Naar het overzicht
van stukken over ONDERWIJS





Meester Harmen Abel Zwarts is na een tijdje in Wilhelminaoord de eerste hoofdonderwijzer van het kindergesticht Veenhuizen-1

Volgens het personeelsregister 1828-1834, invnr 997 folio 29, is Harmen Abel Zwarts geboren op 21 september 1794. Volgens zijn overlijdensakte zou het 14 september zijn, maar dat scheelt maar een weekje. Hij staat in dat register te boek als afkomstig uit Dwingelo en met de geloofsovertuiging 'hervormd'.

Harmen Abel Zwarts wordt op 15 oktober 1821 aangesteld als onderwijzer te Wilhelminaoord. In die hoedanigheid komt hij voor in de rapportages van Jan Hessels van Wolda in maart 1822. Altijd lovende geluiden en dat er schurft in de school is kan onderwijzer Zwarts natuurlijk niet aangerekend worden.

Zelf schrijft Zwarts in 1822 ook schoolverslagen, maar daarvan heb ik weinig transcriptie.

Huwelijk

Harmen Abel Zwarts trouwt op 3 augustus 1823 te Vledder met:

Albertje Rijkes Haveman, volgens de kolonieadministratie geboren 21 september 1801. Dat zou betekenen dat ze op dezelfde dag jarig zijn, wat wel erg toevallig is, dus er is reden te twijfelen aan de accuraatheid van deze registratie. Op de kolonie krijgen ze twee kinderen:

Hendrikus Zwarts, geboren 25 april 1824 te Wilhelminaoord, en
Lutgerdina Zwarts, geboren 25 april 1826, ook al op dezelfde dag jarig.

Veenhuizen

Lutgerdina is geboren te Veenhuizen, want haar vader is overgeplaatst naar het kinderetablissement. Dat gebeurt al in 1824, maar wordt bekrachtigd door een besluit op 8 februari 1825. Hij verdient daar dus ƒ 7,50 per week oftewel 390 gulden per jaar. Op 5 december 1824 schrijft directeur der koloniën Wouter Visser aan de permanente commissie, invnr 71:


De schoolonderwijzer Swarts te Veenhuizen heeft zich aan mij geadresseert om vermeerdering van inkomen, ik heb gemeend hieromtrent geen bepaald antwoord te moeten geeven, maar hetzelve ter kennis van de Permanente Kommissie te brengen.

Dit gaat dus niet door. Pas als Jan Hessels van Wolda met de 'Verordeningen nopens het schoolonderwijs' van december 1827 wat structuur aanbrengt in de beloningen voor onderwijzers, krijgt hij er een tientje bij tot 400 gulden per jaar.

Het maandblad

Als hoofdonderwijzer wordt Zwarts (ook vaal als Swarts) regelmatig genoemd in de jaarverslagen die zijn afgedrukt in het maandblad van de Maatschappij de Star. In het nummer van oktober 1825 heet het dat 'de even kundige als brave H.A. Zwarts (...) spaart geene moeite, om met alle krachten,  het schoone doel der Maatschappij in zijnen gewigtigen werkkring te bevorderen.' Geroemd wordt zijn samenwerking met dominee Heerspink.

In het nummer van september 1826 wordt gemeld dat Zwarts en zijn ondermeesters 1360 leerlingen hebben en dat ze 's winters vijf maal per dag les geven en 's zomers vier maal per dag.

Vanaf 1827 heet het maandblad van de Maatschappij Vriend des Vaderlands en in het nummer van oktober 1827 wordt gemeld dat voor de kinderen van het eerste gesticht de school 'een geliefkoosde verblijfplaats' is 'en het onderwijs een genot. De zang is er uitmuntend, en alle overige oefening doelmatig aangelegd'.

In andere jaargangen zal hij ook wel genoemd worden, maar daar heb ik geen transcripties van.

Vertrek

In een brief op 9 februari 1831, invnr 111 scan 477 (zie helemaal bovenaan de pagina hoe de scans te bereiken zijn), schrijft Zwarts over de ''mingunstige verandering, welke mijne ligchaamsgesteldheid sedert bijna drie jaren ondergaan heeft' en meldt hij ontslag te willen nemen. Op 24 februari 1831 N1, invnr 385 (daarvan zijn geen scans), verleent de Maatschappij hem 'eervol ontslag'. Hij wordt als eerste onderwijzer van het kindergesticht opgevolgd door de kolonistenzoon Jan Hendrik Geraets.

Met die gezondheidsklachten zal het achteraf overigens meevallen, hij overlijdt pas in 1869 te Hoogkerk.