Naar het overzicht
van stukken over ONDERWIJS





Besluit 15 februari 1845 N18: 'Oprigting van naai- en breischolen in de gewone kolonien'

Dit besluit bevindt zich in invnr 983 en zal later, 25 oktober 1853, worden gevolgd tdoor een soortgelijk besluit ten aanzien van de meisjes in het eerste of kindergesticht te Veenhuizen. Het besluit wordt genoemd op pagina 276 van De strafkolonie.

De Permanente Commissie van Weldadigheid,

Nader gelet op de brieven van den Directeur der Kolonien van den 3 Decr ll No 3104 en 6 January No 22,

Besluit

1e Er zal, tot proefneming, in elke der gewone Kolonien, zooveel mogelijk in het middelpunt, eene naai- en breischool worden opgerigt.

2e De naai- en breivrouw voor elke school, op voordragt des Directeurs der Kolonien te benoemen, zal genieten ƒ 2:- salaris 's weeks, waarvan 50 cents in koloniale munt uitbetaald, en ƒ 1,50 op den gewonen betaalstaat verrekend zal worden.

3e Op die scholen zal alle werkdagen, 's namiddags van 1 tot 4 uur, aan de kleinere meisjes, die nog tot de gewone schoolkinderen behooren, den eenen dag in het naaijen en den anderen dag in het breijen onderrigt worden gegeven.

4e De grootere meisjes zullen aldaar alleen in de wintermaanden onderwijs ontvangen, en zulks vier malen 's weeks des avonds van 5 tot 8 uur, twee avonden in het naaijn en twee avonden in het breijen.

5e Op die scholen zal zoo veel naaiwerk voor de Gestichten worden verrigt als tot de oefening der leerlingen noodig zal worden bevonden.