor een uitleg over A-contracten) tussen de Maatschappij en de 'Diaconen van de Nederlandsch Hervormde Gemeente te 's Gravenhage'.
Helaas is haar woongeschiedenis nogal fanatiek doorgestreept. Wat
ik kan zien is ze begonnen in kolonie 1 hoeve 75. Dat ga ik
nakijken in het stamboek van kolonie 1 (Frederiksoord) over de
jaren 1835 tot 1841, invnr 1349. Inderdaad staat ze op folio 76
(nummers kun je invullen in het vakje rechts). Ze blijkt in huis
te zijn bij kolonist Willem Hendrikus Bijlaart. Dat zal dus zijn
vanaf haar aankomst. Zie voor meer over Bijlaart deze pagina.
Maar in de meest rechtse kolom wordt gemeld: 'Bijlaard en gezin en 543B naar N129 den 6 Dec 1839'. Nummer 543B, zie hierboven = dus Apolonia. Dus ik ga naar hoeve 129, Dat staat op folio 137 en daar blijkt ze nog steeds met het Utrechtse gezin Bijlaard te wonen. Dat wekt de indruk dat de inwoning redelijk goed gaat.
In het opvolgende stamboek van Frederiksoord, over de periode
1841-1848, invnr 1350, ga ik weer naar hoeve 129. Folio 136 dit
keer. In de laatste kolom lees ik: 'Afterbag naar N32 den 13 Mei
1841'. Dus na twee jaar bij de familie Bijlaard gaat ze nu naar
een ander gezin. Dat is het lot van de ingedeelden. Ze blijkt nu
(folio 33) in huis te zijn bij Jokke Jochems Stellinga, de weduwe
van de proefkolonist Gerben Scheltes Brandsma, zie hier voor zijn
file.
De wijkmeester
In de rechterkolom zie ik dat de samenleving net twee maanden duurt. Ik lees 'Afterbag uit N129 den 13 Mei 1841' (maar dat wisten we al) en 'dezelfde naar N 14 den 29 July 1841'. Dus blader ik naar folio 15 en ik zie dat Apolonia in huis komt bij de wijkmeester Jan Verhagen, getrouwd met Lena Biemans, een dochter van de proefkolonist Leonardus Biemans. En omdat ik het vervolg al weet denk ik: Oei-oei-oei.
Apolonia Cornelia Afterbag woont ruim een jaar bij Jan Verhagen in huis. Na zestien maanden, op 3 november 1842, wordt ze overgeplaatst naar hoeve nummer 2. Maar dan is het kwaad al geschied.
Ze woont een paar maanden bij de Dordtse kolonist Teunis Verboom als ze voor de raad van politie en tucht in de gewone koloniën moet komen. Ze is namelijk zwanger. Helaas heb ik geen transcriptie van de zitting van 8 februari 1843 en alleen een samenvatting, maar het is duidelijk: Apolonia Cornelia Afterbag houdt vol dat de zwangerschap een gevolg is van de omgang met wijkmeester Jan Verhagen, laatstgenoemde ontkent bij hoog en bij laag.
Niemand gelooft hem. Maar bewijs is er niet. Hij is wel zijn baan
als wijkmeester kwijt en kort daarop verdwijnen Jan Verhagen,
echtgenote Lena Biemans, en hun kinderen Maria Barbera, Leonardus
en Jacobus naar Veenhuizen. Daar gaat hij werken als zaalopziener.
Apolonia Cornelia Afterbag gaat 14 februari 1843 naar de
strafkolonie op de Ommerschans, zie dit overzicht.
Een maand na aankomst, op 21 maart 1843, schenkt ze het
leven aan een zoontje: George Frederik Afterbag. Met dat jongetje
verlaat ze op 22 november 1845 zowel de strafkolonie als
alle koloniën van weldadigheid.
Maar niet alleen
Nee, niet alleen. Samen met Dirk de Waij. Hij is geboren op 8 juni 1804 te Amsterdam en hij wordt op 3 maart 1843 het bedelaarsgesticht Ommerschans binnengebracht vanuit Alkmaar. Hij krijgt bedelaarsnummer 4992. Hij is 1 meter 69, heeft lichtbruin haar en blauwe ogen en is pokdalig. Zie het bedelaarsboek gemerkt M en dan nummer 4992: Op dat moment zit Cornelia Apolonia een maandje in de strafkolonie.
Ze worden allebei tegelijk ontslagen, wat erop duidt dat ze als stel beschouwd worden, op 22 november 1845. Ze nemen Cornelia Apolonia's zoontje George Frederik Afterbach mee. Die wordt blijkbaar omgedoopt tot George Frederik de Waij bij het huwelijk op 7 januari 1846. Anderhalve maand is erg weinig voor de voorbereidingen van een huwelijk in die tijd (er moeten allerhande doopbewijzen en papieren verzameld worden en dat gaat traag) dus ik neem aan dat ze op de Ommerschans al begonnen zijn met de voorbereidingen.
De huwelijkse staat brengt geen welvaart, want op 19 maart 1846 komen ze alledrie weer het bedelaarsgesticht in. Vanuit Zwolle en dat duidt op vrijwilligheid. Ik kan geen andere reden verzinnen waarom ze in Zwolle terecht zouden komen als dat ze zelf naar het gesticht wilden (de enige plek in ons land met gegarandeerd elke dag een warme prak). Dirk staat in hetzelfde boek gemerkt M met nummer 4012.
Cornelia Apolonia staat in het boek gemerkt N
op folio 21 met nummer 4014. George Frederik staat ook in boek N
en dan op folio 96 met nummer 4015. Ze worden alledrie
overgeplaatst naar Veenhuizen op 28 maart 1846. Daar
zullen ze waarschijnlijk een van de woningen voor
'bedelaarshuisgezinnen' betrekken aan de buitenkant van een van de
gestichten en daar wordt Hendrika Wilhelmina de Waij
geboren, die kort daarop overlijdt. Ook George Frederik de Waij
overlijdt, vier jaar oud, te Veenhuizen.
De inschrijvingen van Dirk onder nummer 4012 en van Cornelia Apolonia onder nummer 4014 lopen door in het boek gemerkt R, en daar staat dat het inmiddels kinderloze echtpaar op 27 april 1849 wordt ontslagen. NB: In dit boek wordt ook het domicilie van onderstand vermeld, en dat is Alkmaar, wat betekent dat Dirk daar langere tijd gewoond moet hebben.
Dan gaat er iets mis
Daarna gaat er iets mis met het huwelijk, want verder komt Dirk altijd alleen in het gesticht. Dat betekent waarschijnlijk dat ze niet meer samen wonen of dat Cornelia Apolonia bij iemand anders is ingetrokken. Hoe dan ook komt Dirk In hetzelfde boek R weer terug als nummer 4337 op 31 juli 1849. Vanuit Zwolle! Hij wordt 2 augustus 1851 overgeleverd aan de burgerlijke rechter, daarvan keert hij - vermoedelijk na een gevangenisstraf - terug op 3 december 1851. Hij heeft dus tijdens zijn verblijf op de Ommerschans of iets gestolen of iemand aangevallen, dat staat er niet bij. Hij wordt 18 april 1854 uit het bedelaarsgesticht ontslagen.
Hij wordt weer binnengebracht op 6 maart 1855 vanuit Alkmaar en staat met bedelaarsnummer 555 in het boek gemerkt S. In dit boek worden ook beroepen vermeld en dan staat bij hem 'schipper'. Hij wordt op 1 mei 1860 ontslagen.
In hetzelfde boek staat, met bedelaarsnummer 1512 de volgende opname. Binnengebracht 5 juni 1860 vanuit Zwolle, ontslagen 6 juni 1864. In die periode wordt volgens jouw gegevens de scheiding uitgesproken.
De laatste opname staat in het boek gemerkt V met bedelaarsnummer 1686, . Binnengebracht 15 november 1864 vanuit Alkmaar en 7 september 1868 ontslagen. Daarna komt hij in de bedelaarsregisters niet meer voor.